‘De Klaane Prins’ van Antoine de Saint-Exupéry. Boekvoorstelling

28 november 2020

De Week van het Gents schoot op 23 november 2020 uit zijn startblokken met de online boekvoorstelling van De klaane prins, Eddy Levis’ Gentse vertaling van het wereldberoemde sprookje van Antoine de Saint-Exupéry.

Le petit prince, geschreven tijdens de Tweede Wereldoorlog en uitgegeven een jaar voor de dood van de auteur in 1944, staat bekend als een van de meest poëtische kinderverhalen ooit geschreven. Ogenschijnlijk een kinderboek spreekt het werk ook volwassenen aan door de verschillende lagen en filosofische bedenkingen die het bevat.

Tina De Gendt interviewde Eddy Levis – voorzitter van ‘De Gentsche Sosseteit’ – over zijn hertaling De klaane prins en Luk De Bruyker – stichter van Theater Taptoe en bekend als de vertolker van Pierke Pierlala – over de bewerking voor toneel. Tussendoor las Luk het fragment van de ontmoeting met de ‘keuijning’ voor. Zowel Levis als De Bruyker hebben schoolherinneringen aan het sprookje: voor Levis strafwerk onder de vorm van het overpennen van vier tot acht ‘chapitres’, voor De Bruyker zelfs een herexamen. Levis identificeert zich met de piloot De Saint-Exupéry omdat hij zelf ook bij luchtmacht was.

Le petit prince is vertaald in zo’n 399 talen en dialecten. De Gentse vertaling kwam er op vraag van de Duitse uitgeverij Edition Tintenfaß die Le petit prince ondertussen al in 133 talen uitbracht (met als laatste een Mozarabische). De Gentse vertaling komt na eerdere dialectversies in het Aalsters en in het Brussels.

In het vertalen naar het Gents had Levis al enige ervaring opgedaan. In 2007 publiceerde hij Reinoart de vos, de hertaling van Van den vos Reynaerde en de eerste Gentse vertaling ooit. Begonnen als de vertaling van een fragment voor een persconferentie werkte Levis zeven jaar door tot de vele duizenden verzen ‘vergentst’ waren. De Gentse Kuifjesalbum De biezjoes van Bianca Castafiore volgde in 2012. Nadat drie Kuifjesalbums in het Oostends waren verschenen, zocht uitgeverij Casterman een Gentse vertaler voor een album naar keuze. Het werd De juwelen van Bianca Castafiore, een verhaal dat gemakkelijk kon overgebracht worden naar het actieterrein van kasteel Meulestee. Eddy Levis kon zich botvieren in de vele rake dialogen en voerde tal van vergentste personages op. De aanleiding voor De klaane Prins was uiteindelijk de vraag van een verzamelaarster van ‘kleine prins’-edities die interesse had in een Gentse vertaling en doorverwees naar de Duitse uitgeverij.

Vertalen naar het Gents in geen sinecure. Het recept volgens Levis is de teneur van de zinnen van het verhaal behouden, de tekst moet ballen aan zijn lijf hebben en het moet klinken. Laat de vertaling meelezen door anderen en sta open voor de suggesties van iemand die even geobsedeerd is door de tekst. Zo iemand bleek Luk De Bruyker. Een tweede probleem: hoe schrijf je Gentse zinnen neer? Er is bestaat immers geen officiële schrijfwijze, spelling of spraakkunst van dialecten. Het advies van Levis is zo dicht mogelijk het beschaafd Nederlands te benaderen en er zoveel mogelijk couleur local in te steken. Het gaat om kleine nuances en typisch Gentse uitdrukkingen zoals ‘Van ’t Lam Gods geslegen’. Luk had enkele fijne suggesties, zoals ‘sjikeegast’ in plaats van ‘sjikeepulle’ voor de ijdeltuit. ‘Pulle’ is immers Gents voor zuipen, en een ijdeltuit drinkt niet maar is hautain.

Dit Gentse vertaalwerk ligt Eddy Levis nauw aan het hart omdat hij als voorzitter van de Sosseteit – die in 2022 veertig jaar bestaat – merkt dat de praktijk van het Gentse dialect achteruit gaat. De jongere generaties spreken het niet meer. Talen kunnen maar overleven als ze doorgegeven worden. Dialecten hebben het van dat fysieke, informele, nabije. Dialect spreken doe je met mensen die dicht bij jou staan. Dialecten zijn leuk, geestig, volks. Er is nu meer aandacht voor het Gents omdat het veel minder gesproken wordt. Hij hoopt dan ook dat het boek behoorlijk zijn weg vindt naar de Gentenaars.

In 1978 al heeft Luk De Bruyker het de kleine prins tot leven gebracht in een productie waarmee Theater Taptoe als professioneel gezelschap doorbrak. Taptoe werkte als figurentheater met de mengvorm acteur/pop. Luk herinnert zich de inbreng van professionele acteurs die hun stemmen leenden voor de band, de muzikale inbreng van François Glorieux en het acteursspel van Freek Neirynck in die eerste productie. Later Luk zelf de rol van De Saint-Exupéry overnemen. Het prinsje betekende een rode draad doorheen Luks carrière en speelde een rol in de afscheidsvoorstelling van Taptoe, Ienmoal, andermoal … Adzjuzee! in 2011. Met mooie zinnen zoals “Niets is volmaakt op deze wereld “ en “Was het niet allemaal een boze droom?” is Le petit prince voor Luk het mooiste werk dat er bestaat.

De Gentse hertaling biedt Luc een opportuniteit om opnieuw iets mee te doen met het sprookje. Dus is Luc voor de derde keer begonnen aan een herwerking. Voor deze Gentse versie gaat Luk met theatertechnieker Alain Ongenaet een sober concept uitwerken met een zandbak als metafoor voor de woestijn, een camera en een witte muur waarop de tekeningen in het zand worden uitvergroot. Tevens wil Luk zich van de vormtaal van De Saint-Exupéry zelf bedienen om tot een hedendaagse voorstelling te komen. Over het taalgebruik van de kleine prins – Gents, tussentaal of standaardtaal – is Luk nog niet uit. De première tijdens deze Week van het Gents op de fantastische locatie van het Anatomisch Theater in De Bijloke is – als alles meezit – verschoven naar de Gentse feesten 2022. Als sluitstuk leest Luc een eerste fragmentje van zijn bewerking: de eerste ontmoeting van de kleine prins met De Saint-Exupéry.

Een boek om te koesteren en een voorstelling om naar uit te kijken.
Dankjewel Eddy, Luk en Tina voor dit fijne gesprek.
Dit interview kon je bekijken via Facebook-live en kan nog beluisterd worden via Soundcloud.

Tine Englebert