Straatpoëzie

Wat is leuker dan dwalen door Gent en onverwachte flarden poëzie te ontdekken? Sinds 2000 zijn er op diverse en vaak onverwachte plekken in de stad gedichten aangebracht. Op de oude kades van de Gras- en Korenlei bijvoorbeeld ontdek je een fragment uit Melopee van Paul van Ostaijen, het gedicht Gelukstraat, Gent van Stefan Hertmans vind je op de zijgevel van Vooruit, ... Op deze pagina vind je de meest markante poëzie die het Gentse straatbeeld verluchten.

Gentse Opera - Da Capo - Ramsey Nasr

Gevelsteen Opera Gent, Schouwburgstraat 3, Gent

Na de restauratie van de voorgevel van het Gentse operagebouw werd de opera als locatie in de poëzieroute opgenomen. Het gelegenheidsgedicht Da Capo van Ramsey Nasr werd in 2005 door de Stad Gent gekocht en op een arduinen plaat op de gevel aangebracht. Op 30 maart 2002 ging immers zijn regie van Mozarts opera Il Re Pastore in première in de Gentse Opera.

Opgenomen in de bundel Onhandig bloesemend (2004).

Da Capo

Kaaimuren Gras- en Korenlei - Melopee - Paul van Ostaijen

Graslei en Korenlei, Gent

Op de oude kades van de Gras- en Korenlei werd in 2000 fragmenten uit het gedicht Melopee van Paul van Ostaijen aangebracht. In 2022 werden de versregels door letterschilder Maarten Leenknecht gerestaureerd.

Een fantastische poëtische toevoeging aan de omgeving die de Gras- en Korenlei eer aandoet. De inhoud van het gedicht (een ‘melopee’ is een recitatief, een eentonig gezang) sluit perfect aan bij een stad wier naam niets anders betekent dan ‘monding’ of ‘samenvloeiing’.

Opgenomen in de bundel Nagelaten gedichten (1928).

Melopee Paul Van Ostaijen Korenlei IMG 1714 druk c Michiel Devijver

Vooruit - Gelukstraat, Gent - Stefan Hertmans

Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 23, 9000 Gent

Het oorspronkelijke ontwerp van Gelukstraat, Gent van Stefan Hertmans op de zijmuur van de Vooruit met zicht op het Rectoraat van UGent verdween in het kader van de restauratie van het gebouw.
In 2015 kwam er een nieuw ontwerp op het Zomerterras van Vooruit.

Opgenomen in de bundel Annunciaties (1997).

Gelukstraat Gent 740x1021

Gravensteen, Folterkamer - gent en ik - David Troch

Gravensteen, Folterkamer, Sint-Veerleplein 11, Gent

David Troch was Gents stadsdichter van 2014 tot 2016 en schreef in die hoedanigheid verschillende odes aan Gent. Zijn eerste stadsgedicht gent en ik werd geplaatst in 2014. Het gedicht hangt in de folterkamer van het Gravensteen waarnaar in het gedicht wordt verwezen met 'tuig / dat allemans armen en benen uit wou rekken.'

Opgenomen in de bundel een geweldige liefde. stadsgedichten (2016).

Gent en ik

Hotel Clemmen - verzoek - David Troch

Hotel Clemmen, Veldstraat 82, Gent

Een ander werk van David Troch is het gedicht verzoek, een smeekbede van een stadskassei om opgemerkt te worden tussen de prachtige pleinen, monumenten en andere bezienswaardigheden die de stad rijk is. Toepasselijk werd het gedicht dan ook op kniehoogte aangebracht, op de gevel van het Hotel Clemmen in de Veldstraat, waardoor passanten hun blik letterlijk naar straatniveau moeten verplaatsen om het werk te kunnen lezen. Het gedicht werd in 2018 op de gevel aangebracht.

Opgenomen in de bundel een geweldige liefde. stadsgedichten (2016).

Hotel clemmen

Overpoortstraat - Gent - Richard Minne

Naast Overpoortstraat 17, Gent

Het ligt niet voor de hand om het gedicht Gent van de grote Gentse dichter Richard Minne aan te brengen in een levendige uitgaansbuurt als de Overpoortstraat. Het bevindt zich in het centrum van de actie, pal tussen de cafés. Maar het gedicht komt daar zeker tot zijn recht. Ironie, humor en opstandigheid zijn de kenmerken van Minne's oeuvre en zijn kritische ode aan Gent is daar een prachtig voorbeeld van. De drager van het gedicht, een lichtkrant met grote rode letters, imiteert de taal van de omgeving van lichtkranten met reclameboodschappen. Het gedicht Gent uit 1942 is er eentje om even bij stil te staan in zowel de vroege als de late uurtjes. Het werd er in 2019 aangebracht.

Opgenomen in de bundel Wolfijzers en schietgeweren (1942).

Overpoortstraat richard minne

Vrijdagmarkt – Schildersverdriet – Paul Snoek

Het Toreke, Vrijdagmarkt 36, Gent

Paul Snoek staat voornamelijk bekend als onstuimig dichter en kunstschilder. Hoewel het moeilijk is om een bepaalde stroming op zijn gedichten te plakken, wordt hij vaak ingedeeld bij de “Vijvenvijftigers”, een groep experimentele dichters die begonnen te publiceren voor 1955. Dit gedicht en de gelijknamige bundel Schildersverdriet is uit zijn later, meer lyrische periode.

Opgenomen in Schildersverdriet (1982).

Vrijdagmarkt Schildersverdriet

Oude Houtlei – Achter deze gevel hier… – Hugo Claus

Hotsy Totsy, hoek Oude Houtlei - Hoogstraat 1, Gent

Hugo Claus is de belangrijkste naoorlogse Nederlandstalige dichters. Hij begon zijn loopbaan als experimenteel dichter, verbonden aan de Cobragroep in Parijs en de “Vijftigers”. Dit titelloze gedicht is geplaatst op de zijgevel van jazzcafé “Hotsy Totsty”. Het gedicht werd door de schrijver speciaal geschreven voor dit café, waarvan de broer van Claus de toenmalige eigenaar was.

Geplaatst in 1999.

Oude Houtlei Hugo Claus

Ajuinlei -Serre d’enui – Maurice Maeterlinck

Achterzijde Hotel Clemmen, Ajuinlei, Gent

Het gedicht Serre d'enui van Maeterlinck hangt op de achterkant van het stadgebouw waar het Maurice Maeterlinckkabinet is ondergebracht, en is zichtbaar vanaf de Ajuinlei. Maeterlinck is de enige Nobelprijswinnaar literatuur die België ooit heeft gehad. Hoewel hij schreef in het Frans, liggen zijn roots in Gent. Zijn werk neemt een belangrijke plaats in binnen het symbolisme, en probeert de werkelijkheid te bevatten in symbolen en metaforen.

Opgenomen in Serres Chaudes (1886).

Maeterlinck Serre

Linkernis Gerechtshof – De innerlijke urbanisatie - Gust Gils

Oud Gerechtsgebouw, Koophandelsplein, Gent

Gust Gils was een lid van de “Vijvenvijftigers”, zijn poetische werken staan er vooral om bekend om een melodische eigenschap te hebben. Voor dit werk, De innerlijke urbanisatie, is echter vooral de locatie belangrijk. De boodschap van veroordeling door de maatschappij en beknotting van vrijheid in het gedicht wordt extra benadrukt door de plaatsing op het gerechtsgebouw.

Opgenomen in Afschuwelijke Roze Yoghurtman (1972).

Gerechtshof Gust Giles

Blandijnberg – Wat is het goed aan ’t hart – Karel van de Woestijne

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Blandijnberg, Gent

Het gedicht Wat is het goed aan ’t hart van Karel van de Woestijne heeft zijn plaats niet gestolen. Naast Gents dichter, was hij nauw verbonden aan de Universiteit Gent als docent literaire kritiek en geschiedenis van Nederlandse Letterkunde. Het is dan ook heel passend dat dit werk dicht bij de Boekentoren hangt, het epicentrum van Gent als universiteitsstad.

Opgenomen in De boomgaard der vogelen en vruchten (1905).

Blandijnberg Karel van de Woestijne

Gravensteen – gravensteen, grafsteen – Willie Verhegghe

Het gedicht gravensteen, grafsteen werd door Willie Verhegghe speciaal geschreven voor zijn locatie in het Gravensteen. Het gedicht heeft als thema het bekende Gravensteen, maar werpt een licht op een meer onbekende functie van het monument. Het Gravensteen was gedurende eeuwen de zetel van de centrale grafelijke rechtbank voor het graafschap Vlaanderen, de zogenaamde Raad van Vlaanderen. Deze dubbele functie en rechtbank is het centrale thema van het gedicht, en de inspiratie voor de dichter.

Niet opgenomen in andere dichtbundels.
Geplaatst in 2003.

Straatpoëzie Verhegghe

S.M.A.K. – Klee – Roland Jooris

Na een post-experimentele periode, stort Roland Jooris zich in het Vlaams neorealisme. Door zijn exceptionele waarnemingsvermogen en plastische oriëntering wordt hij gezien als een van de meest toonaangevend dichters binnen deze stroming. Zijn plastische visie en kennis van beeldende kunst hebben hem deze locatie in de stad opgeleverd. Wie beter om het S.M.A.K. te sieren dan een dichter die zo dicht bij beeldende kunst staat?

Opgenomen in Bluebird (1957).

Straatpoëzie Jooris

Ruiten horecazaken - goed volk - David Troch

U heeft het misschien ook al gemerkt tijdens een van uw vele coronawandelingen in de Gentse binnenstad: hoewel de cafés en restaurants nog even noodgedwongen leeg blijven, staan de ruiten van enkele horecazaken vol met poëzie en illustraties. Het initiatief voor deze actie komt van David Troch, Gentse stadsdichter van 2014 – 2016. Toen de stad Gent voor een tweede keer in stilviel in lockdown, bracht hij het gemis aan sociaal contact en gezelligheid op papier met zijn eenlettergreepgedicht goed volk. Zoals de benaming eenlettergreepgedicht al verklapt, bestaan alle woorden van dit gedicht uit slechts een enkele lettergreep. Met goed volk wou David Troch de horeca uitbaters een hart onder riem steken, en meteen kwam er een enthousiaste reactie van café-uitbaters en restauranthouders. Er bestaan twee versies van het gedicht, een voor cafés en een voor restaurants.

Sinds eind oktober 2020 kan je dit gedicht met illustraties terug vinden op verschillende horecazaken in Gent.

David Troch

Sint-Lievenslaan - Geen rijk moest zijn als ’t Nederlansche rijk - Julius de Geyter

Woning, Sint-Lievenslaan 132, Gent

Dit gedicht, of beter fragment, siert de gevel van een eclectisch rijhuis uit 1899 op de Sint-Lievenslaan. Het fragment is afkomstig uit Zevende Zang van Julius de Geyter. De schrijver was politiek dichter, en speelde een belangrijke rol bij het stichten van de Vlaamse Beweging in de 19de eeuw. Hij is eerder bekend voor zijn flamingantisme en Groot-Nederlandschap, die beiden duidelijk naar voren komen in dit fragment, dan voor zijn schrijfkunst. Toch wordt hij in 1903 voorgedragen als Belgische kandidaat voor de Nobelprijs. Uiteindelijk haalt hij de selectie niet, en moet hij het afleggen tegen Emile Verhaeren en Maurice Maeterlinck.

Opgenomen in Werken. Deel 1. Keizer Karel en het rijk der Nederlanden (1907).

Julius de Geyter

Minard - ik zie alleen dat beeld - Miriam Van hee

Zijgevel Minard, Korianderstraat, Gent

Het gedicht met de beginregel Ik zie alleen dat beeld' is deel van een stroom gedichten zonder titel als verweer tegen de 'leegte' en hoop op een 'buitenland' als een mogelijke oplossing, nieuwe weg ... Het gedicht werd ter gelegenheid van de 65-ste verjaardag van de Oostakkerse dichteres en slaviste geprojecteerd op het dak van de Minard. Later werd het op een plaket aangebracht.
Het verstrijken van tijd is een terugkerend thema in de gedichten van Van hee, zoals ook duidelijk wordt uit dit gedicht. Bewegingen door tijd en ruimte staan vaak centraal, ze beschrijft het verstrijken van de tijd, dat voor iedereen persoonlijk anders aanvoelt. Op een uiterst zorgvuldige manier kiest ze haar woorden en compositie, met als resultaat beheerste gedichten waar kleine nuances zorgen voor de grote effecten. Zonder grote woorden of ingewikkelde boodschappen; zonder hoofdletter of punten; tast ze de alledaagse werkelijkheid af in haar poëzie.

Opgenomen in Winterhard (1988).

Miriam van hee

Ottergemsesteenweg - Om de tienduizend jaar - Hans Claus

Zijgevel woning, Ottergemsesteenweg 150, Gent

Hans Claus is naast criminoloog en gevangenisdirecteur van Oudenaarde ook een creatieve duizendpoot. Hij is actief als schrijver, beeldhouwer, performer, en fotograaf. Hij schrijft academische werken, maar ook verhalenbundels, romans, en gedichten. In zijn gedichten doorloopt hij uiteengaande en persoonlijke thema’s; op een vlotte, maar beeldrijke manier neemt hij de lezer mee op een herkenbare en toch individuele reis. De bundel waar dit fragment Om de tienduizend jaar uit komt in het bijzonder gaat over de liefde; intense belevingen en puur geluk; maar ook over de strijd tussen volharden en loslaten; en hoe ten slotte alles overgaat.

Opgenomen in Van op de maan (2009).

Hans Claus

Kastanjestraat – Ik wou dat ik de maan was – JackJohannes Hemp

Gevel woning, Kastanjestraat 14, Gent

JackJohannes Hemp was een Gentse multidisciplinaire kunstenaar (van schilderijen tot street-art naar 3d-projecten). In zijn werken ging hij telkens opzoek naar het interpersoonlijke in context van maatschappelijk relevante thema’s. Op een creatieve manier behield hij de interactie met zijn publiek, door gebruik te maken van performance en technologie hield hij zijn publiek een spiegel voor rond hedendaagse maatschappelijke problematiek. Dit alles onder het motto ‘Cultuur is de sleutel tot een betere maatschappij’. Ik wou dat ik de maan was kwam tot stand door middel van crowdsurfing door de vrienden van de kunstenaar als eerbetoon, en werd opgehangen nabij de plaats waar de artiest op 45-jarige leeftijd in 2019 overleed.

Hemp Gent compleet Rv D In Pixio

Het Vrijzinnig Centrum Geuzenhuis – Verzet – Remco Campert

Zijgevel Het Vrijzinnig Centrum Geuzenhuis, Kantienberg, Gent

Remco Campert is een Nederlandse dichter, die wordt gerekend tot ‘de Vijfitgers’. Door zijn verstaanbaar taalgebruik, en zijn minder experimentele stijl, wordt hij bestempeld als ‘de meest verstaanbare van de Vijftigers’. Zijn schrijfstijl is eerder cynische, en vaak maatschappijkritisch; deze elementen maken dat het gedicht Verzet perfect past op de gevel van Het Vrijzinnig Centrum Geuzenhuis in Gent. Het gedicht werd in 2005 aangebracht op de gevel, in bijzijn van de schrijver zelf.

Uit Betere Tijden (De Bezige Bij 1970)

Verzet

Sint-Barbaracollege – Cantique de la Vierge dans “Soeur Béatrice” – Maurice Maeterlinck

Gevel Sint-Barbaracollege, Savaanstraat, Gent

Het gedicht Cantique de la Vierge dans “Soeur Béatrice” of Lied van de Heilige Maagd uit "Zuster Beatrijs" van Maeterlinck is te bewonderen aan de gevel van het Sint-Barbaracollege in de Savaanstraat, waar hij zelf als jongeman school heeft gelopen. Maeterlinck is een Franstalige dichter uit Gent die tot heden de enige Belgische Nobelprijswinnaar voor literatuur is. Het is in deze school dat zijn talent voor talen en schrijven werd ontdekt, en hij zijn eerste verzen schreef.
Naar aanleiding van zijn 150ste verjaardag werd dit fragment op de gevel van het college geplaatst.

Opgenomen in Quinze chansons (1900).
Geplaatst in 2012.

Maeterlinck op gevel

Raampoëzie

Een gedicht op de vitrine van een winkel, een horecazaak of op een venster van een privéwoning. Heel wat poëzie-initiatieven werden in coronatijden op poten gezet. Tal van bekende Gentenaars schreven een gedicht op het raam van een Gents café om de zwaar getroffen horeca een hart onder de riem steken.

Raampoëzie bracht afleiding, en vooral herkenning voor waar we zelf geen woorden voor hadden. Sommige gedichten bleven, anderen verdwenen.

Drie Gentse raamdichters Stefan Zajc, Bob Minne en Málika Matthys kennen elkaar van de artiestengroep La Ville Perdue en ontwikkelden het idee om Gent te overspoelen met gedichten. Ze schreven hun gedichten op ramen in Gentse wijken gaande van Ekkergem tot Sint-Macharius.

Maar ook dichter Rob Van de Zande schreef en schrijft dichterlijk maatwerk voor vele Gentse handelszaken.

Raampoëzie

Groene historische havenkraan - De Europese Hymne/Ode an die Freude - Friedrich von Schiller

Groene historische havenkraan, Kurkpad aan het Houtdok

Het gedicht Ode an die Freude verwoordt het ideaal van een wereld waar alle mensen als broeders leven, een ideaal dat ook de Europese Unie wilt uitdragen. Om deze reden werd het gedicht gekozen als de tekst van het volkslied van de Europese Unie in 1985, gezet op de muziek van de negende symfonie van Ludwig van Beethoven.

De originele versie van het gedicht werd al in 1785 neergepend, maar de boodschap van broederschap en universele waarden heeft de tand des tijds doorstaan.

Europese hymne op havenkraan