Erwin Penning
Leestip van Erwin Penning
De boeken maken de mens!

Als jagers vertellen

21 februari 2021

Guy de Maupassant (1850 – 1893) werd door syfilis en drugs geveld kort voor z'n drieënveertigste levensjaar, maar deze beschermeling van Flaubert – een Normandiër zoals hij – liet een kwalitatief hoogstaand oeuvre na van romans (Bel-Ami, Mont-Oriol…) en vooral verhalen. Daarvan werden er zeventien gebundeld onder de titel Contes de la Bécasse (Verhalen van de Snip). Zeventien, of beter gezegd: één plus zestien, want het eerste verhaal dient voornamelijk als raam. Daarin wordt immers het curieus ritueel uiteengezet waarbij, ter gelegenheid van een jaarlijks jagerssouper, de aanzittende wordt aangeduid die het gezelschap moet vermaken met een vertelling.

De vertellingen die dan volgen zijn zeer uiteenlopend van aard. Een enkele (Un coq chanta / Een haan kraaide) houdt nog wel verband met de jacht… én met gefnuikt overspel. Vaker zijn het schetsen van Normandische boeren (Farce normande / Normandische poets, Les Sabots / De Klompen, of Aux champs / In de velden). Een verhaal als Un Normand (over een voormalige drankzuchtige militair die bewaker is geworden van een aan Maria gewijde kapel waar hij zelfgemaakte heiligenbeeldjes verkoopt) komt onversneden humoristisch over. Die humor verscherpt tot ironie – met ondeugende knipoog – in Ce cochon de Morin (Dat varken van een Morin) waarin een handelaar in garen en band uit de provincie na twee weken Parijs danig opgewonden is geraakt en op de terugreis een jongedame in de trein bespringt.

Gierigheid en hebzucht worden in verschillende vertellingen aan de kaak gesteld. In Pierrot bij voorbeeld schaft een plattelandsdame zich een hondje aan om dieven af te schrikken, maar ontdoet ze zich op een wreedaardige manier van het beestje omdat het haar "te duur" uitkomt aan eten en taks. In En mer (Op zee) geeft een visser liever de arm van zijn broer op dan zijn sleepnet. Hebzucht én versmade liefde komen aan bod in La Rempailleuse (De Schoenenmatster). Over versmade liefde gaat ook Le Testament (Het Testament) waarin een onderdrukte echtgenote postuum haar recht op genegenheid en respect revindiceert.

Een niet onbelangrijk thema bij Maupassant zijn ten slotte de gruwelen – langs beide kanten – van de Frans-Duitse oorlog van 1870, die hij zelf van nabij meemaakte (La Folle / De Gekkin, Saint-Antoine / Sint-Antonius, L'Aventure de Walter Schnaff / Het Avontuur van Walter Schnaff).

Twee verhalen wijken af van de realistische toon. Menuet is een fantastische herinnering aan de verdwenen boomkwekerij van de Parijse Jardin du Luxembourg. La Peur (De Angst) kan gekwalificeerd worden als een griezelverhaal, een genre waarin Maupassant overigens ook uitblonk (zie Le Horla, in een latere collectie verhalen).

Wat, afgezien van de variëteit van zijn verhaalstof, deze negentiende-eeuwer nog zo het lezen waard maakt, is zijn uitmuntende, levendige stijl. Om een idee te geven durf ik de eerste twee zinnen van Un Fils (Een Zoon) hierna zeer vrij te vertalen:

"Ze wandelden, de twee oude vrienden, in de uitbundig bloeiende tuin waar de vrolijke lente wemelde van het leven. De ene was senator, en de ander lid van de Académie française, allebei gewichtige heren, vervuld van zeer voor de hand liggende maar hoogdravende redeneringen, lieden van rang en reputatie."
Dan wil je toch weten waarover deze heren converseren?

Erwin Penning
Leestip van Erwin Penning
De boeken maken de mens!

Titel:
Contes de la bécasse
Auteur:
Guy de Maupassant
# pagina's:
157 p.
Uitgeverij:
Albin Michel
ISBN:
9782253006770
Materiaal:
Boek
Sfeer:
Kleurrijk

Gerelateerde leestips