Leestip van Brigitte Puissant
Ze zijn als vrienden op mijn weg

Een lijflijke én goddelijke roman over een twaalfde -eeuwse abdis

4 juli 2022

Op de eerste pagina beschrijft Groff in een filmische scène hoe de zeventienjarige Franse Marie als een ‘reuzin van een maagd’ op een chagrijnige oude strijdros zit met een snelleken (een kleine valk); voor de poort van een Engelse abdij. En hoe ze , even later, afstapt, haar intrede doet met haar prinsessenmuiltjes, en letterlijk valt voor de toenmalige priorin en abdis (die blind is!). Waarna ze in bad moet, en meteen de toon gezet is voor een lijflijk nonnenverhaal.

Het is haar zus, de koningin van het toenmalige Engeland, die Marie naar deze verwaarloosde abdij stuurt om priorin te worden. Marie is immers een bastaarddochter en te ‘struis’ om huwbaar te zijn aan het hof. De échte Marie de France is een dichteres die voor het eerst in de Anglo-Normandische taal ridderromans en dierenfabels schrijft. Het is Laurence Groff die haar verbeelding laat gaan om deze Marie te verbinden met Eleonora, wél een bekende in de geschiedenis. Eerst was deze eigenzinnige, onverschrokken vrouw hertogin van Aquitanië, om vervolgens te huwen met Lodewijk, de koning van Frankrijk, van wie ze – met kerkelijke goedkeuring- uit de echt scheidt (na de deelname aan de tweede kruistocht). Daarna huwt Eleonora met Hendrik Plantegenet die naast Franse eigendommen ook Engeland zal bezitten (samen het Angevijnse rijk). Zij speelde een cruciale rol in het expansiebeleid van die tijd.

De relatie tussen Marie en Eleonora is een haat-liefde verhouding die de drijfveren van Marie als priorin en later abdis, verklaren. Het is aandoenlijk hoe ze heel haar leven tevergeefs in de gunst probeert te komen van haar zus. Anderzijds wil ze haar koninklijke macht evenaren en bewijzen dat zij hetzelfde kan door ook ‘muren’ (letterlijk en figuurlijk) rond zich bouwen om haar imago en rijkdom uitstraling te geven. Pas op het einde van haar leven, kan ze haar eigen beperkingen en de vrijheid daar binnen, ten volle aanvaarden, terwijl ‘haar zus in haar grote arrogantie denkt vrij te zijn.’

Matrix betekent baarmoeder. Deze titel verwijst enerzijds naar de moeder van Marie die te vroeg overleed aan keelkanker (waar zij ook zal aan sterven) en voor wie ze zorgde. Anderzijds verwijst Matrix naar de vervulling van Maries moederschap als abdis die ze vanaf haar 47ste met verve zal vervullen. Onder haar bestuur bloeit de abdij op tot een welvarende, bloeiende en rijke gemeenschap. Misschien verwijst Matrix ook naar de Heilige Maagd als moederfiguur. En kunnen we de lesbische liefde met haar vroegere verzorgster Cecily, en met sommige medezusters lezen als een moeder-verlangen.

Terug naar het verhaal. Aanvankelijk verafschuwt Marie het leven van de armtierige nonnengemeenschap: de vrouwen slapen naast mekaar in ledikanten op rijen, lijden honger (en verzoenen zich hiermee als een goddelijk offer), laten zich uitbuiten door hun mannelijke omgeving, leven op een zompige, onvruchtbare grond en sterven te jong. Bovendien is de (toenmalige) abdis blind en niet in staat de abdij te beheren. Als Marie zich geleidelijk aan met haar missie verzoent, worden de schimmige gestalten van haar zusters menselijke gezichten met een uniek talent. Als priorin en later als abdis weet Marie als geen ander deze talenten in te zetten op de juiste plaats en de juiste tijd, niet alleen om haar uitbreidingsplannen te verwezenlijken, maar ook uit zorg voor een groeiende zusterlijke gemeenschap van nonnen, horigen en oblaten.

Matrix is een feministische roman. Marie kleurt buiten de patriarchale lijnen. Lef, intelligentie en verantwoordelijkheid, kreeg ze mee van jongsaf. Toen ze veertien was beheerde ze het landgoed van haar moeder. Samen met haar tantes bereed ze paarden als amazones tijdens de tweede kruistocht.

Als abdis stelt ze een vrouwelijke ‘baljuwes’ aan, zorgt voor scholing voor jonge meisjes in opleiding (oblaten) en laat aan hen de leiding van rijdieren over. Haar ‘dochters’ werken als kopiisten, smeden en schrijnwerkers, architecten, ingenieurs en werfleiders. Bij gebrek aan mannen zal ze op oudere leeftijd zelf de biecht horen en de eucharistie opdragen.

Lauren Groff maakt ons duidelijk hoe de macht van vrouwen schuilt in intelligente en scherpzinnige keuzes, naast hun (onderschatte) lichamelijke kracht. Marie heeft heel wat ‘mannelijke’ kwaliteiten die ze inzet om de heersers in haar omgeving te slim af te zijn, zonder wapens te gebruiken. Ze laat bijvoorbeeld een labyrint bouwen om buitenstaanders de toegang tot de abdij onmogelijk te maken.

Daarbij zijn haar visioenen een inspiratiebron maar ook een wapen tot gezag. (We vinden de link tussen het visioen en de interpretaties ver gezocht.) Heel anders verloopt het bij Hildegard Von Bingen, een mystica en vrouwelijke abdis in Duitsland (uit dezelfde tijd) voor wie visioenen een theologische betekenis hadden. Hildegard was godsvruchtig, wat niet het geval is voor de Marie de France, die zelf kritisch staat ten aanzien van haar eigen geloof. Ze handelt vooral pragmatisch. Toch is de liefde voor haar zusters voelbaar en groeiend doorheen de hele roman. Aan haar sterfbed komt deze gehechtheid tot een ontroerende, poëtische verdichting.

Matrix is een fysieke, aardse roman. Zweet, stank, modder, een doornat habijt, een lesbische kus, vrouwelijke seksualiteit, zijn vanzelfsprekende elementen. Een tand wordt uitgetrokken met een kattendarmsnaar. Het eten van giftige paddenstoelen bekoopt men met de dood. Een combinatie van kruiden geneest. Bomen worden omgehakt en verbouwd tot werktuigen. Laurence Groff beschrijft de ‘aardse abdis’ treffend: ‘Marie heeft dezer dagen honger, honger naar alles: naar eten, lichamelijk werk, naar koude frisse lucht in de longen.’

Qua stijl schrijft Groff eigenzinnig. Zinnen zonder werkwoorden en van een half blad lang wisselen elkaar af. Sommige passages lijken slecht vertaald. Lange opsommingen tonen de rijkdom van belevingen en situaties. Woorden als kwenen, lateien, calefactorum, moet een lezer opzoeken. Ook de historische context. De lezer waant zich aanvankelijk, (zoals toen) in een ‘moeras’, qua taal en context. Maar de prachtscènes en de verbeelding nemen hem mee naar een duistere wereld die gaandeweg oplicht. En dat beschrijft de auteur innemend, scherpzinnig en humoristisch.

Matrix geeft veel meer weer dan het abdijleven in de twaalfde eeuw. Laurence Groff schetst een mooi beeld van een ambitieuze vrouw in die tijd, worstelend tussen schuld en vrijheid, goed en kwaad, wilskracht en zwakte, intentie en achteloosheid, hoogmoed en nederigheid, harstocht en matigheid, de wereld binnen en buiten. (‘In de kern van de wereld is een kloppende angst aanwezig. In haar diepste innerlijk is de wereld verrukkelijk.’) In die zin is dit boek universeel. Een aanrader!

Synopsis

Een middeleeuws vrouwenklooster verandert onder bezielende leiding van de abdis tot een ideale vrouwengemeenschap.

Leestip van Brigitte Puissant
Ze zijn als vrienden op mijn weg

Matrix
Titel:
Matrix
Auteur:
Lauren Groff
# pagina's:
301 p.
Uitgeverij:
De Bezige Bij
ISBN:
9789403107011
Materiaal:
Boek
Onderwerp:
Kloosterleven

Gerelateerde leestips