KANTL-colloquium: Correspondenties met Robberechts

Daniël Robberechts (1937-1992) is ‘de rabiaatste, de intelligentste en bijzonderste schrijver die de voorbije drie decennia in onze cultuur en letteren is opgedoken’ schreef Leo Pleysier ooit in NWT. Robberechts schreef verhalend, beschouwend en dagboekproza dat door de zelfbewuste en taalgerichte schriftuur gezien werd als een exponent van de experimentele literatuur.

Terugblikkend zien we vandaag hoe Robberechts een stempel drukte op die literatuur door de vele contacten die hij onderhield. Pleysier is maar een van de vele auteurs die door Robberechts rechtstreeks geïnspireerd, aangepord of uitgedaagd werden. Correspondenties met Robberechts – in alle betekenissen van het woord – zijn er zo met onder anderen Walter van den Broeck, Pol Hoste, Mark Insingel, Lidy van Marissing, Lucienne Stassaert en J.F. Vogelaar.

Dit KANTL-colloquium is gewijd aan deze correspondenties, maar kijkt ook breder, naar de correspondenties tussen hedendaagse literatuurstudie en het werk van Robberechts: hoe kunnen affectieve en filosofische benaderingen van vandaag zijn werk verhelderen?

Na de lezingen belicht een panel van drie schrijvers en een journalist – Hannah van Binsbergen, Karl van den Broeck, Leo Pleysier en Daniël Rovers – de correspondenties die zij zelf zien met hun eigen werk en met dat van anderen. Mathijs Tratsaert modereert het gesprek. Aan het einde van de dag stelt Arjen Mulder zijn boek De absolute essayist voor, waarin hij getuigt over zijn affiniteit en omgang met Robberechts.

Het colloquium is gratis, maar inschrijven is verplicht. Dat kan via dit formulier.

Programma: 3 dagdelen + receptie. Zie website.