‘Een hele lieve fuck you’ - Interview met Sylvia Van Driessche

8 oktober 2021

“Alle MeToo-verhalen in mijn roman zijn waargebeurd”

Met interesse had redacteur en stadslezer Christel Van Renterghem de artikels over Sylvia’s boek Een hele lieve fuck you gelezen in Humo en de Gentenaar. Christel schrijft: 'Als hobbyist mocht ik Sylvia interviewen. Spannend voor mij, want zij was hoofdredacteur en is freelance journalist. Het werd een intens gesprek, dat ik met jullie wil delen.'

De titel van je roman is uitdagend, maar wordt wat afgezwakt door de woorden ‘hele lieve’. Wat wil je daarmee aangeven?
Als ik een idee op mijn werk wilde doordrukken, kreeg ik als opmerking van mijn baas : ‘ik prefereer vrouwen die wat liever zijn’. Waarom maakte hij die bedenking niet tegen een man, vroeg ik me af? Veel bazen zijn nog altijd mannen en bij het zoeken naar een titel gingen mijn gedachten weer naar de woorden van mijn voormalige baas. Voor mij was het eerder een grap in het verhaal.

Een hele lieve fuck you voorplat

Ik ben altijd benieuwd naar de link tussen de kaft en de inhoud van het boek. Waarom die foto op de cover?
Ik vond het een heel mooi beeld. Ik had het gezien op de cover van de Knack. Mijn roman gaat over een journaliste in de glamourwereld die te veel drinkt. Het enige probleem was dat ik het model op de foto te perfect vond. Mijn redacteur heeft mij dan een Vogue-cover met Lizzo, een wat mollige zwarte zangeres getoond. De foto was bewust wazig gemaakt. Zoiets wilde ik, maar dan nog meer, omdat door het drinken van mijn hoofdpersonage Alexa ook voor haar alles wazig wordt. Achteraan in het boek komt Alexa in dezelfde positie terecht en ligt ze daar totaal weerloos. Maar niemand heeft haar lastig gevallen. Dat is de ideale wereld: een vrouw mag zich kwetsbaar opstellen, waarbij ze toch met rust gelaten wordt. Er is geen excuus om iemand lastig te vallen ook al ligt ze daar uitgeteld na een avondje goed uit de bol gaan.

Het motto vooraan in het boek is van Woody Allen: ‘Het maakt niet uit wat waar is, het gaat erom wat er wordt geloofd’. Geldt het motto voor dit boek?
Deze uitspraak heb ik in heel mijn carrière door wel meer machtige mensen horen zeggen. Dat de macht ligt in wat mensen geloven en niet in de waarheid. Eng vind ik dat, wanneer de waarheid er niet meer toe doet. Het gaat zo’n daders over de perceptie. Wat iedereen gelooft vinden ze belangrijk, niet wat er echt is gebeurd. Dus proberen ze leugens of vuil te verspreiden over de slachtoffers. Maar als iemand een leugen vertelt over jou, dan is het heel moeilijk om die te weerleggen. Mensen die als hobby vrouwen, en ook mannen, ambeteren, 20 jaar lang, dat zijn op zijn minst narcisten. Zo’n figuren spelen spelletjes en proberen niet alleen de tegenpartij slecht te maken, maar ook hun collega’s en zelfs hun vrienden. Alles wat de aandacht afleidt van henzelf, daar gaan ze voor. Het enge is dat narcisten niet meer in staat zijn tot diepere emoties, ze hebben nul empathie. En velen geloven de leugens die ze verspreiden omdat ze het charmant kunnen brengen.

Zit er veel van jouw leven in het boek?
Ja, ik ben opgegroeid in de showbizz. Mijn vader was hoofdredacteur van Dag Allemaal. Als klein meisje ging ik mee naar optredens en interviews. Hij heeft nog hele grote namen geïnterviewd zoals David Bowie en ABBA. Ik heb alles in de backstage meegemaakt en later heb ik zelf gewerkt als journalist. Nu zit mijn man, Jelle De Beule, zelf in de acteerwereld. Het is blijkbaar zo een beetje mijn lot om alles vanuit de backstage te bekijken. Als voormalig hoofdredactrice wilde ik in dit boek ook een beeld geven van het feit dat de kleinerende opmerkingen bij de job horen. Er werd ook in onze wereld altijd wat neergekeken op Joepie. Ik heb als vrouwelijke journalist ook altijd gehoord dat een gazet wel serieus was in tegenstelling tot “een beetje schrijven over lippenstiften”. Ik schreef mijn roman mede als een ode aan de vrouwenonderwerpen. Ze mogen er ook zijn. Voetbal doet ertoe, maar kijk, onze lippenstiften zijn een even serieuze business.

In het boek worden de journalisten uitgenodigd naar een filmfestival, waarbij de film ‘Lady Chatterley’s Lover’ de openingsfilm is. Heb je speciaal deze titel gekozen?
Ja, want het boek van D.H. Lawrence veroorzaakte in 1928 een schandaal, door de expliciete beschrijvingen van seks tussen een aristocratische vrouw en een arbeider. Ik vond het een heel mooi boek en ik wilde geen filmtitel verzinnen. Het mocht voor mij geen echte film zijn, maar ook geen fake. Dus heb ik er maar een remake van gemaakt. Het grappige is dat ik vorige week las dat er echt een Britse remake aankomt met Emma Corrin uit “The Crown” in de hoofdrol. Geweldig idee! (lacht)

Je boek doet me ook denken aan de zaak De Pauw, waarvan de rechtszaak in oktober plaatsvindt.
Alle #metoo-verhalen in mijn roman zijn geïnspireerd op verhalen die ik zelf heb gehoord ja, ook uit de Vlaamse showbizz. (lacht) Verder zit er ook een snuifje Weinstein in en ook één eigen ervaring. Als we het hebben over MeToo-daders in het algemeen: van sommige vrouwen wordt online geschreven dat ze met deze mannen “toch een affaire hadden”. Ik snapte die kritiek niet. Dat betekent dus dat alle vrouwen die ooit een affaire hadden, nog jarenlang mogen lastig gevallen worden door een ex?

Ik wou in het boek het verschil maken tussen misschien een immorele affaire hebben en illegaal gedrag. Ik wou niet over goed en slecht schrijven, maar over legaal en illegaal. Narcisten zoals het hoofdpersonage in mijn verhaal proberen iedereen af te leiden, maar je moet bij de les blijven. Ze lekken over hun beste vrienden, collega’s, over de vrouwen die zich verdedigen via de rechtbank. Als buitenstaander, maar vooral als rechter moet hij/zij bij de les blijven.

Wacht verwacht je van de rechtszaak Bart De Pauw?
Dat er naar die vrouwen wordt geluisterd en dat ze worden geloofd. Ze zijn met dertien hé. En dat zijn alleen nog zij die durven getuigen. Met hoeveel moet je zo zijn om te worden geloofd? Ik verwacht dus dat ze zullen winnen. Mochten ze niet worden geloofd, worden we vijftig jaar terug in de tijd geslingerd. Wie durft er dan nog naar een vertrouwenspersoon gaan om het gedrag van een baas aan te klagen? Het gaat hier niet alleen om vrouwenrechten hé. Een werknemer kan net zo goed last hebben van het gedrag van een vrouwelijke baas. Er bestaan ook vrouwelijke narcisten en die zijn dikwijls nog subtieler in hun aanpak.

Vele kunstenaars zijn hoogsensitief. Hoogsensitieve mensen zijn blijkbaar een dankbare prooi voor narcisten? Hoe komt dat?
Ik heb met Nelly De Keye, een narcismecoach, gepraat en zij zegt dat narcisten geen diepere gevoelens hebben, wel de gewone emoties zoals boosheid. Zelfs voor hun eigen kinderen hebben ze geen diepe gevoelens. Het draait alleen om zichzelf. Ze zijn jaloers op mensen die wel heel veel voelen. Het klinkt dus wel logisch. Hoog sensitieve mensen geven veel en spelen dus veel energie kwijt aan een narcist. Het beste is weglopen van een narcist. In mijn boek zegt een van de personages ‘when you know, you go’. Aan het ziektebeeld van een narcist kan niets gedaan worden. Er is geen oplossing voor. Het enigste wat je kan doen is uit hun vizier gaan en vooral niet reageren. De vrouwen die Weinstein aangeklaagd hebben zijn eigenlijk moedig, want zij bleven in zijn vizier en probeerden hem op deze manier te stoppen om geen verdere slachtoffers te maken. Ze doen het voor andere vrouwen. Ook de vrouwen die De Pauw aanklagen steken hun nek uit voor de volgende generatie. Op mijn boek kreeg ik tot nu toe 99% positieve reacties. Veel lezers zijn blij dat dit eindelijk in de aandacht komt.

Je bent niet bang om de hiërarchie onder de journalisten in de kijker te stellen. Als beginnend interviewer was ik me daar niet zo van bewust. Hoe moet ik dit zien?
Als journalist voor Joepie vond ik dit de mooiste job die ik kon hebben. Ik kon naar New York en LA om Johnny Depp en Brad Pitt te interviewen. Ik ging ook naar Parijs en Londen en daar verbleef ik twee dagen, maar moest in feite een half uur iemand interviewen. Ik ging daar dan met mijn Nederlandse collega shoppen. Sommige andere journalisten keken op mij neer omdat mijn interview voor Joepie was. Alsof een tweejarige een goed aangepast, interessant artikel voor Joepie kon schrijven. Met vele van die mannelijke journalisten kwam ik wel goed overeen, het was heel dubbel.

In “Een hele lieve fuck you” heb je het over de ‘excuusguus’. De mannelijke versie van de excuustruus. Bestaat die echt?
Ik heb wel eens een ‘excuusguus’ gebruikt. Ik wilde een idee erdoor krijgen en ik heb toen een jonge mannelijke stagiair gestuurd met mijn idee en dat was direct verkocht. Ik wist, als ik dit zelf zou aanbrengen, dit niet geaccepteerd zou worden. Het is triestig, maar het is zo. Mannen gebruiken ook wel vrouwen. Ik ben zelf nog ‘excuustruus’ geweest. In de Jury van Idool 2011 was ik de ‘excuustruus’. Ik vond het heel tof, maar in feite zou het twee mannen-twee vrouwen moeten zijn. Het woord ‘excuusguus’ bestaat wel echt, ik heb het opgezocht toen ik het boek schreef.

De alcohol stroomt door het boek. Is dit eigen aan de werkomgeving van het hoofdpersonage?
Vroeger was dit zeker zo. Bij sommige persconferenties stroomde de cava al vanaf 11 uur ’s morgens. Toen ik een klein meisje was zag ik met eigen ogen hoe journalisten drank en sigaretten op hun bureau gebruikten. In mijn tijd was dit al niet meer zo. We moesten in het rokerskotje gaan zitten om een sigaret op te steken en drinken gebeurde achteraf. Ik interview momenteel als freelancer. Drinken is dus veel minder aan de orde. In het boek heb ik doelbewust van de vrouwen geen heiligen willen maken. Zij drinken en doen andere dingen die moreel verwerpelijk zijn. Ik heb ook mannen in het kamp van de vrouwen gezet, omdat het niet over mannen tegenover vrouwen gaat. Het gaat over mensen die geconfronteerd worden met een narcist.

‘Bekende koppen komen altijd te laat’, lees ik in het boek. Is dit één van jouw kleine ergernissen?
Wat mij ergerde, was de macht die ze hadden. Soms daagden ze maar op als ze zin hadden. En dat kon, omdat zij beroemd waren. Wij moesten maar wachten, want anders hadden we ons werk niet gedaan. De verhoudingen kloppen niet meer.

‘Bekende koppen willen reclame voor hun shit en wij willen een beetje inhoud voor onze lezers’, vertelt Alexa aan haar bazin. Ligt de relatie tussen journalisten en bekende koppen dan zo moeilijk?
Ik ben waarschijnlijk de enige journalist die een relatie heeft met iemand die op tv komt. Ze zien elkaar regelmatig en toch gebeurt het niet dat een journalist iets begint met een BV. Eigenlijk ken ik mijn man vanuit mijn studietijd. Dus telt het in feite niet. De journalisten zijn de werkmieren en de bekende koppen staan daar boven. Natuurlijk kan je dit niet veralgemenen. Maar er blijft een afstand. Door met Jelle samen te zijn, ben ik wel een grens overgestoken. Ik sta nu ook soms op de rode loper. Ik ken beide kanten en wil dan ook de journalisten goed behandelen.

Een onderwerp dat je ook niet uit de weg gaat is de leeftijd van mannen en vrouwen in een werksituatie. Hoe zie jij dat?
Dat zou anders kunnen, want vrouwen worden bijvoorbeeld vlugger van het scherm gehaald bij het ouder worden, terwijl mannen verder mogen functioneren. Ik heb door deze roman via Instagram ook al veel reacties gehad van vrouwen die het beu zijn dat hun bazen allemaal mannen zijn. Er is nog veel werk aan de winkel om gelijkheid op de werkvloer te krijgen.

Aan het einde van het boek lees ik ‘Elke revolutie heeft haar tijd nodig om door te dringen tot in onze vezels en echt iets te veranderen’. Geeft dit een sprankel hoop naar de toekomst?
Het is dubbel. Voor ons is het misschien te laat, maar voor mijn dochter, die 6 jaar is, kan ik nog helpen om de situatie te veranderen. Ik probeer mijn man en mijn zonen daarvan bewust te maken. Ik zeg dan: ‘Stel je voor dat zij maar 70% zal verdienen wat mannen verdienen, alleen omdat ze een vrouw is’. Dan reageren mijn man en mijn zonen verontwaardigd. Ik wil hen er wel op wijzen dat dit nu zo is. Ik moet wel toegeven dat het in mij ook meer zit om te discrimineren dan ik wil. Mijn man is eigenlijk cartoonist. We verwachtten dat één van de twee zonen zijn talent ook zou hebben. Dit bleek niet zo. Toen mijn dochter geboren werd, waren we daar al niet meer mee bezig. Misschien omdat zij het derde kind én een meisje was. Later bleek dat ze heel mooi en goed kan tekenen. We keken daarvan op. Het zit onbewust in ons. De meeste mensen vinden alles veel te normaal en stellen er zich geen vragen bij. We hebben nog veel werk voor de boeg. En tegelijkertijd mag de slinger ook niet de andere kant uitgaan. Ja, een vrouw versieren mag nog altijd. Graag zelfs. Ook dat zit in mijn roman.

Sylvia, hartelijk dank voor dit openhartig gesprek. Jouw boek heeft mij een blik achter de schermen van de glamourwereld gegeven, maar mij ook doen beseffen dat we inderdaad nog een hele weg af te leggen hebben wat betreft de positie van de vrouwen op de werkvloer.

Door dit boek te lezen ben ik benieuwd naar de #metoo-verhalen die zullen opduiken in de zaak De Pauw en zal ik met veel interesse alle media volgen.

Foto: © Filip Van Roe
Reageer op Instagram @sylviavandriessche

Christel Van Renterghem