Interview Het Gentse Schrijverscollectie - Met Ingrid Verhelst en Martine Muller

2 juni 2022

In de Veldstraat opende de UiTWinkel. Dat vond redacteur Christel Van Renterghem een goed idee, want ze had op haar Uitpas zoveel punten en wist niet wat ze ermee moest doen. Christel: 'Daar zag ik de boeken van Het Gentse Schrijverscollectief en vond ik de inspiratie om een nieuw interview te doen met de grondlegster Ingrid Verhelst en de schrijfster Martine Muller. Zij werkte al mee aan verschillende bundels.'

Hoe is het idee ontstaan van Het Gentse Schrijverscollectief?
Ingrid : Toen ik les gaf bij Wisper was er een groep mensen die niet wilde stoppen met les volgen, hoewel zij eigenlijk geen les meer nodig hadden. Dan heb ik een soort atelierwerking gedaan met op het einde van het jaar een presentatie. We kopieerden de verhalen en maakten daar een bundeltje van. Al snel ontstond het idee om een echt boek te maken. Iedereen legde 100 euro in de pot om de drukker te betalen.

Gents schrijverscollectief

Door de verkoop van de boeken konden ze het bedrag terug verdienen. Bij het eerste boek moest ik toen de verhalen waren geschreven nog op zoek naar een rode draad. Dat was niet eenvoudig. Later staken we de draad er vooraf in, door een thema vast te leggen. Bij het derde boek was dat ‘De Gentse Haven’. De verhalenbundel kreeg als titel ‘Gehavend zicht’. Dat was het leukste project. Ik kreeg medewerking van de stad Gent en het Havenbedrijf. We mochten in fabrieken rondlopen die normaal gezien niet voor het publiek toegankelijk waren, fruitsapboten bezoeken, meevaren met de Volvoboot, meegaan met de havenpolitie. Iedereen die meewerkte, stopten we in een verhaal. Marianne, een van onze schrijfsters, stelde voor om het boek te laten sponsoren, zodat we financieel wat ruimer kwamen te zitten. Jammer genoeg stond Wisper daar niet voor open. Toen hebben we het Schrijverscollectief opgericht met een eigen website. Het Collectief teert nog steeds op de inkomsten van toen, maar we leven dan ook zuinig😉.

Hoe komen de schrijvers terecht in het Schrijverscollectief?
Ingrid : Via mijn lesgroepen. Maar de limiet ligt op 12 schrijvers. Meer is niet werkbaar. De bedoeling is dat iedereen elkaars teksten leest. Iedereen stuurt elkaar bij, iedereen becommentarieert. De kans om bij het Collectief te raken, is klein. Niemand wordt er uit gezet. Het is dus altijd wachten op het moment dat er iemand wegvalt wegens familiale of professionele redenen. Of wegens ‘uitgeschreven’. Ook dat gebeurt soms.

Hoe ben jij ingestroomd?
Martine : Ik had mij ooit ingeschreven voor een beginnerscursus bij Wisper. Ingrid was de docent. Daarna heb ik een atelier gevolgd en Ingrid heeft achteraf gevraagd om lid te worden van Het Schrijverscollectief.

Kan iedereen lid worden?
Ingrid :
Zij die les bij mij volgen hebben voorrang. Iemand die ik niet ken, zal ik niet toelaten zonder toegangsproef. Zelfs dan is het nog moeilijk om iemand te kunnen inschatten.

Martine Muller

Martine : Ik heb in Nederland schrijfcursus gevolgd, daar heb ik niet op een dergelijke manier cursus gekregen zoals hier in Vlaanderen met Ingrid. Zij is gepassioneerd en maakt de lessen leuk. Ingrid brengt de technieken aan in haar lessen, en haar feedback is heel eerlijk en interessant. Daar kan je iets mee doen. Jammer genoeg staat niet iedereen daarvoor open.

Hoe ben jij op het idee gekomen om te gaan schrijven?
Martine : Ik heb altijd heel graag geschreven, reeds van de lagere school. In het middelbaar had ik een leraar Nederlands die mij daarin stimuleerde. Ik deed mee aan een paar wedstrijden. Dat vond ik heel leuk, maar door omstandigheden in mijn privéleven kwam er een tijdlang van schrijven niet veel in huis. Ik woonde ook in Nederland en volgde daar af en toe een schrijfcursus. Maar de docenten waren veel te snel tevreden, alhoewel ik zelf niet het gevoel had dat ik goed presteerde. Toen ik weer naar België kwam, wilde ik opnieuw beginnen en toen …Ingrid : Viel ze op iemand die nooit tevreden was. Martine : Bij haar kreeg ik het gevoel dat ik eindelijk de feedback kreeg die ik nodig had om verder te kunnen.

Hoeveel tijd besteed je nu aan het schrijven?
Martine : Het Schrijverscollectief is een keer om de twee weken. Ingrid : 13 keer op een jaar met uitzondering van de schoolvakanties. Martine : Ik heb een fulltime job. Ik plan tijdens de week enkele uren in om te schrijven. Op maandag, op woensdag en op vrijdag en een keer om de twee weken schrijf ik ook op zaterdag- of zondagmorgen.

Ben jij nu bezig met een boek?
Martine : Ik ben bezig met iets, maar ik heb Ingrid alleen nog maar het begin laten lezen. Ze heeft me wel al gestimuleerd om verder te doen. Daarnaast schrijf ik natuurlijk ook voor de verhalenbundel van Het Collectief. Eigenlijk zou ik nog meer tijd willen hebben. Met covid kwam ik door mijn overuren in het ziekenhuis niet aan schrijven toe en werd ik heel onrustig in mijn hoofd. Ik heb het blijkbaar nodig voor mijn geestelijke gezondheid. Er borrelen veel verhalen in mijn hoofd.

Heb je een deadline voor jezelf gesteld?
Martine : De kortverhalen moeten sowieso klaar zijn tegen een bepaalde datum . Ingrid : Volgend jaar in mei komt er een nieuwe bundel uit met als thema ‘ Spoor’. Het thema werd met zijn allen gekozen. Martine : Soms heb je nog schrijfsels liggen die je kan aanpassen aan het thema. Maar leuker is toch iets helemaal nieuw bedenken. Ik heb meestal het hele verhaal in mijn hoofd van begin tot einde, maar als ik aan het schrijven ben komen er nog allerlei zaken bij. Het wordt nooit wat ik eigenlijk oorspronkelijk voor ogen had.

Na het thema moet er ook nog een titel komen voor de verhalenbundel. Hoe komen jullie daarop?
Ingrid : De titel groeit uit allerlei ideeën die voorgesteld worden. Martine: Met zo’n thema kan je alle kanten op. Sommigen vinden dit beperkend, maar dit vind ik juist niet. ‘ Spoor’ biedt oneindig veel mogelijkheden. Ingrid : ‘Dok Noord’ was ook leuk. We hebben toen een gids ingehuurd voor een geleide wandeling. Bij ‘Roggbivv’ hebben we een bezoek gebracht aan de verffabriek van Libert. Voor ‘Weg’ is Alain Remue van de Cel Vermiste Personen komen praten. Dat was heel interessant. Hij is ook op de presentatie van het boek gekomen. In Het Collectief nodigen we geregeld iemand uit om te komen praten over een bepaald thema, zoals Jan Hoet, Herman Brusselmans, Peter Verhelst. Iedere schrijver weet dat schrijven een eenzame bezigheid is en met Het Collectief kunnen we dit doorbreken.

Dok noord

Martine : Als groep kan je elkaar ook stimuleren. Met Ingrid hebben we de rots in de branding, maar ook de stok achter de deur.

Komt er elk jaar een nieuwe verhalenbundel uit?
Inge : Nee, nee. Nu is het een behoorlijke periode geleden, want de mensen wilden aan hun eigen project werken, zoals Martine. Wat voor mij oké was . Achteraf bleek er toch een probleem, want voor hun eigen projecten was er geen enkele deadline. De verhalen deemsterden zachtjesaan weg. Toen kwam er toch opnieuw de vraag om weer een bundel te maken. Dat is meestal een project voor twee jaar. We besteden ook wel wat tijd aan de voorbereiding van de presentatie. Er moet goed en duidelijk gelezen worden, met de juiste klemtonen. Soms worden de verhalen wat bijgestuurd.

Worden jullie als Het Gentse Schrijverscollectief soms uitgenodigd voor bepaalde evenementen?
Ingrid : Geregeld voor portretschrijven. We deden dit op de Prinsenhoffeesten, maar hebben dit ook al op aanvraag in boekwinkels gedaan, in Brugge en Dendermonde. We zitten met onze computers aan een tafel. De mensen mogen met ons komen praten en dan schrijven we een portret. In Dendermonde hadden we een mooie opdracht. In de bibliotheek was er een project waarbij een fotograaf portretten maakte van een twintigtal mensen. Ze wilden daar ook een uitgebreid geschreven portret bij. Daarvoor namen wij interviews af. De foto’s en de uitgeschreven portretten zijn gebundeld in een boekje.

Ik zie mij dat niet direct doen. Is daar een techniek voor?
Martine : Niet iedereen van de groep kan dat. Ik heb in Dendermonde meegedaan. Ik heb interviews afgenomen en het portret thuis geschreven, maar ik merk dat ik het moeilijk heb als ik een portret moet leveren ‘uit het vuistje’. Dan richt ik me meer op de fysieke kenmerken. Ik vind zelf dat ik daar niet zo goed in ben. Enkele jaren geleden deed de kringwinkel Ateljee in de Kortrijksepoortstraat voor Valentijn een avondverkoop van alles wat met erotiek te maken had. Ze vroegen aan Het Collectief om oneerbare voorstellen te schrijven. Toen heb ik mij kunnen uitleven.

Ingrid : Het mooiste project was met het MSK ( Museum voor Schone Kunsten). De schrijvers zochten een schilderij uit, waarbij een verhaal moest komen. Ze hebben de 12 verhalen samen met de foto’s gebundeld. Het boek werd achteraf in een heel mooie uitgave met glanspapier, ingebonden, gekartonneerd uitgegeven en is gepresenteerd in het MSK.

Hoe zien jullie Het Gentse Schrijverscollectief evolueren? Dat jullie boeken meer gelezen worden?
Ingrid : Zal moeilijk gaan, want de Stad Gent heeft heel onze stock opgekocht. Momenteel hebben we dus niets meer. Het zou wel leuk zijn meer volk naar onze presentaties te kunnen lokken. Publiek moet groeien en dat duurt natuurlijk een tijd. Onze presentaties zijn gratis.

Ik zou zeggen aan de lezers van dit interview : ben je nieuwsgierig geworden, ga met je Uitpas naar de winkel in de Veldstraat, want daar liggen de laatste exemplaren. Of leen de boeken in De Krook en laat je meeslepen door de Gentse verhalen van Het Collectief. Ik kijk alvast uit naar de presentatie van het volgende boek.

Martine en Ingrid, hartelijk dank voor het interessante en informatieve gesprek.

Christel Van Renterghem

Weg