Stadsdichters en -raconteurs
Een mens weet nauwelijks wat de mens is.
De dichter weet alles van niets.
Jan G. Elburg
Wouter Deprez is de nieuwe stadsraconteur voor de periode 2020-2021
Wouter Deprez werd in het najaar 2019 unaniem verkozen tot stadsraconteur van Gent. Hij schrijft het verhaal van de stad anno 2020.
Na het tweejarige mandaat van Fulco Ottervanger als stadscomponist koos de Stad Gent in aanloop naar het Van Eyck-jaar deze keer voor een stadsraconteur. Een klankbordgroep van experten koos unaniem voor Wouter Deprez.
De stadsraconteur vertelt het historisch verhaal van de stad en haar inwoners. Hij schrijft het verhaal van de stad anno 2020, waarin het themajaar ‘OMG! Van Eyck was here’ ons meeneemt naar de 15de eeuw. Tijdens deze eeuw kende de stad een economisch en cultureel hoogtepunt. Toen werd de stad ook een vanzelfsprekende creatieplek voor het Lam Gods. Het eigenzinnige, rebelse en creatieve karakter van Gent vond weerklank tot ver buiten de stadspoorten.
Het is de taak van de stadsraconteur om dat verhaal ook de dag van vandaag verder vorm en inhoud te geven, zowel voor Gentenaren als voor bezoekers. Net zoals tijdens de middeleeuwen is Gent ook vandaag een smeltkroes van nationaliteiten. Ook die verbinding leggen is een uitdaging voor de stadsraconteur. Rekening houdend met de persoonlijkheid van de stad worden er bruggen gebouwd tussen verleden, heden en toekomst. De stadsraconteur zal de eigenheid van de stad en haar ruimhartige openheid naar buiten dragen.
De functie lijkt Wouter Deprez op het lijf geschreven. De raconteur zal Gent omarmen. En omgekeerd.
Meer info over Wouter Deprez vind je hier.
David Troch : stadsdichter 2014-2016
David Troch was de vierde stadsdichter van Gent, voor de periode 2014-2016. Hij was unaniem voorgedragen door de eerste stadsdichter van Gent en deskundigen uit het Poëziecentrum, van Behoud de Begeerte en Creatief Schrijven. Zijn opdracht behelste het schrijven van minstens zes gedichten per jaar, bovenop een rol in enkele stedelijke evenementen. Troch volgde de stadscomponist An Pierlé op.
Troch was in 2010 al Gents Ambassadeur van het stadsgedicht. Voor Gedichtendag/-nacht 2011 schreef hij in opdracht van de Gentse bibliotheek het bladwijzergedicht “luisterrijk”. Troch lanceerde bij zijn benoeming als stadsdichter meteen zijn eerste stadsgedicht “Gent en ik”, dat zijn verhouding met de Arteveldestad op scherp stelde.
Bij zijn aantreden riep Troch op om de gedichten van zijn voorgangers en gedichten over Gent te vertalen in elke taal die in de stad Gent te horen is “Hoe mooi wordt het als poëzie grenzen doet vervagen,” stelde hij.
Meer info over David Troch vind je hier, in het dossier en op Literair Gent.
Peter Verhelst : stadsdichter 2009-2011
Na Dick van der Harst als stadscomponist was het in 2009 opnieuw de beurt aan een stadsdichter. Schrijver en dichter Peter Verhelst aanvaardde de opdracht voor de periode van 1 september 2009 tot en met 31 augustus 2011.
Tijdens zijn stadsdichterschap realiseerde Verhelst het project Dromenvanger. Als nieuwe stadsdichter nodigde hij al wie woont, werkt of studeert in Gent uit om een droom neer te schrijven.“Het leek me beter dat Gent zelf schrijft,” verdedigde Verhelst zijn concept bij zijn aantreden als derde stadsdichter van Gent in 2009, "zo worden alle Gentenaars die eraan meewerken een beetje stadsdichter." Het project resulteerde in het dromenboek En toen werd ik wakker : dromen van Gent.
Meer info over Peter Verhelst vind je hier, in het dossier en in Literair Gent.
Erwin Mortier : stadsdichter 2005-2006
Met drie verzen, die integraal deel uitmaken van zijn bundel Uit één vinger valt men niet, vestigde Mortier gedurende zijn periode als stadsdichter de aandacht voor het bewaren en bevragen van ons culturele erfgoed.
Het vers Patrologie/Vaderleer kreeg op zijn vraag een vaste plaats in De Zwarte Doos, de vestiging van het Gentse Stadsarchief en de dienst Archeologie. Het gedicht Babel-Lascaux of de Heilige Hieronymus in zijn studio werd aangebracht in de voormalige locatie van de Gentse stadsbibliotheek aan het Zuidpark. Een derde vers, Onze magazijnen/Depot voor verboden voorwerpen schonk hij aan het STAM. De gedichten trekken een “poëtische boog” over die plaatsen in de stad Gent waar een vorm van erfgoed bewaard wordt: archeologische artefacten en archiefstukken in De Zwarte Doos, verhalen in de bibliotheek, objecten en verhalen die in de musea samenkomen, in dit geval het STAM. Mortier nam van twee jaar stadsdichterschap afscheid met het drieledige gedicht Politique des Poètes, waarin hij de dichters wees op de democratie van de kunst als dusdanig.
Meer info over Erwin Mortier lees je in het dossier en op Literair Gent.
Roel Richelieu Van Londersele : eerste Gentse stadsdichter 2003-2004
In navolging van de Dichter des Vaderlands stelden heel wat steden eigen stadsdichters aan. In Vlaanderen beet in 2003 Antwerpen de spits af, met Tom Lanoye. Nog datzelfde jaar volgde Gent, met de aanstelling van Roel Richelieu van Londersele die hiermee de allereerste stadsdichter van Gent werd. De officiële opdracht bestond erin vier gedichten te schrijven en die voor het Gentse publiek te brengen in vier toonmomenten. Uiteindelijk schreef Roel Richelieu Van Londersele negen gedichten over Gent en de Gentenaars. Het Poëziecentrum presenteerde Richelieu’s Gent in gedichten in 2005 in een bibliofiele doos op posterformaat, in een sierlijke en kleurrijke kalligrafie door de leden van het Gentse Dienstencentrum 'De Regenboog'.
Meer info over Roel Richelieu Van Londerseele vind je hier, in het dossier en op Literair Gent.