Die Geschichte einer Flucht in die Freiheit
'Cerbère' is niet alleen een driekoppig monster dat waakt over de poort van de onderwereld. 'Cerbère' of beter 'Cervera' is ook een aloude drinkplaats van herten, een kleine kaap die zich aan de Middellandse Zee laaft. Cap de Cerbère wordt gespleten door een door mensen bedachte grens, een grens die zich vandaar over de Querroig de Pyreneeën in jaagt. En als je die denkbeeldige lijn bewandelt, zijn er sinds 2020 enkele dingen anders dan anders. Langs de bergpaadjes of moeilijk begaanbare littoral tref je bergjes achtergelaten kleren aan, meestal zo goed als trash, soms tactisch over een tak gespreid. En verder in de maquis verscholen ogen en patrouilles van in hun kogelvrije vesten zwetende agenten, jagend op zij die zich over de lijn durven wagen. Wel te verstaan, zij die dat niet mogen, zij die daarom tot wild zijn verklaard.
Tachtig jaar geleden ging de beweging vluchtelingen de andere kant op, van Frankrijk naar Spanje. Een van hen, die wel de overkant had bereikt, Hannah Arendt, was op zoek naar het graf van haar vriend, de parelduiker Walter Benjamin, hij die de vrijheid niet had gevonden, Walter Benjamin die zich van het leven had beroofd. En over de zoektocht naar de laatste rustplaats van haar vriend schrijft ze aan een andere vriend, Gershom Scholem het volgende: 'Toen we in Portbou aankwamen hebben we tevergeefs naar zijn graf gezocht. Het was niet te vinden. Zijn naam was nergens. De begraafplaats keek uit over een kleine baai aan de Middellandse Zee. Hij bestaat uit terrassen die uit rotsen zijn gehouwen. De kisten zijn in deze stenen muurtjes geschoven. Het is ongetwijfeld een van de mooiste plekken die ik in mijn leven gezien hebben.'
En in dit, inderdaad, wondermooie landschap van oker, groen en blauw, in de bergen die oprijzen langs de Côte Vermeille tussen Cerbère en Portbou, hoopt ook Rolf, een jeugdige Duitse vluchteling het pad naar de vrijheid te vinden. Eerst strandt hij met zijn vader in Marseille, hopend vandaar zijn moeder, die op hen wacht in New York, te kunnen nareizen. Daar in een van de vele bars langs de oude haven horen ze van een uitweg, een pad over de uitlopers van de Pyreneeën, en wagen hun kans. Een knaap niet veel ouder als Rolf, Manuel, gidst hen langs het steile pad naar de vrijheid, maar als die lonkt, slaat het noodlot toe en begint voor beide jongens een nog gevaarlijkere en avontuurlijkere reis.
Met Der Pfad schreef Rüdiger Bertram een gevoelig jeugdboek over de moed en volharding van jongeren die vrijheid zoeken, tachtig jaar geleden of vandaag.
(Cerbère, 9 juli 2021)