Nietsontziende natuurpracht
De legendarische Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf (1858-1940), bekend van onder meer Nils Holgerssons wonderbare reis, was in 1909 de allereerste vrouwelijke laureate van de Nobelprijs voor Literatuur.
In 1891 debuteerde ze met Gösta Berling, een betoverende en soms sprookjesachtige schelmenroman over een plattelandsgemeenschap in de eerste helft van de 19de eeuw.
Lagerlöf beschrijft de vrolijke en tragische avonturen van boeren, edelen en plattelandsmeisjes. Centrale figuur is Gösta Berling, een wegens drankmisbruik uit zijn ambt ontzette dominee, die zich omringt met zes ‘cavaliers’, rondlummelende oud-officieren die hun dagen vullen met drinken en rokkenjagen.
Maar de hoofdrol in dit boek is voor de nietsontziende natuurpracht van het Zweedse landschap, die door Lagerlöf op schitterende wijze aan het woord gelaten wordt.
Synopsis
Een jonge dominee die wegens drankmisbruik uit zijn ambt wordt gezet, weet ondanks veel dramatische gebeurtenissen toch zijn plaats in een Zweedse plattelandsgemeenschap te vinden.