Wat is de waarheid?
Max Temmerman schrijft op de achterflap: “Ik verzin alles. En als u dat niet gelooft, dan hebt u gelijk. Alles wat ik neerschrijf, is gebeurd zoals ik het me herinner. Alles gebeurt zoals ik het mij voorneem.”
Raadselachtig, op zijn minst intrigerend, het was dan ook met enig argwaan dat ik dit boek open sloeg.
De eerste zin: “Een lauwe wind steekt op en doet de kruinen van de canada’s ruisen alsof ze een conversatie voeren. Canada’s zijn ernstige bomen, ze ritselen geen woord te veel.”, greep mij al onmiddellijk bij mij lurven en die argwaan loste gauw op, veranderde in een gedreven leeshonger naar meer. Het verhaal van een jongetje, ‘de ik-verteller als klein manneke?’ zou kunnen gezien de tekst op de achterflap. Die beginzin mondt uit in een prachtig kortverhaal over een ingrijpende herinnering van de alwetende ik-verteller die de lezer doorheen het hele boek een onbetrouwbaar perspectief aanbiedt. Naarmate het boek en de verteller zichzelf blootgeeft als adolescent en volwassene ontstaat er een stevig verband tussen 11 delen of hoe een schrijver zich kan permitteren om schrijver te zijn. Stuk voor stuk kortverhalen waarin de schrijver bekentenissen opvoert als inbreker, omdat dit goed opbrengt maar ook als adrenalinejunk afwisselend met enkel mooie stukken proza en gedichten. De vraag is echter: “Loopt dit goed af?”
Naast die prachtige opbouw zijn die verhalen zo’n blauwdruk van onze samenleving dat ik menig keer glimlachte over een of andere zo herkenbare sociale situatie, decor of interactie tussen mensen.
Dit boek lezen was net als dat ene zuurtje dat ik toen ik jong was opspaarde om er ten lange leste zo lang mogelijk van te genieten en de spijt dat het plots op was.