Onze levens in Londen
’t Zal wel mijn nuchtere kijk zijn op het leven maar ik loop niet zo warm van romantische liefdesverhalen, en al zeker niet in deze melige tijdsperiode, maar als er op de achterflap staat ‘rauw, teder, verlangend, en biedt een rijk en ontroerend portret van een immer veranderende stad’ ga ik toch overstag.
Het verhaal wordt wordt verteld vanuit het wisselende gezichtspunt van twee Ierse immigranten die elkaar ontmoeten in een Londense pub in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Dat wisselend gezichtspunt start met de achttienjarige Milly die met de boot uit Ierland aankomt en werk vindt in een Londense pub, een tijdslijn die start in 1979 en gestaag opklimt naar het heden. Een van haar stamgasten is Pip, een veelbelovende jonge bokser. Zijn verhaallijn start in het tweede hoofdstuk bijna dertig jaar later in 2017 en blijft in het heden lopen, terwijl je via herinneringen zijn verhaal kan opbouwen vordert dat van Milly gestaag. Hij is ontslagen uit een kliniek waar hij jarenlang alcoholmisbruik heeft proberen te overwinnen en met het vooruitzicht dat hij bij zijn oudere broer, een muzikant met wie hij niet overweg kan, moet gaan wonen. In Milly haar verhaal zijn er grote sprongen en gaten die niet meteen worden ingevuld, maar die de aandachtige lezer zelf invult. Uiteindelijk komen die twee verhaallijnen samen in 2017 als Milly 56 is en Pip 60. Twee levens vol gemiste kansen, gebrek aan engagement en onwil om zich te binden.
Voor beide personages geldt dat aspecten van hun voorgeschiedenis pas langzaam in de loop van het boek naar voren komen en het duurt wel even voor je dat aanvoelt, maar eens dat tot je doordringt is het boek nauwelijks opzij te leggen.
Beiden hebben geleden door toedoen van anderen, zaken die zich voordoen in die hiaten van hun levens die niet echt beschreven zijn maar die je al lezend opmerkt. In Milly's geval wordt haar grootste verlies op een hartverscheurende manier verteld, in een vroeg hoofdstuk dat onschuldig komisch lijkt, maar eindigt met de onthulling van een trauma waarvan ze nooit volledig zal herstellen en bij Pip dringt het pas door tot hem naar het eind van het verhaal.
Hoewel die persoonlijke tragedies en de will they/won't they romance tussen de twee centrale personages het emotionele hart van de roman vormen, gebeurt er ook veel meer in de marge. Zoals het een roman met zo'n grote historische reikwijdte betaamt, worden er gebeurtenissen uit de echte wereld aangeroerd. De rode draad is het verval van de versie van Londen waarin we Milly voor het eerst ontmoeten, een Londen waarin gemeenschappen nog floreren en iedereen elkaar lijkt te kennen, terwijl projectontwikkelaars langzaam oprukken, aanvankelijk met een zekere mate van optimisme, naast de overduidelijke hebzucht, maar een euforie dat stevig wordt verbrijzeld door de financiële crisis van 2008, op welk moment Milly letterlijk met de vijand slaapt.
Het Londen waar Pip in opduikt, 2017, lijkt doelbewust gekozen om het dieptepunt te benadrukken dat de stad heeft bereikt na die jaren gedreven door de zucht naar kapitaal en rijkdom. In een gedeelte dat grof en expliciet had kunnen zijn, maar eigenlijk omzichtig en tegelijkertijd messcherp wordt aangepakt, maakt Pip de tragedie van de Grenfell-brand van dichtbij mee. Op dat moment woont hij samen met zijn broer, een muzikant, in een chique appartement in Notting Hill. Zijn broer heeft het moeilijk (zoals zovelen) en Pip houdt zich bezig met het te gelde maken van het pand via Airbnb. Hun problemen in de middenklasse worden overschaduwd door de tragedie die zich verderop afspeelt.
Terwijl de karakters van de twee hoofdpersonen sterk worden neergezet, is Londen altijd aanwezig als een ander personage, een personage dat verschuift en verandert en toch ook fundamenteel hetzelfde blijft, net als de twee hoofdrolspelers. Veel tijd, vooral in de Pip-gedeelten, wordt doorgebracht in de straten van Londen, observerend, hij heeft delen van zijn leven die hij zich niet kan of wil herinneren over hoe hij deze Londense straten heeft gebruikt en misbruikt. Milly, aan de andere kant, heeft een veel kleiner leven geleid binnen de grenzen van de pub met Trish, een ander barmeisje en de prachtig getekende Mrs Oaks, de waardin, en gaat pas naar buiten als het Londen dat ze heeft leren kennen wordt bedreigd door herontwikkeling. De roman vangt op briljante wijze de sluipende impact van gentrificatie en de ervaring van degenen die door de mazen van het net vallen tijdens de zogenaamde vooruitgang van de maatschappij.
Dwyer Hickey slaagt er in om de maar al te bekende thema’s in de Ierse fictie als alcoholisme en misbruik; familie en vrijheid & religie te verweven in een leesbaar, emotioneel meeslepend verhaal over twee mensen die verbonden zijn door een onuitgesproken trauma in over een stad die volop in beweging is.
Synopsis
Het is 1979 als twee Ierse buitenbeentjes elkaar vinden in de uitgestrekte en vaak meedogenloze stad Londen. Milly, een weggelopen tiener, en Pip, een getalenteerde bokser, ontmoeten elkaar in de pub waar Milly een baantje heeft gevonden. Net als Milly worstelt Pip met het verleden, hij zit vol woede en probeert dat te verdoven met alcohol. De liefde tussen hen beiden bloeit, maar lijkt geen kans te krijgen. In de loop van de decennia leiden ze ieder hun eigen leven. Hoewel ze altijd in elkaars gedachten zijn en hun paden telkens kruisen, zijn ze nooit echt samen. Veertig jaar later trekt Milly zich terug in de leegstaande pub, het enige thuis dat ze ooit heeft gekend, terwijl Pip, met T.S. Eliots The Waste Land op zak, door de straten van Londen dwaalt, op zoek naar een manier om zijn verwoeste leven weer op te pakken. Deze prachtige roman over twee levens is het verhaal van de liefde: rauw, teder, verlangend, en biedt een rijk en ontroerend portret van een immer veranderende stad.