‘De enkeling en zijn zuster’ en ‘ Het labyrint’ - Interview met Ann De Bosscher

8 september 2021

De boeken van Ann De Bosscher over het overlijden van haar broer hebben redacteur Christel Van Renterghem echt geraakt, want zij werd de laatste jaren ook met verdriet, rouw en loslaten geconfronteerd. De herkenning was groot.

Op 23 juli 2014 overleed jouw broer onverwachts. Wat heeft dit met jou gedaan?
Na zijn overlijden had ik de indruk dat ik een tweede leven kreeg. Na het telefoongesprek waarbij men zei dat mijn broer gestorven was, voelde ik direct de fysieke pijn in mijn lichaam. Het werd als het ware op de hoogte van mijn hart in tweeën gesneden. Sommige mensen zeggen daarna ‘ik ben voor twee gaan leven’. Dat heb ik niet zo. Ik heb geprobeerd om meer diepgang in mijn leven te krijgen. Ik wilde meer van betekenis zijn. Het verdriet komt met vallen en opstaan, maar dan focus ik mij op mijn broer en vraag me af hoe hij zou willen dat ik verder ga. Als ik hem nog zou tegenkomen in gelijk welke vorm ook , dan hoor ik hem zeggen ‘wel, zus, ik ben fier op u !’. Dat is mijn drijfkracht om verder te gaan. Ik probeer via deze boeken een boodschap mee te geven, zodat andere mensen er iets aan hebben. Ik heb niet de waarheid in pacht, maar de mensen beslissen zelf of ze mijn boeken lezen of niet. Ik heb getuigenissen gegeven in het Rouw -en Verliescafé in Vlaanderen, in een bibliotheek, op de school waar ik les geef. Mijn grote droom is om mensen te helpen bij therapeutisch schrijven en in bibliotheken mensen te helpen bij het zoeken naar boeken die hen troost brengen.

In 2016 komt jouw boek ‘ De enkeling en zijn zuster uit’. Hoe kwam je op het idee om dit te schrijven?
Lezen en schrijven zijn altijd mijn passie geweest, ook als kind. Ik heb schriftjes vol. Ik ging wekelijks naar de bibliotheek; alleen al de geur van oude boeken opsnuiven. Op het moment van het overlijden van mijn broer kon ik niet meer lezen. Het gaf mij het gevoel ‘ ik zit hier nu te genieten in mijn zetel, terwijl mijn broer er niet meer is’. Ik kon het gewoonweg niet meer. Een vriendin zei me dat hij dat niet zou gewild hebben en spoorde mij aan om opnieuw te lezen. Ik wilde dan niet meer gelijk welk boek, maar ik ging op zoek naar literatuur die troost bood. Kort daarna was mijn vader palliatief en toen nam ik de beslissing om voor mijn vader te doen, wat ik niet voor mijn broer had kunnen doen. Ik stopte met werken en ik bleef thuis. Op een dag zat ik een boek ‘de vloedgolf’ te lezen, terwijl mijn vader aan het rusten was. Toen kreeg ik een soort van déjà vu : ik zag mijn broer en ik vertelde hem toen dat ik een wiskundig boek zou schrijven, waarin ik de wiskunde zou uitleggen, zodat mijn leerlingen de leerstof gemakkelijker zouden begrijpen. Ik sloeg het boek dicht, ging naar de keuken en zei tegen mijn moeder dat ik in een boek, het verhaal over mijn broer en mij ging vertellen. Dat is het moment dat ik de klik maakte om het boek te schrijven.

Dit boek is autobiografisch. Jij bent de zuster en jouw broer is de enkeling. Wat bedoel je hier met enkeling?
Op de wereldbol lopen allemaal dezelfde mensen, die kuddebeesten zijn en volgen. Daar is op zich niets mis mee. Die mensen voelen zich heel veilig in die kudde. Een enkeling is eerder iemand die volledig zijn eigen weg volgt, op zijn eigen manier leeft, maar zeker niet op een egoïstische manier. Ze staan in hun eigen kracht en dragen ondertussen zorg voor anderen op een heel unieke manier. Dat is voor mij een enkeling. Iemand die heel alert is, zijn voelsprieten uitsteekt en helpt waar het nodig is, zonder te oordelen en te veroordelen.

Enkeling en zijn

Ben je al dikwijls enkelingen tegen gekomen?
Op mijn school zijn er meer en meer kinderen, die je kan zien als enkelingen. Dat zijn de nieuwetijdskinderen. Zij worden echt niet begrepen. Voor hen is het leven hard tot op het moment dat ze iemand tegen komen die begrijpt hoe ze leven. Dan bloeien die open. Voor de andere mensen zijn de enkelingen, ‘speciale mensen’, excentriekelingen. Maar het zijn juist deze mensen die een vat vol herinneringen achter laten. Mensen wijzen me wel eens op het feit dat ook ik een enkeling ben. Ik krijg dan een glimlach op mijn gezicht en denk bij mezelf: eindelijk, ze hebben me door. Ik ben van betekenis geweest.

Heeft de foto op de kaft daar iets mee te maken?
Ik sta op de kaft. De cowboyhoed die je ziet was de allereerste die hij gekocht heeft. Hij droeg ook heel veel cowboylaarzen en hij had mij ooit gezegd om er ook te kopen. Een maand na zijn overlijden heb ik deze laarzen gekocht. Ik draag die nog altijd, want ze geven mij kracht. Het is alsof ik in zijn schoenen sta. De bank waarop ik zit, staat in mijn tuin. Daarop staat reeds ‘ de enkeling en zijn zuster’ gegraveerd. In Cornwall en Schotland staan er overal banken om met elkaar te praten en troost te vinden. De enkeling zelf is het kunstwerk. Mijn broer had dit gekocht en hij zei dat hij zelf het kunstwerk was. Na zijn overlijden heb ik de kunstenaar Maarten Leyn gecontacteerd. Ik heb hem gevraagd of hij de naam enkeling aan het kunstwerk gegeven had. Dit was totaal niet geval. Mijn broer had de naam dus zelf verzonnen. Hoe meer ik naar het beeld keek, hoe beter ik begon te snappen waarom hij die naam gegeven had. De enkeling staat stevig op zijn voeten, bewandelt zijn eigen weg en laat een afdruk achter op een hele respectvolle manier. Het witte gedeelte is voor mij een ei. Hij draagt het ei, wat wil zeggen : ik draag zorg voor mijn thuis, mijn vrienden, mijn omgeving, zelfs voor mensen die ik niet ken. Waar het nodig is ga ik helpen.

Het boek is een soort gesprek tussen jullie. Je kruipt daarmee in het hoofd van je broer. Was dit niet moeilijk om te doen?
Nee, helemaal niet. Tot op de dag van vandaag kan ik hem nog zien binnen komen, zijn stem horen. Ik weet nog altijd perfect hoe hij zou gereageerd hebben in bepaalde situaties. Let wel, Ik leef niet zoals hij zou geleefd hebben, want ik blijf Ann. Ik reageer anders. Maar vroeger spraken wij over alles. We hadden een hechte relatie. Hij had kunstgeschiedenis gestudeerd en daardoor liet hij mij alle mogelijke vormen van kunst zien. Volgens hem zat de schoonheid van het leven ook in de wereld van de kunst. Door het overlijden van een neef hadden wij al dikwijls gesproken over de dood en het leven na de dood. Mijn broer was wel zeven jaar jonger dan ik, maar voor mij was leeftijd geen punt. Je kan je met iedereen verbonden voelen.

Sommige thema’s bij het overlijden van een persoon ga je niet uit de weg. Bijvoorbeeld , lichaamsuittreding bij overlijden of net-niet overlijden. Dit is niet evident. Heb je dat zelf ervaren?
Ik heb het niet zelf ervaren. Na de dood van mijn neef heb ik daar veel over gelezen en gesproken, ook met mijn broer. In het boek ’De cirkel van het leven’ van Elisabeth-Kübler-Ross komt dit ook voor. Ik zal de laatste zijn om te zeggen ‘dit klopt of dit klopt niet’. Alleen bij het lezen daarover gaf het mij troost. Lichaamsuittreding zou voor sommige mensen een vorm van bevrijding betekenen.

Heeft het ook iets met de ziel te maken?
Ik bekijk de ziel op twee manieren. In het leven heb je de fysieke pijnen en de emotionele pijnen. Bij de emotionele pijnen kan er bijvoorbeeld iemand jou kwetsen, of je wordt geraakt door muziek. Dan zeg je ook ‘ik ben geraakt tot in het diepste van mijn ziel’. Mensen gebruiken dat woord. Als je dit dan betrekt op een persoon die komt te overlijden, dan denk ik dat dit de energie is die overblijft. Het lichaam is er nog, maar het leeft niet meer. De ziel gaat uit het lichaam en dat is dan de energie die over blijft. Dat is het ontastbare. De ziel wordt bevrijd en geeft je leven tot in de oneindigheid. Door mijn hooggevoeligheid was het alsof mijn ziel alleen achter bleef. Daarom was voor mij de bank belangrijk, want dan kon ik tenminste nog één keer met mijn zielsverwant spreken. Zo kon mijn eigen ziel rust vinden, want ik had geen afscheid van mijn broer kunnen nemen.

Je spreekt over hooggevoeligheid. Veel mensen zijn niet op de hoogte . Kan je dit even uitleggen en vertellen in welke mate dit jouw leven heeft beïnvloed?
Als kind heb ik deze term nooit gehoord. Maar toen ik als kind met mijn moeder naar de Delhaize ging, werd ik plotseling heel lastig. Thuis gekomen was alles weer in orde. Als we op schoolreis gingen, was ik daar vooraf zo mee bezig dat ik al hoofdpijn had, of mij minder goed voelde op de dag dat we vertrokken. Kwamen wij ’s avonds weer thuis, dan was alles weer over. Met ouder worden , ontdekte ik dat ik enorm reageerde op geuren, op lawaai, op licht, op energieën van mensen als je gaat winkelen. Als die mensen een goede dag hebben, dan word je opgeladen, maar hebben die een slechte dag, dan kom je leeg thuis. In mijn job als lerares vang ik zowel positieve als negatieve energie op. Als ik ’s avonds thuis kom, moet ik me efkes op de bank leggen, of muziek beluisteren, om mij weer op te laden. Als kind had ik dit ook al. Ik speelde piano. Aan de ene kant is hooggevoeligheid een opgave, maar bijvoorbeeld door naar de muziek te luisteren, kom je weer in je kracht te staan. Het beluisteren voel je intenser. Het graag zien van andere mensen is ook intenser bij hoog sensitieve mensen. Bij het afscheid nemen van dierbaren voelen deze mensen zich verdrietiger.

Is er een leven na de dood?
Leven en dood en dood en leven gaan samen. Later wil ik horen van diegene die me zijn voorgegaan ‘ ik ben fier op jou. Je hebt dat goed gedaan’. Daarom wil ik ook betekenisvol leven. Mijn broer is 39 jaar geworden, maar hij is niet zomaar vertrokken. Zijn leven was voltooid. Mijn broer gaf altijd heel betekenisvolle cadeaus. Op mijn veertigste verjaardag kreeg ik als geschenk het boek ‘ Het beste moet nog komen’ van Fried’l Lesage. Jaren later, toen hij veertig jaar ging worden, vroeg ik hem : ‘Broer, wat denk je? Moet ik nu het boek teruggeven?’ Hij glimlachte en hij zei : ‘ ik denk het niet’. Een paar weken later verongelukte hij, juist geen veertig geworden. Voor mij was dit opnieuw een teken van voltooiing van het leven. Hij liep heel rustig rond. De cirkel van leven en dood vind ik heel mooi. Het lichaam blijft en de ziel vertrekt. Volgens de wetten van de fysica is alles energie, dus ook de zielen. Er is een constante opeenvolging van die zielen. Dat is voor mij een ongelooflijke, mooie gedachte. Ik geloof dus in zielsverwantschap en reïncarnatie. Voor mij is het een troostende gedachte dat zowel mijn broer als mijn vader hier weer rondlopen.

Twee jaar nadien komt jouw boek ‘ Het labyrint’ uit.
Is dit voor jou een logisch vervolg op 'De enkeling en zijn zuster’?
Na een eerste boek komt normaal gezien de vraag van de mensen ‘wanneer komt er een tweede?’, juist zoals met geboorte van een eerste kind. Het was niet direct de bedoeling. Na een tijdje begon er in mijn hoofd wel een tweede verhaal af te spelen, en kwam er een zekere vorm van stress in mijn lichaam in de vorm van gloeiing. Ik wist, wat er in mijn lichaam omging, moest op papier gezet worden. Met dit verhaal wilde ik ook de mensen aanzetten tot therapeutisch lezen. Het kan troost bieden en echt helpen.

Labyrint

Het is een soort dagboek geworden. Is dit fictie of autobiografisch? Door de twee personages van Anna en Wolf heb ik de indruk dat je een zekere afstand wilde creëren.
Het is zeker niet volledig autobiografisch. Alleen de herinneringen aan mijn jeugd en de overlijdens in de familie zijn waar gebeurd, de rest is pure fictie. Daardoor is ook die afstand ontstaan. Ik zou wel eens de reis die Anna gemaakt heeft, zelf willen ondernemen.

Je laat Anna alleen op reis gaan met in haar valies drie boeken en drie brieven. Op elke nieuwe locatie vindt ze een bank, waar ze een gesprek heeft met een onbekende. Is het een soort queeste?
In feite kan je dat wel zeggen. Anna gaat op zoek naar haar innerlijke kind, naar de verbintenis die ze werkelijk heeft met het leven. Dat is het traject dat ze doorloopt, daarbij gesteund door Wolf. Hij stuurt haar op pad. Hij wil twee zaken combineren, namelijk haar passies schrijven en lezen en tegelijkertijd laat hij haar een gesprek voeren met de personages van de drie boeken die hij meegeeft. Zij vertellen haar wat hun levenstaken zijn, waardoor zij na al het verlies haar eigen levenstaak kan terug vinden. Dat is de queeste.

Ik veronderstel dat de drie boeken niet lukraak gekozen zijn. Wat wilde je met de drie boeken aangeven?
Ik heb al heel mijn leven opgekeken naar vrouwen die sterk in het leven staan. Ik voelde als het ware aan dat ik die boeken moest lezen. Elisabeth Kübler -Ross had ik al gelezen. Maar ik wilde alle werken doorworstelen. Ze moest van haar vader boekhouder worden, maar door een brief die ze schreef aan haar juf waarin ze vertelde dat ze dokter wilde worden, en deze haar vader kon overtuigen om haar droom te verwezenlijken, is ze de grondlegster geworden van de palliatieve zorg. Dit vind ik dan ook wow. Ze heeft Anna in mijn boek doen nadenken over leven en dood. Dan heb je Daphne du Maurier. Op het ogenblik dat ik haar biografie ‘ Manderley voor altijd’ geschreven door Tatiana de Rosnay las, had ik het gevoel vanaf de eerste pagina dat het over mij ging. Daphne du Maurier was voor mij een soort thuiskomen in het schrijven en het ontdekken van het feit dat ondanks het vele verlies ze de kracht vond in het schrijven van haar boeken. Als laatste Isabel Allende. Hoe krachtig kan je zijn als je dochter stervende is en je tegelijkertijd het boek ‘Paula’ schrijft ? ‘De som der dagen’ lag bij mij al lang op de kast, maar het duurde tot na het overlijden van mijn broer dat ik het boek vastnam en begon te lezen. Ik wilde eens kijken hoe ze omging met het verlies van haar dochter en hoe zij haar weg vond na het verlies om verder te gaan. Op die basis heb ik die drie boeken gekozen.

Op een bepaald moment droomt ze over een ‘ labyrint’. Wat betekent het labyrint?
Ik leg het systeem van een labyrint uit in het boek. Ik vind het belangrijk dat de mensen op zoek gaan aan de hand van het tekenen of inkleuren van een labyrint. Er is een verschil met een doolhof. Je loopt daarin en je botst tegen een muur en dan kan je alleen terugkeren. Dat betekent in het leven als je ergens tegen botst, je gewoon weer naar het verleden terugkeert. Een labyrint daagt je uit om in het diepste van je ziel te gaan en tijdens het wandelen in een labyrint ga je soms eens dichter naar de kern toe, maar ga je er ook verder van weg, telkens je iets tegenkomt in het leven. De bedoeling is om het probleem telkens opnieuw aan te pakken, zodat je toch weer bij jouw innerlijke kind terecht komt. Je kan daarbij kijken wat je eigenlijk als kind graag deed, wat gaf je ontspanning, wat gaf je liefde.

Wat is de algemene boodschap die je met beide boeken wilde geven?
Bij het eerste boek ‘ de enkeling en zijn zuster’ schrijf ik bij een signeersessie altijd ‘ volg het pad, alleen het jouwe’. Ik probeer dat aan mijn leerlingen mee te geven, nu nog. Ik probeer over mijn broer te spreken, voorbeelden te geven. Doe niet wat de groep wil, volg je eigen pad. Met het tweede boek ‘ het labyrint’ wil ik meegeven dat het mooie van verlies kan zijn dat je jezelf terug vindt in deze wereld. Je krijgt andere prioriteiten. Je gaat bewuster leven.

Ann, dank je voor dit intens gesprek.

Christel Van Renterghem