Debat ‘Writing Against Erasure: Literary Voices from Gaza’ - verslag

11 december 2025

Op 9 december 2025 organiseerde het Human Rights Research Network van de Universiteit Gent, in het kader van de Human Rights Week, het debat ‘Writing Against Erasure: Literary Voices from Gaza. Het vond plaats in Kunstencentrum vierNulvier en bracht schrijvers, studenten en geïnteresseerden samen voor een literaire avond rond stemmen uit Gaza en de kracht van literatuur in tijden van genocide.

Fatena Al-Ghorra en Karim Abu Alroos lazen voor uit hun werk en vertelden over wat het voor hen betekent een Palestijns schrijver te zijn. Brigitte Herremans ging met hen in gesprek.

Fatena keerde recent nog terug naar Palestina. Voor Karim wordt zijn schrijven gevoed door de bijna twintig jaar die hij doorbracht in een vluchtelingenkamp. Verwoesting, zegt hij, is voor hem — en bij uitbreiding voor alle Palestijnen — een geografie geworden die in je geheugen staat gegrift: hoe het ruikt, hoe het voelt, hoe de beelden voorgoed op je netvlies blijven kleven.

Fatena vertelt dat schrijven haar manier was om te blijven, de enige manier om te kunnen blijven ademen. Door mijn schrijven kan ik verwoeste gebouwen opnieuw laten verrijzen, zegt ze. Het is de enige weg om de menselijke ziel te redden, “not only the human soul, but the soul of humanity”.

Karim benadrukt dat het niet om cijfers gaat — zoveel doden, zoveel slachtoffers — maar om wie deze mensen waren: wat ze deden, hoe ze bewogen, wat hun dromen waren. Daarover moeten we schrijven, zodat zij niet uitgewist worden uit de geschiedenis.

Wat is het verschil tussen wat journalisten doen en wat schrijvers doen, vraagt Brigitte.

Journalisten brengen verslag uit vanuit een neutrale positie, zegt Fatena, die zelf ook journaliste is. Ze beschrijven de dingen die gebeuren. Bij literatuur en ook bij andere kunstvormen gaat het om de gevoelens, de geuren, de mensheid. Als schrijvers geven we stem aan de mensen die het drama beleven. Het is ook zo dat elke “ik” van een Palestijnse schrijver een “wij” wordt van het Palestijnse volk.

Ook Karim zegt dat het in essentie is door de samenvoeging van de individuele stemmen met het collectieve Palestijnse verhaal dat de Palestijnse “stem” is ontstaan. Die is er al veel langer dan de huidige genocide duurt. Maar voor elke schrijver is het belangrijk jouw “ik” toe te laten om op te gaan in die collectieve “wij”; we, the Palestinian people.

Fatena vertelt dat “keeping the narrative alive” gewoon deel uitmaakt van het dagelijkse leven in Palestina. Het wordt van generatie op generatie doorgegeven, het is deel van hun DNA.

De schrijvers gaven stem aan deze mensen waardoor je je kan verhouden tot hen, zij vertellen hun verhalen, zij geven hun een gezicht.

Karim vertelt over het vluchtelingenkamp waar hij opgroeide en zegt: Het is de plek die me maakte tot wie ik ben, dus ik kan niet anders dan deze plek blijven voorstellen, vertegenwoordigen, er beelden van brengen of woorden. Ik deel honderden verhalen met de mensen die daar met mij leefden. Ik moet, ik wil deze verhalen vertellen.

Fatena vertelt dat ze onlangs terugkeerde naar Palestina omdat ze zich opnieuw wou verbinden met haar herinneringen. Ze vertelt het vreselijke verhaal dat ze in een ziekenhuis was dat na de ceasefire plots opnieuw werd aangevallen. Fatena breekt en stort in door het afschuwelijke van de ervaring. De dokter daar geeft haar antidepressiva wat ze eerst niet wil maar later toch aanvaardt. Ze vertelt hoe ze zich al na 3 weken plots “oké” voelt. Ik was helemaal “numb” door de medicatie en ik kon “vergeten” wat ik meemaakte. Maar, ik stopte met het nemen van die medicatie want ik wil niet vergeten hoe het was. Ik wil mijn gevoelens niet laten lam leggen. Ik wil ze kunnen uitdrukken in mijn schrijven.

Karim maakt een kritische opmerking over het Westen dat zich vooral buigt over de vraag aan wiens kant het gelijk ligt. Hij zegt: “Vandaag gaat het niet over goed of kwaad, het gaat erom dat het tijd is om actie te ondernemen.”

Ook al worden sommige van hun lezingen gecanceled of worden ze zelf gelabeld als gevaarlijke personen, deze beide schrijvers zullen blijven schrijven want hun bestaan en dat van de vele Palestijnen met hen kan niet weggewist worden.

Tot slot deel ik graag enkele links naar vertaalde werken van Fatena. Voor de eerste Engelse vertaling van Karim Abualaroos’ poëzie moeten we nog even wachten: die verschijnt binnenkort.

Lut Vael
Geschreven op 10 december, dag van de mensenrechten.