Een gesprek met Lieve JORIS

10 november 2023

Redacteur Ria Martens had een gesprek met Lieve JORIS, die voor het symposium ‘Reizen en Thuiskomen’ twee dagen in Gent vertoefde. Dit symposium vond plaats in de Krook op donderdag 26 oktober ll.

Lieve JORIS (°Neerpelt, 1953) ontving talrijke prijzen en onderscheidingen voor haar oeuvre, dat vertaald is in het Engels, Frans, Duits, Spaans, Hongaars, Pools, Noors, Turks en Catalaans. Zij is hiermee een van de meest internationale schrijvers van de Lage Landen.
Het zit in het DNA van Lieve JORIS om te reizen en mensen te ontmoeten. Zij reist met een open blik en ontmoet mensen in hun steeds veranderende politiek-sociale en culturele context. Als ervaringsdeskundige houdt zij de vinger aan de pols en omschrijft het kloppend hart dat voor haar de wereld is.

Buiten heerst een nat herfstweer, in de lobby van het IBIS-hotel is het lekker warm. Lieve stapt op mij af, haar fuchsia kasjmieren pull met diepblauwe sjaal geven haar donkere ogen nog meer cachet.

Dag Lieve, hoe is het symposium gisteren verlopen?
Het is wonderlijk te ervaren dat universitairen je oeuvre analyseren. De dag begon met een aantal lezingen over mijn werk en vervolgens zat ik in een panel met o.a. mijn collega Koen Peeters. Mijn Franse vertaalster Marie Hooghe kon niet komen omdat ze ziek was en Kasper Goethals, die in Israël was voor De Standaard, miste zijn vliegtuig in Tel Aviv. Maar dat werd allemaal elegant opgelost. ‘s Middags kwamen de vertalers aan het woord, had ik een gesprek met hen en sloot Geert Mak af met een laudatio.
[Het Symposium werd georganiseerd door TRACE (Translation and Culture UGent) en het Centrum voor Literatuur in Vertaling (UGent/VUB).]

Het was als een theaterstuk met mooie pauzes en een afsluitend diner.
Het feit dat de sprekers samenhang in mijn werk zagen, versterkt door de opbouw van de dag en de aanwezigheid van de vertalers, maakten het tot een aangename dag. Het was als een theaterstuk met mooie pauzes en een afsluitend diner.

Ik zei aan het einde dat ik in mijn jonge jaren begon aan de studie psychologie, maar de universitaire banken hollend ontvlucht ben (lacht). En dat die dag me weer in vrede bracht met het universitaire leven.

Odile Heynders (Tilburg University) las tijdens haar inleiding een fragment voor uit De melancholieke revolutie, mijn boek over Hongarije. Ik dacht: ‘Heb ik dat geschreven?’ Was ik helemaal vergeten, maar terwijl ik luisterde, herinnerde ik het me weer.

Je mag terecht fier zijn op je oeuvre.
Ja, maar ik heb ook genoeg lessen in bescheidenheid gehad, hoor. Je hoopt, als je voor het eerst vertaald wordt, dat je je plaats zult vinden tussen internationale schrijvers in de boekenkast, maar dat is niet evident. Naarmate je vordert, stuit je op je grenzen. Die lessen in bescheidenheid zijn overigens goed, ze zorgen ervoor dat je geen bubbels in je hoofd krijgt, zoals mijn vriend Marek het noemt.

Was het jaartje psychologie belangrijk voor je werk?
Ik wilde destijds een journalistieke opleiding volgen, maar die bestond niet in België. Omdat ik geïnteresseerd was in mensen, dacht ik dat Psychologie een goed alternatief was, maar dat bleek een misvatting.

Blijft de drang om op reis te gaan bestaan nadat je de autobiografische boeken Terug naar Neerpelt en Hildeke schreef?
Zeker. Nadat een nieuw boek verschenen is, trek ik er doorgaans op uit om rond te kijken. Dit voorjaar was ik drie maanden in Egypte. Het is nog heel pril, maar ik geloof dat er daar misschien iets voor me ligt. Volgende week ga ik naar Cambridge om een Egyptenaar op te zoeken die deel uitmaakt van een groep jongeren die ik er ontmoette. Vooraleer ik terugga naar Egypte wil ik met hem praten om te checken of het klopt wat ik daar meen gezien te hebben. Egypte is zijdelings betrokken bij de oorlog die zich momenteel afspeelt in Israël, ik ben ook benieuwd welk effect dit op hem heeft op.

Een paar dagen geleden was ik in Brussel voor de opname van het zondagochtendprogramma ‘De Jaren’ van Klara, dat op 19 november wordt uitgezonden. De taxichauffeurs hier zijn interessant (haar ogen fonkelen als ze dat zegt), ze komen allemaal uit landen waar ik reisde. Op de heenweg vertelde een Marokkaanse chauffeur me hoe zijn gemeenschap in Brussel over de oorlog in Gaza denkt, op de terugweg raakte ik in gesprek met een Rwandese chauffeur, die me vertelde waarom hij zijn land ontvlucht was.

Toen ik op mijn twintigste verliefd werd op een Palestijn, die me de Arabische wereld heeft binnengeleid, werd ik ook ingewijd in het probleem van de Palestijnen, want Kamal was in Libanon toen de oorlog van 1967 uitbrak en mocht niet meer terug naar zijn geboortestad Jerusalem. Zijn familie raakte na die oorlog verspreid over de hele wereld. Toen ik in Nederland ging wonen en sommige mensen zeiden: ‘Alle Palestijnen zijn terroristen’, wist ik dat dat onterecht was, en dat de Palestijnen die gewapend verzet leverden, dat deden vanwege de omstandigheden waarin ze waren opgegroeid.

Enfin, het zijn ingewikkelde tijden. Je maakt je zorgen om het klimaat, probeert minder te vliegen, laat zonnepanelen op je dak zetten, je bent zuinig met gas en water en dan kijk je naar de televisie en zie je dat Oekraïne en vervolgens ook Gaza worden platgebombardeerd. De Amerikaanse wapenindustrie draait op volle toeren en Amerika stuurt een hoge generaal naar Israël om hun te leren hoe ze een stadsoorlog moeten voeren.

Er is dus nog werk aan de winkel.
Ik ben soms blij dat ik niet meer hoef mee te maken (ze lacht) wat ons allemaal nog te wachten staat.

Je bent zeer geëngageerd, word je daarnaartoe getrokken?
Ja, ik heb tijdens mijn reizen wel mooie landschappen gezien, maar ik was in de eerste plaats geïnteresseerd in mensen. Ik ben een anti-toerist. In de jaren 80 was ik regelmatig in Egypte, maar dit jaar was ik voor het eerst in het zuiden van het land. De tempels en graven in Abu Simbel, Aswan en Luxor zijn prachtig, maar de toeristenindustrie eromheen is ontmenselijkend – ik ben er echt van geschrokken. Driehonderd cruises varen heen en weer op de Nijl, parkeren in de buurt van de tempels, soms wel zeven naast elkaar. De toeristen worden in karren, voortgetrokken door armetierige paarden, naar die tempels gereden. In de Tempel van Horus in Edfu werken op een dag wel zesduizend gidsen! Egypte heeft het toerisme nodig, maar is er totaal door misvormd. Niets is nog echt. Ik was blij toen ik terug was in Caïro. Twintig miljoen inwoners, continu drukte en lawaai, maar wel echte mensen.

Mijn hele leven ben ik bezig geweest met weg te komen waar ik vandaan kwam en mijn leven zinvol te maken door te werken en te schrijven. Nu is het moment gekomen om de vruchten te plukken van al die reizen en ontmoetingen.
Nadat ik Hildeke, over mijn zus met Down, had geschreven, dacht ik: ik ga niet mijn hele verdere leven alleen maar schrijven, ik wil leven, tijd doorbrengen met mijn vrienden, teruggaan naar plaatsen waar ik eerder was. In die zin ben ik rustiger geworden dan vroeger. Marek en ik gaan om de twee jaar naar de Biënnale in Venetië en wandelen dan twee weken lang van de ene tentoonstelling naar de andere.

Sommige mensen van mijn leeftijd kunnen niet ophouden met werken en vergeten te leven. Werken is ook leven, natuurlijk, maar op hun sterfbed schijnen mensen, als je hun vraagt waar ze spijt van hebben, vaak te zeggen dat ze niet genoeg tijd met hun kinderen of vrienden hebben doorgebracht. Dat zal mij niet overkomen.

Sommige mensen van mijn leeftijd kunnen niet ophouden met werken en vergeten te leven. Werken is ook leven, natuurlijk, maar op hun sterfbed schijnen mensen, als je hun vraagt waar ze spijt van hebben, vaak te zeggen dat ze niet genoeg tijd met hun kinderen of vrienden hebben doorgebracht. Dat zal mij niet overkomen.
Mijn hele leven ben ik bezig geweest met weg te komen waar ik vandaan kwam en mijn leven zinvol te maken door te werken en te schrijven. Nu is het moment gekomen om de vruchten te plukken van al die reizen en ontmoetingen. Vorig jaar was ik drie maanden in de Verenigde Staten, waar ik van mijn 19e tot mijn 21ste woonde, om de vrienden te bezoeken met wie ik destijds veel tijd doorbracht. De een is getrouwd en heeft kinderen en kleinkinderen, de ander is nog steeds alleen. Ik ging op zoek naar een vroegere geliefde, die al even langskwam in Terug naar Neerpelt. Daar heb ik een verhaal over geschreven.

En hoe is dat weerzien meegevallen?
Lees maar – het verschijnt later dit jaar in Zuurvrij, het blad van het Letterenhuis.

Meer info over Lieve Joris: https://nl.wikipedia.org/wiki/...

Ria Martens
vrijdag 27 oktober 2023