Een greep uit Het Betere Boek 2021

11 oktober 2021

VR installatie Rozsypne – Lisa Weeda
Slam poets Hind Eljadid, Inke Gieghase en Lisette Ma Neza rond Ik denk, dus ik ben
Debat Rachida Lamrabet – Christophe Vekeman
Uitreiking De Bronzen Uil

Zaterdag 9 oktober vond Het Betere Boek plaats op vijf locaties in Gent. Er vond een overvloed aan interessante debatten, gesprekken e.d. plaats. Zo ging ik in De Krook naar de VR installatie Rozsypne van Lisa Weeda. Met een VR bril en koptelefoon op mocht ik rondlopen op een 16tal m². Ik liep ‘live’ in een prachtig zonnebloemenveld. Boven me een prachtige blauwe hemel. Ik bevond me in het dorpje Rozsypne in Oekraïne. Het was 17 juli 2014. Plots was ik in het kleine, eenvoudige, maar gezellige huisje van een oude vrouw. Ik kon haar spulletjes zien, maar ik hoorde ook haar zorgen. Haar kinderen hadden geen werk meer, er vielen overal kogels, er moest geschuild worden in de kelder. Toen was ik buiten samen met de oude vrouw. We waren in het zonnebloemveld. Maar de zonnebloemen waren verbrand, er lag een in stukken gebroken vliegtuig tussen de zonnebloemen. Er lagen vliegtuigstoelen op de grond, een koffer, een teddybeer. De tekst informeerde me dat alle passagiers van het vliegtuig overleden waren en dat dit kleine dorpje plots niet meer anoniem was in zijn oorlog, maar even wereldnieuws werd door deze vliegramp… Indrukwekkend, door de prachtige kleuren van de zonnebloemen, de oude vrouw met haar kleine huisje en de grote ramp in dat anonieme dorp.

Daarna ging ik naar Liberas, waar de Blauwe zaal voor de gelegenheid omgetoverd was tot het ‘Huis waar alles gezegd kan worden’. Geïnspireerd door Bayt al-Hikma, een beschermde plek voor wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en filosofie in het Middeleeuwse Bagdad, bood deze plek een forum voor belangrijke literaire debatten van vandaag de dag: mag een schrijver zich culturele identiteiten toe-eigenen tbv de fictie? Leidt politieke correctheid tot een nieuw verbod op bepaalde boeken? Verhindert cancel culture het debat?

Rashif El Kaoui modereerde er een mooi programma waar we eerst konden genieten van slam poets Inke Gieghase, Lisette Ma Neza en Hind Eljadid. Zij herwerkten de bekende uitspraak van Descartes ‘Ik denk, dus ik ben’ tot een of meerdere gedichten. Hun vertolkingen waren pareltjes. Tussendoor werden zij geïnterviewd over hun inspiratie, over of een wit iemand een zwart iemand kan vertolken, over hoe je zo authentiek mogelijk blijft, over de nood aan een cancel culture.

Na dit poëtische luik gingen Rachida Lamrabet, voormalig juriste bij Unia en regisseuse van de kortfilm ‘Project Deburkanisation’ en Christophe Vekeman, veel gevraagd schrijver, dichter, recensent en columnist in discussie.

Lamrabet begon met het uitleggen wat cancel culture is. Het staat vnl voor bepaalde zaken niet meer mogen zeggen of er volgen repercussies. Het probleem is dat het ook als een soort wapen gebruikt wordt om een noodzakelijke en legitieme discussie de mond te snoeren. Maar hoe bepalen we wat acceptabel is? Voorheen werd dat bepaald door zij die de macht hadden, nu ook door anderen.

Er is een wettelijk kader: er is de antidiscriminatiewet, er is het verbod op het ontkennen van de holocaust. Die wetten beperken de vrije meningsuiting. Er is echter ook een niet in wetten gegoten ‘fatsoen’ en daarvan zijn de grenzen niet voor iedereen gelijk.

Vekeman vult aan. Cancel culture is een nieuw fenomeen dat een paar jaar geleden ontstaan is en dat enigszins doet denken aan Noord-Korea of het voormalige Duitsland. Hij wil dit echter niet overroepen. Het is niet alsof ‘de jaren ’30 terug zijn’, maar het gaat wel over de morele kwaliteit van de maker van een kunstwerk bvb de huidige situatie waarbij de Singel het beeld van Jan Fabre verwijdert, omdat de man in opspraak is voor seksueel wangedrag. Vekeman benadrukt dat hij dit begrijpelijk vindt. Hij contrasteert het echter meteen met het feit dat tegenwoordig ook romans waarbij bvb de ik-figuur (of één van de personages) racistisch is, worden gecanceld. Hier wordt dus de artistieke vrijheid van de kunstenaar aan banden gelegd. Kunst hoort echter niet veilig maar riskant te zijn volgens Vekeman. Een roman moet net schrijnen, schuren en confronteren.

Lamrabet werpt op dat het ook vaak over legitieme bedenkingen en vragen gaat. Het is gezond dat er een dialoog mag zijn, dat er bevraagd mag worden. Vekeman wijst erop dat een polemiek geen nieuw fenomeen is, maar dat de sfeer via internet tegenwoordig heel snel zeer giftig wordt. Beide erkennen dat columnisten tegenwoordig een heel dikke huid moeten hebben. Vekeman betreurt het dat er volgens hem daardoor tegenwoordig richting een éénrichtingsdenken gegaan wordt in columns als hij vergelijkt met vroeger.

De moderator laat de twee veel ruimte om -de naam van het huis waardig- in alle vrijheid te discussiëren hierover. De behoorlijk pittige discussie toont dat het een maatschappelijk relevant onderwerp is.

Moderator El Kaoui vraagt Vekeman en Lamrabet wat voor hen de taak is van literatuur.

Vekeman ziet hier twee functies. Literatuur moet voor hem de lezer een kwade spiegel voorhouden, zodat de lezer zich ongemakkelijk voelt en aan zelfonderzoek doet. Daarenboven heeft literatuur een sociale functie: literatuur moet de lezer tonen dat die meer gemeen heeft met mensen uit een andere cultuur of sociale laag van de bevolking dan hij zelf denkt en zo empathie creëren.

Ook Lamrabet ziet een dubbele functie. Literatuur is een raam waardoor we naar de wereld kijken. Het is ook de plek waar de schrijver de complexiteit van de wereld uit de doeken doet. Want alles is moeilijk, maar boeiend.

De avond eindigde in de Minard Schouwburg waar uit de shortlist van de zes genomineerde Nederlandstalige debuten de Bronzen Uil werd gekozen en uitgereikt. De publieksjury verkoos er De hemel is altijd paars van Sholeh Rezazadeh, de vakjury viel dan weer voor Lijn van wee en wens van Caro Van Thuyne. Zoals aangestipt werd, was het -ondanks het vreemde coronajaar- een bijzonder kwalitatief jaar met een mooi boekenaanbod. Ondergetekende zat trouwens in de publieksjury en vond de zes boeken uit de shortlist zeer de moeite waard.

Sofie De Braekeleer