Het betere boek: debat in het Huis van licht en duisternis

11 oktober 2021

Ter gelegenheid van het festival Het betere boek op zaterdag 9 oktober was De Krook omgedoopt tot het Huis van licht en duisternis. Er was een Virtual Reality-voorstelling van Lisa Weeda, Rozsypne, over het conflict in Oekraïne, maar doordat de tram veel vertraging had, heb ik die moeten missen. Er was ook een debat met Christophe Busch en Michiel Leezenberg, gemodereerd door Mohamed Ikoubaân. En daarvoor was ik nog net op tijd.

Misschien eerst even de hoofdrolspelers voorstellen. Mohamed Ikoubaân was één van de curatoren van Het betere boek-festival. Hij is directeur van het Nomadisch kunstencentrum Moussem. Moussem is twintig jaar geleden ontstaan als kunstenfestival in de Antwerps-Marokkaanse cultuurgemeenschap, maar is ondertussen uitgegroeid tot een internationaal kunstenplatform met als centraal kenmerk dat de deelnemers een openheid of link hebben met de Arabische wereld. De hoofdzetel is tegenwoordig in Brussel.

Christophe Busch was tot 2019 directeur van de bekende Kazerne Dossin, maar leidt sindsdien het Hannah Arendt Instituut voor diversiteit, stedelijkheid en burgerschap. Hij is gespecialiseerd in radicalisering, en werkt vaak als adviseur voor de overheid.

Christophe busch 2

Michiel Leezenberg is filosoof en werkt als docent aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde over taal, democratie en geweld in de Griekse tragedie, maar is toch vooral bekend als islam-specialist. Hij schreef boeken over islamitische filosofie, en werkte in het Midden-Oosten en Afghanistan.

Het zou te ver leiden om het debat samen te vatten. Het was trouwens eerder een gesprek dan een debat. De beide sprekers, én de moderator, vulden elkaar aan.

Michiel leezenberg 2

Toen Ikoubaân het gesprek opende door te vragen naar de rol en het belang van taal en woorden wees Leezenberg erop dat we islam meestal verbinden met het Arabisch, maar de islam is verspreid over vele taalgebieden. Bovendien is er meer dan alleen de Koran: de verzen van de Perzische dichter-filosoof Rumi, bijvoorbeeld, zijn voor heel veel moslims een dagelijkse bron van inspiratie. Busch vulde aan met een uitbreiding van het begrip ‘taal’: voor en tijdens (en na) de Holocaust was ook beeldtaal heel erg belangrijk. Niet alleen wat we lezen, maar ook wat we zien doet ertoe.

Het ging ook nog over de verschuiving van een biologisch racisme in de jaren 1930 naar een cultuurracisme vandaag, waarbij beiden opmerkten dat na het taboe van kort na de Tweede Wereldoorlog plotseling heel veel elementen van de taal van die jaren 1930 terugkeren. Busch verwees naar de term ‘omvolking’; Leezenberg stelde dat veel stereotypes weer mainstream geworden zijn.

Na thema’s als Verlichting, referentiekaders, de rol van sociale media, en diversiteit sloot Ikoubaân de discussie met de vraag of onze (westerse) ideeën van mensenrechten en democratie wel zo superieur zijn als we graag geloven, en zoals in onze media impliciet steeds aangenomen wordt. Busch bleef voorzichtig: hij noemde ons denken het minst slechte van wat er is, maar waarschuwde meteen ook voor een nieuw soort van beschavingskolonialisme. Leezenberg pikte daarop in door erop te wijzen dat we niet mogen vergeten dat de wantoestanden in Afghanistan vandaag mede het gevolg zijn van het feit dat dat land jarenlang het slagveld van de Koude Oorlog is geweest, en dat wij, het Westen, daarna collectief de ogen hebben gesloten. Bovendien, merkte hij fijntjes op, staat ook in vele delen van Europa ons model van liberale democratie zwaar onder druk.

Wie naar het debat (dat dus eerder een gesprek was) ging om antwoorden te krijgen, kwam van een kale reis terug. De algemene boodschap was dat het allemaal veel ingewikkelder is dan de media en de politiek ons laten geloven. Maar de boodschap was niet negatief. Er zijn initiatieven om elkaar te leren begrijpen. Dit gesprek was er één van. Maar als u het me toestaat, denk ik dat de initiatieven van buurtwerkers om de pleintjes en sportverenigingen in te zetten (waarover Busch het had) op lange termijn meer effect zullen hebben dan een gesprek onder intellectuelen, hoe interessant dat ook was.

Christophe Madelein