Interview Gentse jeugdauteur Evelien De Vlieger

29 september 2022

Redacteur Jan Matthys interviewde de Gentse jeugdauteur Evelien De Vlieger. Het werd een boeiend gesprek.

Evelien is geboren in Gent, groeide op in Sint-Denijs-Westrem en woont met Hans en hun drie zonen in Zwijnaarde; degelijke Gentse geloofsbrieven dus. Ze ontvangt ons in de gezellige keuken, waar de soep lekker staat te pruttelen.

Hoe begon het ?

Evelien begon aan geneeskunde, maar al snel bleek dat dit niet haar roeping was. Een taalkamp in Bournemouth wees de weg naar Germaanse. Na haar studies ging ze aan de slag in een productiehuis, gespecialiseerd in interactieve tentoonstellingen.

Het keerpunt kwam toen een vriendin haar vroeg om de tekst te schrijven bij haar inzending voor een illustratie wedstrijd. Ze wonnen de wedstrijd niet, maar kregen toch een contract voor zes boeken. En de trein was vertrokken.

Hoe werkt het ?

Evelien schrijft, zoals ze zelf zegt, voor kleine en grote kinderen. In haar bibliografie vind je een grote verscheidenheid die gaat van prentenboeken, over eerste lezers en jeugdromans tot een non-fictie boek voor volwassenen.

Ze schrijft traag en precies, en is op haar best als ze daarvoor de tijd krijgt. Zo kan het gebeuren dat een boek een aantal jaren op het schap blijft liggen, tot het voldoende "gerijpt" is om het af te werken. Omgekeerd hield ze al eens een onvoldaan gevoel over aan een boek dat, onder druk van de uitgever, te snel werd afgeleverd, en de nodige "finishing touches" mist.

Werkbeurzen zijn in deze context belangrijk; zij bieden de nodige ruimte, naast een zekere financiële onafhankelijkheid; van de verkoop van boeken word je namelijk niet rijk als auteur.
De aanvraag voor een werkbeurs is iets waar je als auteur niet slordig mee omspringt; de selectie is streng; je moet er dus wel wat tijd in steken. Een bijkomend voordeel is dan weer dat de aanvraagprocedure de schrijfster verplicht tot reflectie over de projecten die ze plant of waar ze mee bezig is.

Als moeder van drie is het niet altijd een evidentie om de nodige rust en concentratie te vinden. Lopen is een uitlaatklep, het maakt het hoofd leeg, en de goede invallen die ze daarbij krijgt worden meteen genoteerd.
Optredens voor klassen en leesclubs, opdrachten voor columns, het zijn allemaal welkome afwisselingen op de spreekwoordelijke eenzaamheid van de boekenschrijfster, die zo toch in contact kan blijven met de samenleving in het algemeen, en de jeugd in het bijzonder.

Evelien verzorgt ook vertalingen; vooral van informatieve boeken, maar bij voorbeeld ook De neus van Olivier Douzou (naar Gogol), nog steeds haar favoriet. Als je al niet rijk wordt van je eigen productie, dan word je dat nog minder van vertalingen. Het voordeel van vertaalwerk is wel dat je recht-toe-recht-aan kan werken aan een tekst zonder je af te vragen hoe alle stukjes van de puzzel in elkaar moeten passen – dat heeft een ander al voor je gedaan.

En dat het best een klus is, die puzzelstukjes, ervaart Evelien momenteel aan den lijve met een volgend boek, waarin ze eenzelfde gebeurtenis vanuit acht verschillende standpunten beschrijft.

Wat lees je ?

Dit bleek een moeilijke vraag. Bijgehaalde lijstjes van recente lectuur brachten weinig soelaas. Philip Roth was ooit het onderwerp van haar thesis, maar is nadien weggedeemsterd.

De auteurs die ze op haar website vermeldt zijn momenteel niet echt representatief meer.
Enkele jaren geleden werd haar gevraagd naar haar persoonlijke top-5, en ook daar blijkt vandaag niet veel meer van over te blijven. Eigenlijk is dat niet abnormaal – een lijstje is een momentopname, en smaken evolueren. Vandaag staat de Kopenhagen-trilogie van Tove Ditlevsen hoog op de waarderingslijst.

Wat ze wel merkt is een verschuiving in haar lectuur van fictie naar non-fictie, een gevoelige vermindering van het aandeel Engelse literatuur, en recent ook een trend naar vrouwelijke auteurs, zonder dat ze de vinger kan leggen op de oorzaak van die evoluties.

De toekomst

In oktober verschijnt haar volgende boek Toen Raaf links afsloeg (met illustraties van Karst-Janneke Rogaar). En kort daarna volgt dan ook het boek waarover we het eerder hadden – werktitel Onder de brug.

We wensen haar daarbij alle succes toe!

Jan Matthys