Interview met Bert Bergs

3 juli 2021

Stadslezer en redacteur Christel Van Renterghem interviewde thrillerauteur Bert Bergs. Zij was benieuwd naar de thrillers van Bert Bergs. De verhalen spelen zich af in Gent en omgeving. Is hij de ‘Pieter Aspe’ voor Gent?

Jij schrijft onder een pseudoniem. Waarom?
Mijn naam is nogal lang: ‘Robert Vandenberghe’. Bert Bergs is daar een afleiding van én het is een leuke alliteratie. Trouwens, met een B kom ik ook vooraan in het alfabet.

Wilde je niet verhullen dat je professioneel een hoogleraar was die thrillers schreef?
In het begin niet. Ik wilde wel een onderscheid maken tussen professor Vandenberghe en de schrijver Bergs. Bij de lezers lijkt dit weetje in Vlaanderen zelfs contraproductief te werken, maar merkelijk niet in Nederland.

Was schrijven een hobby toen je kind was?
Nee, gek genoeg niet. Het is een evolutie in mij die ik zelf niet begrijp. Ik was als leerling geen uitblinker in opstellen schrijven. En dan volgt een wetenschappelijke carrière, waarbij ik voornamelijk de wiskundige taal van de fysica hanteer. Wel heb ik talrijke cursussen in het Nederlands geschreven, maar dat was allesbehalve literatuur. Daarnaast schreef ik bijdragen in wetenschappelijke tijdschriften in een eenvoudig Engels. Voorts probeerde ik bij het lesgeven mijn Nederlands wat bij te schaven, want met mijn West-Vlaamse wortels kwam het dialect er soms wat door.

Was lezen een hobby toen je kind was?
Nee, zeker niet, want ik was altijd een ongeduldig iemand. Lezen vergt bij mij een zekere mate van geduld. Ik heb wel een hele tijd veel gelezen, meestal misdaadverhalen en thrillers, maar nu is dit weer veel minder.

Bert2

Ben je dan na jouw pensioen zomaar beginnen schrijven?
Ik had plots meer tijd. Vooraf broeide al een verhaal in mijn hoofd. Ik zag een vrouw wachten aan de bushalte. Zij moest dringend in Gent iets doen en zo is het begonnen. In drie weken tijd had ik mijn eerste boek geschreven. Ik had enorm veel fantasie. Trouwens, dat eerste boek, ‘Duivels recept’, heb ik herwerkt en is recent opnieuw uitgegeven. Dit is ook het geval met ‘Pi-algoritme’, dat binnenkort verschijnt. Het vreemde bij mij was dat ik met ouder worden taalvaardiger werd, ook voor vreemde talen. Ik had een project in Caïro en logeerde in een militair hotel. Daar verstonden ze aanvankelijk geen woord Engels. Ik moest dus alles in het Arabisch proberen uit te leggen. Zelfs nu nog herinner ik me de woorden.

Waarom heb je gekozen voor thrillers?
De gemakkelijkste weg om in de literatuur te komen is een thriller, hoewel veel auteurs dit niet graag zullen horen. De klemtoon ligt bij dit genre meer op het verhaal en de spanning. Voorts is het een verlengstuk van mijn wetenschappelijk werk, dat deels neerkomt op fantaseren en vooral steunt op logisch denken. Je moet feiten verzamelen en conclusies trekken. En dat heb je bij een Whodunit. Maar bij een thriller gaat dit nog een stuk verder. Je weet dikwijls al bij het begin wie de dader is, maar het complexe ‘hoe’ en ‘waarom’ worden vervolgens op een spannende manier uitgewerkt. De verschillende verhaallijnen komen aan het einde samen. Bij mij is het zo dat ik begin te schrijven en niet weet waar ik zal uitkomen. Andere genres zou ik zelfs niet kunnen schrijven.

Ik heb de quadrilogie gelezen : ‘30 dagen’, ‘ coke in voorraad’, ‘ kopiekat’, ‘ uit balans’. In deze verhalen vertrek je vanuit de voor jou bekende academische wereld, maar worden we als lezer ook ondergedompeld in duistere, soms onbekende milieus. Hoe kom je erbij om deze milieus te kiezen?
Fantasie en het plezier van het opzoeken, zoals over geheime genootschappen, het drugsmilieu, etc. Ik tracht alles zo realistisch mogelijk weer te geven. Bijvoorbeeld, het boek ‘30 dagen’ begint met een vintage car. Op een dag zag ik op het internet een Buick uit 1953 te koop aangeboden. Dat was mijn uitgangspunt en ik begon te fantaseren. Maar ik check wel of alles wat ik erover schrijf klopt in alle details.

De verhalen spelen zich af in Gent en omgeving. Dit is voor mij als lezer een cadeau, want het is leuk om de plaatsen en straten te herkennen. Je beschrijft dit alles heel accuraat. Hoe doe je dat dan?
Natuurlijk ken ik Gent tamelijk goed, maar ik doe dikwijls mijn opzoekingen vanuit mijn luie zetel. Ik zoek veel op met behulp van internet en vooral via Google Maps. Daarom heb ik een enorm respect voor Jef Geeraerts, die destijds ter plaatse moest gaan en overal informatie moest vergaren.

Bert 1

Ik heb genoten van de verhaallijnen, de prachtige stijl en gedetailleerde beschrijvingen. Ik zag de situaties voor mij. Wat zou je denken van een verfilming?
Ik zit met het probleem dat ik te laat kom met mijn boeken. Momenteel zijn er meer dan honderd actieve misdaadschrijvers in Vlaanderen. En ik heb dan nog een beentje waar ik graag op knaag; oudere mensen worden in onze maatschappij te vlug afgeschreven. Binnenkort zal de leeftijdsgrens nog lager liggen. De technologieboom die we nu kennen, maakt dat de geest bij jongeren sneller evolueert, waardoor de kloof tussen oud en jong alsmaar groter wordt.

Zoals vele grote thrillerauteurs werk je met 2 hoofdpersonages, hier een man en een vrouw. Het zijn wel geen collega’s, de man werkt als journalist en de vrouw bij de politie. Hoe ben je op dit idee gekomen?
Het was de bedoeling dat het twee tegenpolen zouden zijn. Ik ben begonnen met één hoofdpersonage, namelijk de journalist Marc Ackein. Mijn eerste boeken spelen zich deels af in het buitenland en als journalist kon ik hem makkelijk onderzoek laten verrichten in het buitenland. Bijvoorbeeld, de setting in mijn tweede boek was Sofia in Bulgarije. Normaal gezien kan onze politie daar geen onderzoek uitvoeren. In de quadrilogie wilde ik het bij Gent houden en heb ik zo het vrouwelijk personage Sara Vits een politiefunctie gegeven. Deze tegengestelde personages gaven mijn verhalen wat extra peper en zout.

Jammer genoeg heb je aan het einde van de vier boeken één van de twee personages laten sterven. Ik wil hier niet aangeven wie het is, maar zo heb je jezelf de das omgedaan.
Ja, maar ik had het gevoel dat ik slaaf geworden was van die twee personages. Zij schrijven zichzelf. Nu ben ik begonnen met een nieuw hoofdpersonage. Maar het gaat nu inderdaad weer wat moeilijker. Evenwel voel ik de nodige fantasie weer komen.

Bert, ik zou zeggen, laat je fantasie stromen. Ik ben er zeker van dat je weer fantastische verhaallijnen zal tevoorschijn toveren. Ik hoop opnieuw op een reeks met twee hoofdpersonages, totdat zij jou weer tot hun slaaf gemaakt hebben.

Hartelijk dank voor het fijne gesprek.

Christel Van Renterghem