Interview met Lyne Uytterhoeven : Lisse II – Tussen opstand en strop

3 juni 2024

Redacteur Christel Van Renterghem kreeg een mail van Lyne met een uitnodiging voor de lancering van haar derde historische roman: Lisse II – Tussen Opstand en Strop. Het boek gaat over de Gentse opstand tegen keizer Karel V, zijn komst naar de stad in 1540 en de gebeurtenissen die leidden tot de bijnaam van de Gentenaren : de Stroppendragers. Dat was voor mij de aanleiding voor een interview met Lyne. Het boek is een vervolg op haar tweede historische roman: Lisse I – Tussen Slijk en Satijn. Daarom spurtte ik naar De Krook om dit boek te halen en waarom dan ook niet haar eerste historische boek : Nete. Christel: 'Ik zette me aan het lezen…en kon niet meer stoppen. Beide boeken trokken mij volledig in de sfeer van de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd. Ik heb dan ook met ongeduld gewacht op Lisse II.'

Lyne, jouw eerste boeken waren toch kinderboeken? Dochters van het Elfenwoud en Paulfijn Pinguïn.
Dat was oorspronkelijk niet het idee. Ik schreef verhalen. Pas toen ik het besef kreeg om ze misschien uit te geven, ben ik gaan kijken voor welke leeftijd die verhalen waren. Ik had geen doelpubliek voor ogen. Ik schreef om te schrijven. Zo zijn mijn elfenverhalen ontstaan, dertien in totaal.

Lyne

Toen ben ik een cursus ‘kinderboeken schrijven’ gaan volgen bij Sandrine Lambert. De verhalen die ik reeds had, heb ik herschreven in een kindertaal voor kinderen vanaf acht jaar. Paulfijn Pinguïn had ik oorspronkelijk als kerstcadeau voor mijn vader geschreven. Tijdens corona had ik veel tijd en begon ik de tekst te herwerken. Mijn docente, Sandrine, zei mij dat het eigenlijk een mooi prentenboek kon worden. En zo kwam het boek tot stand met prachtige illustraties van haar.

Dan kwam Nete. Een historische roman voor jongeren. Was dat de bedoeling?
Ja, maar niet direct vanuit een bepaald doelpubliek. In 2014 was er de wedstrijd ‘ de Zoute Zoen’ (een manuscriptenprijs voor jeugdboeken in Vlaanderen en Nederland). De opdracht was een jeugdverhaal vanaf 200.000 tekens. Het verhaal van Nete was bijna zo lang en ik wilde dat verder afwerken. Dit was mijn eerste stap in het schrijven van historische romans. Mijn inspiratie vond ik aan het Rauwse Meer in Mol. Ik ben toen gaan kijken welke middeleeuwse gebouwen in de buurt waren, de geschiedenis ervan gaan opzoeken in de gebouwen zelf, via internet en bibliotheken. Met dit verhaal ben ik bij de laatste vijf finalisten geraakt van de wedstrijd ‘ De Zoute Zoen’. Daardoor heeft het boek nog een volledige nieuwe redactie gekregen door Ed Franck, een gekend jeugdboekenschrijver. Ik heb de wedstrijd niet gewonnen, maar zijn redactie heeft mij geholpen om het boek uit te geven. Na uitgave is het genomineerd geweest voor de Kinder-en Jeugdjury (nu de Leesjury) en die prijs heb ik dan wel gewonnen.

Je hebt een prijs gewonnen met een kinderboek. Waarom dan niet verder kinderboeken schrijven?
Ik denk dat mijn boeken samen met mij meegegroeid zijn naar volwassenheid. Het boek over de elfen gaat over mijn kinderjaren. Nete gaat meer over mijn tienerjaren. Zo volgt Lisse eigenlijk mijn jongvolwassen jaren, de periode van mijn opleiding en mijn problemen op het werk. Oorspronkelijk was het boek bedoeld voor young adults, maar uiteindelijk besefte ik dat de thema’s niet alleen in het leven van jong volwassenen, maar ook in dat van ouderen voorkomen.

Jouw boeken zijn doorspekt met historische feiten, details , maar vooral de weetjes vielen mij op. Bijvoorbeeld, de vrouwen gebruikten toen veenmos tijdens hun menstruatie als maandverband.
Misschien is het ook wel omdat ik een vrouw ben. Ik heb er veel tijd ingestoken om alle details in het boek te krijgen. Ik ben een heel organische schrijver. Ik schrijf het verhaal, maar het verhaal schrijft ook zichzelf. Telkens als ik op een vraag stuitte waarop ik het antwoord niet wist, ben ik dit gaan opzoeken. Mijn eerste opzoekplek was internet. Gewoon Google, opzoekterm : menstruatie in de middeleeuwen. Daar vond ik natuurlijk niet veel over. Ik heb meerdere bronnen geraadpleegd tot ik wel zeker was dat ik het juiste gevonden had. Voor andere details ging ik dan verder zoeken in boeken in de bibliotheek : wat was hun kleding, wat aten ze. Vooral de Krook in Gent heeft een schat aan informatie in hun magazijn op de derde verdieping, bijvoorbeeld een volledig boek over Kerstmis in de middeleeuwen. Sommige boeken die ik regelmatig consulteerde heb ik aangekocht. Zo kon ik daarin schrijven, onderlijnen, aanstippen.

In je verhaal komen zowel fictieve personages als echte personen voor. Hoe ben je bij die echte personen terecht gekomen?
Ik wou een boek waarin historische personen voorkomen, alhoewel ik de karakterinvulling niet ken. Ik heb mij zo principieel mogelijk aan de historische feiten gehouden. Bijvoorbeeld Uyttenhove heb ik in het boek Keizer tussen stropdragers van Johan Decavele gevonden. Daarin stond een hoofdstuk over de humanisten, een hoofdstuk over de protestanten en vond ik alle namen, ook deze van de opstandelingen.

De geschiedenis wordt meestal aangeleerd als de geschiedenis van de grote gebeurtenissen, veldslagen, oorlogen, gezien vanuit de leefwereld van de mannen. Jij brengt de gevolgen van deze feiten voor de vrouwen en het gewone volk tot leven. Laat ons zeggen het dagdagelijkse leven. Was dit jouw doelstelling?
Ik wilde de tijd van toen tot leven wekken, de mensen laten rondlopen in hun leefwereld en ontdekken, dat het net zoals nu, een heel veranderende tijd was. Daar wilde ik parallellen uit trekken en lessen uit leren met de boodschap om die fout niet opnieuw te maken. Bijvoorbeeld over de sociale onrust door het stijgen van de basisprijzen, de graanprijzen, terwijl de lonen ongewijzigd blijven. Dan kunnen we de vraag stellen : gaat dit over de zestiende eeuw of over nu?
Veel historische boeken gaan niet over de gewone mens, maar over personen zoals Jacoba van Beieren, Maria van Bourgondië. Ik wilde schrijven over mensen waar we niet veel over weten. Bijvoorbeeld: wat is de impact van het uithuwelijken van een meisje van vijftien jaar uit de oude adel dat gedwongen wordt om te trouwen met een man van 45 jaar.

Een belangrijk naslagwerk was Wijvenwereld van Jelle Haemers, dat voor mij een eye-opener was. Daarin kon ik lezen dat vrouwen uit het gewone volk pas tegen 20 à 25ste trouwden. De titel van Lisse I – tussen Slijk en Satijn verwijst letterlijk naar het leven van beide hoofdpersonages dat begint in het slijk. Maar beiden slagen erin om op hun eigen manier op te klimmen en tussen de satijnen stoffen terecht te komen. De titel van Lisse II -

Tussen 2x

Tussen Opstand en Strop is op het eerste zicht evident : de opstand tegen Keizer Karel met als resultaat de strop voor de Gentenaars. Maar de strop refereert ook naar de verstikkende situatie waarin beide hoofdfiguren terecht komen, het verstikkende van hun omgeving, van hun schuldgevoel.

Jouw boeken getuigen van een grote fantasie, maar ook van precies en accuraat opzoekingswerk. Deze twee lijnen lopen voortdurend door elkaar. Hoe speel je het klaar om tot zo’n verhaal te komen?
Het is een weefwerk waar ik vier jaar over gedaan heb. Vijf jaar heb ik opzoekwerk gedaan en personages ontwikkeld en daarna heb ik die vier jaar zitten weven. Door mij principieel aan de feiten te houden had ik een heel strak korset. Door mezelf deze moeilijke opdracht te geven stond ik voor een grote uitdaging. De opstand doorworstelen had ik heel lang uitgesteld. Daarom is het eerste boek dat zich in Brugge afspeelt dikker geworden dan het tweede. Het eerste boek is de psychologische opbouw van de personages, in het tweede boek is meer actie. Mijn worsteling ging over de vraag : hoe vat ik een gebeurtenis van meer dan drie jaar juridisch geschil en dan nog iets van zes à zeven maanden opstand samen en giet ik dat nog in een verhaal? Ik ben met mijn vader naar de Ardennen geweest, waar hij voor mij gekookt heeft. Het enigste wat ik moest doen was mijn voeten onder tafel steken en schrijven. Op een week tijd met een strak schrijfschema heb ik dan de opstand geschreven.

Hoe lang heeft het geduurd om die twee boeken te schrijven? Je hebt ook nog een dagjob, jouw huishouden, je sociaal leven. Wanneer schrijf je dan ?Tussendoor. Ik werk vier vijfden, dus mijn vijfde dag en in het weekend. Ik had het geluk dat ik in Brussel werkte. Ik zat twee uur per dag de trein. Daar kon ik veel schrijven, herschrijven, herwerken. Negen jaar lang heb ik schrijfcursus gevolgd en in verschillende schrijfclubs gezeten, waarbij ik de opdrachten in functie van mijn boek maakte. Na vijf jaar heb ik alle stukjes die ik al had aan elkaar geschreven. Het schrijven van deel 2 wisselde ik af met het redigeren van deel 1. Het hele verhaal was af op Paasmaandag 2022. En daarna kwam het verder redigeren.

Ik moet zeggen dat het boek Tussen Slijk en Satijn werkelijk midden in de actie van de opstand in Gent eindigt. Ik heb nog nooit zo’n einde van een boek gelezen. Normaal gezien is er altijd een soort afronding. Hoe ben je daarop gekomen?
De twee boeken zijn één verhaal. Maar dat zou een heel dik boek geworden zijn. Ik had het al ingedeeld in twee delen, zodat het eerste boek zich alleen afspeelde in Brugge en het tweede boek in Gent. Uitgeverij Houtekiet stelde voor om het op een ander moment in tweeën te delen. Zo is het een enorme cliffhanger geworden. Het is voor beide personages het donkerste moment in hun leven. Het nadeel is : als je alleen het tweede boek leest, mis je de opstand. Ik raad aan om eerst het eerste en dan pas het tweede deel te lezen. Het werk kan je zien als een middeleeuws tweeluik.

Lisse 1

Je schrijft zo gedetailleerd, zodat ik werkelijk alles kon zien, proeven, ruiken, voelen. Het was een ware onderdompeling van de zintuigen. Hoe ben jij tot die schrijfstijl gekomen?
Dat is de schuld van alle schrijfcursussen die ik gevolgd heb ( lacht). Mijn primaire zintuig is kijken. Ik zie alle details. Ik kreeg heel vroeg feedback : het is altijd maar kijken, kijken, kijken… Ik moest meer over proeven en ruiken in de teksten steken. Zo is dit langzaam in mijn schrijfstijl ingeslopen.

De stijl doet mij denken aan het boek Het parfum van Süskind. In dit boek heeft het zintuig van de geur de bovenhand.
Bedankt voor het compliment, al heb ik dat boek nog niet gelezen, wel de film gezien. Ik heb niet enkel droge, historische boeken doorploegd, maar ook een aantal romans om mij helemaal te kunnen inleven in de leefwereld van mijn personages. Een boek dat er bovenuit steekt qua zintuiglijkheid is Papinette van Kristien Dieltiens, een Antwerpse jeugdauteur. Vooral de zintuigen smaak en geur zijn in het boek overheersend.

Het boek Tussen Opstand en Strop heeft ook een open einde. Mogen we dan nog een derde boek over Lisse verwachten, of misschien meer over de avonturen van een ander personage? Je zou er een soort ‘Zeven zussen’ kunnen van maken.
Ik sluit niet uit dat er misschien nog een spin off komt, maar na tien jaar vanaf het eerste idee in 2014 tot de boekvoorstelling nu in mei 2024 neem ik een schrijfpauze en dan zien we wel.

Lyne, als lezer hoop ik dat de ideeën blijven stromen en dat je vlug opnieuw de onweerstaanbare drang krijgt om de avonturen van Lisse en de andere personages in een derde boek tot leven te brengen. Hou mij op de hoogte!

Christel Van Renterghem

Lisse 2