Jan de Lichte: roman, serie, geschiedenis

25 november 2020

Louis Paul Boon was met Gent verbonden als jarenlange medewerker van de socialistische Gentse krant Vooruit. Op verzoek van hoofdredacteur Richard Minne leverde hij vanaf 25 november 1948 wekelijks zijn Boontje’s bittere bedenkingen in voor de rubriek Het Geestesleven. In 1954 trad Boon als reportageschrijver in vaste dienst. Vanaf november 1959 verschenen zijn befaamde Boontjes – dagelijkse cursiefjes – op bladzijde 2 van de krant. Ook nadat Boon in 1972 op 60-jarige leeftijd vervroegd met pensioen ging, bleef hij zijn “columns” insturen.

In 1957 publiceerde Louis Paul Boon de roman De bende van Jan de Lichte, een avonturenroman over een Vlaamse Robin Hood in de achttiende eeuw (opgedragen aan Richard Minne). Jan de Lichte verzet zich met zijn bende marginalen en criminelen tegen het machtsmisbruik van het corrupte stadsbestuur van Aalst. Hij bekoopt zijn rebellie met de dood. Boon laat de hoop weer oplaaien voor de armoedige bende in De zoon van Jan de Lichte (1961), hoofdzakelijk gesitueerd in Gent en omgeving. Ondanks de maaltijdbedelingen aan de Sint-Pietersabdij en de werkgelegenheid in een Gentse textielfabriek, eindigt ook dit verhaal dramatisch.

Sinds september loopt op de Vlaamse betaalzender Streamz een tv-reeks met de titel De bende van Jan de Lichte, met Matteo Simoni in de titelrol. De reeks is losjes gebaseerd op Boons roman. Ook in de serie is De Lichte een verzetsheld, nog meer dan in de roman. In de reeks draait het voor een belangrijk deel rond de love story van de rebel Jan de Lichte en de adellijke Héloïse Embo (Charlotte Timmers). Daar is in het boek helemaal geen sprake van. Wat meer en duidelijker dan in de roman naar voren komt, is de meertaligheid: de bourgeoisie, met baljuw Baru (Tom Van Dyck) en burgemeester Coffijn (Dirk Roofthooft) op kop, spreekt (gebroken) Frans, maar schakelt vaak over op het Nederlands. Zeker in het begin klinkt het gekunstelde Nederlands van Baru en dat van bourgeois Benoît van Gelderhode (Bruno Vanden Broecke) nogal onnatuurlijk, maar al snel blijkt dat net bij hun rol te passen. En het is wel een beetje vreemd om Aalstenaar Jan de Lichte te horen met Matteo Simoni’s Limburgse tongval: van alle accenten in de serie komt het sappige Gents van Anemone Valcke nog het dichtst in de buurt van het Oost-Vlaams van de bende.

Maar Jan de Lichte heeft ook echt bestaan. De historische figuur was helemaal geen lieverdje, en meer een misdadiger dan een revolutionair. Hij werd veroordeeld voor roof, inbraak en moord. In 1748 werd hij geradbraakt, zo ongeveer de gruwelijkste vorm van terechtstelling die de “verlichte” burger zijn medemens kon aandoen. Hij was toen 25 jaar oud.

In een nieuw boek, De eeuw van Jan de Lichte, gaat historicus Elwin Hofman, samen met een hele groep medeauteurs, op zoek naar de historische achtergronden van de serie (en in mindere mate Boons roman). Daarbij wordt zowel aandacht besteed aan de mode van die tijd (de elegante jurken en de belachelijke pruiken, weet u wel) als aan de beleving van seksualiteit en prostitutie (dat was toen wel even anders dan vandaag in de buurt rond het glazenstraatje), maar ook aan armenzorg, de rol van vrouwen, de functie van gezamenlijk zingen, en de positie van meneer pastoor. En aan criminaliteit uiteraard: in zowel Boons roman als in de serie is de overval op een postkoets door de bende een cruciaal omslagpunt in het verhaal. Daar is echter geen historisch bewijs voor, maar de lijst misdaden van Jan de Lichte is er niet minder indrukwekkend om.

Zo wordt een breed beeld opgehangen van het (Oost-)Vlaanderen van de achttiende eeuw, een periode waar we vaak niet zo veel van weten. Hofman en zijn collega’s doen dat vanuit hun academische expertise, maar slagen erin de hand te reiken naar het brede publiek. Elk hoofdstuk is bijzonder helder en toegankelijk, zonder betuttelend te doen. Hofman en co staan niet met een opgeheven vingertje te zwaaien: “Een historische tv-serie is geen geschiedenisles, en gelukkig maar”, schrijft Hofman. De serie is het uitgangspunt, en met een aanstekelijk enthousiasme gaan de auteurs in op de vraag hoe het nu “echt” zat.

Nu is er dus een roman, een tv-serie, en een geschiedenis van Jan de Lichte. Voor wie eindelijk eens wat meer wil weten over die donkere tijd in onze contreien die we de Verlichting noemen, is er geen excuus meer: lees, kijk, bestudeer!

L.P. Boon, De bende van Jan de Lichte. Een bandietenroman uit de jaren 1700. Geïllustreerd door W.L. Bouthoorn, Amsterdam, Arbeiderspers, 1957.

E. Hofman (red.), De eeuw van Jan de Lichte. Misdaad, verraad en revolutie in de 18de eeuw, Antwerpen, Vrijdag, 2020.

Christophe Madelein