'Mijn zoon, mijn monster' - interview met de Gentse auteur Ingrid Verhelst

25 februari 2021

Onlangs kwam stadslezer en redacteur Christel Van Renterghem via de sociale media in contact met haar vroegere docente creatief schrijven, Ingrid Verhelst. 'Wat was het lang geleden dat ik met bibberende pen mijn eerste schrijfsels uitprobeerde', schrijft Christel. Ingrid werkte toen nog voor Wisper en was bezig aan haar derde roman. In 2014 stampte de Gentse auteur de Schrijfschool Gent uit de grond. Sindsdien heeft ze al veel toekomstige schrijvers begeleid naar hun eerste publicaties. Onlangs kwam haar zevende boek op de markt. Voor Christel een reden om haar te interviewen.

De titel 'Mijn zoon, mijn monster' vind ik heel brutaal. Normaal zou ik verwachten : mijn zoon, een monster. Door twee maal het woord ‘mijn’ te gebruiken, stel ik mij al vragen over de moeder. Doelbewust ? of zoek ik het te ver?

Ingrid verhelst

Mijn werktitel was ‘Irma’; dat vond de uitgeverij te weinigzeggend. Toen koos ik de titel van één van de schilderijen: ‘Zelfportret zonder zelf , vond ik zelf een héle mooie. Te moeilijk, vond de uitgever. Zij stelden “mijn zoon, mijn monster” voor. Eerlijk? Ik vond het aanvankelijk nogal… story-achtig, maar in combinatie met de Januskop kon het wel, vond ik. De dubbele ‘mijn’ gaf een schonere klank aan de zin. Als die ‘mijntjes’ laten vermoeden dat Irma ook niet van de normaalste is, dan vind ik dat mooi meegenomen.

Hoe ben je op het idee gekomen om dit boek te schrijven? Ik neem aan dat dit boek niet autobiografisch of semi-autobiografisch is.
Jammer genoeg zit er meer van mezelf in dan me lief is. Suzy’s verhaal is dat van mij, maar er zijn al meer dan genoeg boeken gemaakt over ‘foute’ mannen en slechte relaties. Daar wilde ik niet aan beginnen. Ik had me al vaker afgevraagd hoe het moest voelen om de moeder van zo’n ‘Labbekak’ te zijn. Dus ging ik voor die uitdaging.

Hoe kom je erbij om dit krantenartikel te gebruiken als basis voor jouw roman? Er staan toch, jammer genoeg, veel gelijkaardige artikels in de kranten?
Voor alle duidelijkheid… dat krantenartikel plukte ik niet uit de krant, dat schreef ik zelf. Ik wilde het verhaal absoluut laten beginnen op het moment dat Irma Labbekak terugziet – en zonder ettelijke bladzijden te verspillen aan voorgeschiedenis. Dat artikel bevat alles wat de lezer moet weten om het verhaal te kunnen volgen, zonder dat ik een hele of halve levensloop moest schetsen.

Een kaft van een boek interesseert mij altijd. Ook binnenin staan er schilderijen van Herman Van Nazareth. Hoe ben je tot de samenwerking met deze schilder gekomen? Zijn dit schilderijen die reeds bestonden? Is dit de stijl die de schilder normaal hanteert?

Herman Van Nazareth

Herman (85) ken ik al meer dan dertig jaar. Verblijft hij in België, dan zien we elkaar geregeld, verblijft hij in Zuid-Afrika, dan zoomen we. Wat je terugvindt in het boek is helemaal zijn vertrouwde stijl (hoogst intrigerend, vind ik zelf) al is hij in de loop der jaren soberder geworden. Vooral zijn vroege werk (jaren 60 en 70) paste wonderwel bij Irma’s verknipte geest, dat vonden we allebei. Hij stelde voor om niets nieuws te laten maken (noch door iemand anders, noch door hem) en een dagje te grasduinen in zijn atelier. Dit was het resultaat…

Het boek leest als een dagboek, maar ik heb zo de indruk dat er meer achter zit. Klopt dit?
Dit vind ik een moeilijke. Ik heb er lang over nagedacht hoe ik het verhaal zou vertellen, welk perspectief ik zou hanteren, en kwam steeds weer terecht bij ‘Irma zelf’. Niet in het minst omdat haar taal voor mij heel belangrijk was. Ik wilde dat ze klonk zoals ze was: een 80-plusser, en die praten doorgaans niet literair. Ik heb uren met mijn ma (zij speelde Irma in de trailer) aan de lijn gehangen om uit te vissen hoe zij de dingen verwoordde. Heel boeiend. Een echt dagboek is het niet naar mijn gevoel, maar het leunt er wel dicht tegenaan. Het was, vond ik, de beste manier om dicht bij Irma te blijven en om makkelijk te kunnen laten zien hoe haar geest aftakelt.

Alles wordt gezien vanuit het standpunt van Irma. Toch komt François , haar overleden echtgenoot, aan het woord door zijn stem in haar hoofd. Wat wil je daarmee bereiken?
François was tijdens hun huwelijk ‘de logica’ en dat blijft hij, ook na zijn dood. Zoals mijn overleden grootmoeder me nog steeds streng toespreekt als ik iets wil doen dat niet door de beugel kan. Irma ‘misbruikt’ François ook op een bepaalde manier. Zij wist – al was het misschien onbewust – meer van zijn zaakjes af dan ze wil bekennen, en kan zichzelf nu schoonspreken met de uitleg dat hij haar die dingen pas na zijn dood heeft verteld.

Regelmatig komt ze terug op de hoeveelheid voorraad die ze opgeslagen heeft. Deze vermindert natuurlijk met de dagen. Toont dit één van haar kleine kantjes aan?

Mijn zoon mijn monster2

Het toont vooral haar angst en verwarring aan, vind ik zelf. Dat tellen is een poging om de situatie onder controle te houden (wat niet echt lukt). Ze heeft uiteraard ook de oorlog meegemaakt – met veel schaarste. Ter info: ook dit komt uit de realiteit. De grootmoeder van mijn ex was elke dag uren bezig met het controleren van haar voorraad – die quasi oneindig was. Na haar dood zijn er honderden kilo’s vervallen voeding naar het stort gebracht.

Irma’s gevoelens omtrent haar zoon vind ik heel wraakzuchtig voor een moeder. Ik ben zelf geen moeder. Spreekt men niet altijd over de onvoorwaardelijke liefde van de ouders voor hun kinderen ?
Ik vraag het me af, Christel. Serieus. Weet je, de liefde voor mijn kinderen voelt als onvoorwaardelijk, maar ik weet echt niet hoe ik zou reageren, mocht mijn zoon Dutroux achternagaan. Ik vrees dat er sleet zou komen op die onvoorwaardelijkheid. En ja, het gros van de moeders is een pak ’ liefhebbender‘ dan mijn Irma, maar precies het feit dat ‘haar soort’ niet zo vaak voorkomt, maakt het boeiend om over haar te schrijven.

Ze heeft voor alle personages een bijnaam, uitgenomen voor haar François. Wat zegt dit over haar?
Eén woord is hier genoeg, denk ik: LIEFDE (en ja, hier wél onvoorwaardelijk!)

Hoe verder ik lees in het boek, hoe meer ik de indruk krijg dat er iets heel verkeerd is met Irma. Ze begint tijdsgaten te krijgen, in haar dagboek komen er dagen voor die in werkelijkheid niet bestaan. Is dit een teken van voortschrijdende dementie?
Voor mij mag het in het midden blijven. Is Irma gek, dement of een combinatie van de twee? Het kan allemaal, maar ikzelf zie het als een combinatie. Alweer heb ik me hier gebaseerd op een situatie die ik zelf heb meegemaakt. Toen mijn vader met een longontsteking naar het ziekenhuis werd gebracht, vertoonde hij dezelfde verschijnselen als Irma. Tijdsgaten en het verleden dat ineens weer levend werd (terwijl het heden niet meer leek te bestaan). Kwam door de shock, zei de dokter, door de verandering van omgeving ook. En dat we ons geen zorgen moesten maken, het zou weer goed komen als hij terug op zijn vaste stek was. En ja, het kwam weer goed. Gedeeltelijk althans. Of het bij Irma weer goed zou gekomen zijn als haar mixer niet was ontploft? Ik denk het niet.

De stijl van het boek zet aan tot verder lezen. Ik heb het dan ook in een ruk uitgelezen. Ik vind het ook heel filmisch geschreven, met mooie persoonsbeschrijvingen . Ik zie de personages en hun handelingen zo voor mij. Zou een verfilming een logische volgende stap zijn?
Voor iemand met mijn naamsbekendheid is het helaas geen logische stap, maar het zou wel fantastisch zijn. Met Chris Lomme als Irma?

Aan de andere kant zie ik Irma zo voor mij op het podium voor haar schilderijen met haar verhaal erbij. Ook een optie?
Al even graag als die film, en al even onhaalbaar, vrees ik. Daarvoor zou ik Brusselmans moeten heten.

Ingrid, je weet nooit wie er het interview leest , nieuwsgierig wordt naar het boek én een fantastisch idee krijgt. Hartelijk dank voor het gesprek. Ik vond het ook heel interessant om eens te horen wat er achter een boek gebeurt, vooraleer het op papier komt.

Christel Van Renterghem