OMG! Van Eyck was here

17 februari 2020

Prachtige tentoonstellingscatalogus omkadert de expositie 'Van Eyck. Een optische revolutie'

Onder het motto OMG! Van Eyck was here presenteert de stad Gent het Van Eyck jaar 2020. Dat doet ze met de campagne Vlaamse meesters 2018-2020: de gehele stad bruist dit jaar van kleurrijke activiteiten.
Het hoogtepunt is de expositie Van Eyck. Een optische revolutie in het Museum voor Schone Kunsten. De kern van de tentoonstelling bestaat uit acht panelen van het Lam Gods-retabel van Hubert en Jan van Eyck. Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium restaureerde het retabel in het museum en verzorgt de bijhorende website Closer to Van Eyck, met beelden in hoge resolutie van voor en na de restauratie. Het uitzonderlijke aan deze expositie is dat bijna de helft van het werk van Van Eyck present is. Veel van de 15e-eeuwse schilderijen - zoals het Arnolfini-portret of het portret van een man met een rode kaproen - zijn te fragiel en te kostbaar om nog te verplaatsen.
Om Van Eycks optische revolutie, met de ongeëvenaarde lichtweergave van details, in een breder perspectief te plaatsen, bracht men Van Eycks werken samen met schilderijen van Italiaanse tijdgenoten.

Bij de tentoonstelling hoort een bijzonder mooie, uitgebreide catalogus; uitgegeven door Hannibal. Het is gelijktijdig een bladerboek geworden als een naslagwerk met essays.

Er zijn prachtige afbeeldingen van (details van) de schilderijen van Van Eyck en er zijn reproducties van schilderijen van zijn tijdgenoten. Ik heb een sterke voorkeur voor het detail van het stadsgezicht uit het Lam Gods. Dit detail toont, in de marge van het sterke religieuze iconografisch programma, het stadsleven met burgers die een praatje maken in een middeleeuws stadscentrum.

Dit realisme is mogelijks verwant aan een eerder werelds motief van de schenkers van het retabelstuk in de Vijdkapel van de Sint-Janskerk, nu de Sint-Baafskathedraal. Joos Vijd en Elisabeth Borluut wilden naast hun vrome intenties waarschijnlijk ook hun rijkdom tonen en hun hoge sociale status etaleren.
De expo eindigt met een zaal prachtige portretten die het individu centraal stellen. Hierbij zijn er niet alleen realistische portretten in driekwartprofiel van edellieden, maar ook van vooraanstaande burgers en collega-kunstenaars.

In de essays in de catalogus bespreken specialisten onder andere de historische context van de familie Van Eyck, de hofcultuur, de luxeproductie, elitaire patronage en sociale distinctie binnen een stedelijk netwerk. Er zijn een 30-tal contemporaine vermeldingen over Jan Van Eyck. Hij kwam uit een kunstenaarsfamilie en werd aangesteld als hofschilder en kamerdienaar van de Bourgondische hertog Filips de Goede voor wie hij ook diplomatieke reizen verzorgde. Opmerkelijk is dat Jan Van Eyck zijn werken signeerde, iets wat in die tijd nog zeer ongewoon was. Hij heeft ook een eigen devies: ALC IXH XAN, of 'Als ich can', wat zoveel betekent als 'Ik doen mijn uiterste best om zo goed mogelijk te schilderen', wat getuigt van een groot zelfbewustzijn en toch ook van een zekere bescheidenheid.

Maximiliaan Martens gaat dieper in op de optica ten tijde van Van Eyck. De schilder had mogelijks kennis van de optische theorieën van de Arabische Alhazen of waarschijnlijker van de deze van John Pecham én hij had gelijktijdig een fenomenale observatievermogen. Van Eyck bereikte een nooit eerder geziene niveau van natuurimitatie in de schilderkunst door nauwgezet te bestuderen hoe het licht wordt gereflecteerd of geabsorbeerd door verschillende materialen zoals edelstenen, parels, bloemen, bomen of een (stads)landschap.
Van Eyck was niet de uitvinder van olieverftechniek, maar hij was wel intens gepreoccupeerd met de optimalisering van deze techniek, onder andere door het toevoegen van siccatieven. Dit bij zowel opake verfbehandeling als in transparante glacislagen.
Vanzelfsprekend wordt er in de catalogus ook dieper ingegaan op de artistieke context en de iconografie.
Het laatste deel van het boek beslaat een dialoog met de Italiaanse tijdgenoten zoals Fra Angelico, Pisanello, Masaccio, Veneziano... die in tempera werkten en gebruik maakten van het mathematische perspectief. Ook de bredere weerglans van Van Eyck in de Europese kunst rond 1450 wordt besproken en Van Eyck tijdens de lange negentiende eeuw.

Bibliotheek De Krook heeft 14 exemplaren van de uitgebreide catalogus Van Eyck in de collectie van de hoofd- en de wijkbibliotheken.

Charlotte Vandamme