‘ Onderuniversum’ - Interview met Pen Stewart

11 november 2021

Een nieuwe uitdaging voor redacteur Christel Van Renterghem. Ze schrijft : 'Ik mag een schrijfster interviewen die een fantasyboek geschreven heeft. Dit genre zal je niet direct terug vinden in mijn bibliotheek. Ik ben nieuwsgierig.'

De titel ‘Onderuniversum’ doet mijn brein in gang schieten. Ik lees ‘ een ondergronds universum waarbij de natuurwetten niet van toepassing zijn’. Wat moet ik mij daarbij voorstellen?
Het is een magische plaats zonder grenzen. Het boek gaat over het doorbreken van begrenzingen op alle niveaus van de samenleving, waardoor de personages verloren lopen. Hun pad ligt bezaaid met obstakels en gevaren en daartussen moeten ze zich een weg banen. Het idee van een grenzeloos universum kwam eigenlijk bij het schrijven. In deze virtuele speeltuin kon ik mijn verbeelding de vrije loop laten.

Daarin lagen Antwerpen en Amsterdam, waardoor mijn boek interessant werd voor beide landen. De kerncentrale van Doel leverde de nodige nucleaire straling. Ik had al een woestijnklimaat, waarbij alles droog gevallen was en ik had de ondergrond. Zo ben ik op het idee van een onderuniversum gekomen.

Ps1

Het leven in 2665 ziet er volgens mij niet zo leuk uit? Kan je dit beschrijven?
2665 is ver in de toekomst, omdat er toch al een paar dingen met de aarde gebeurd zijn, waarbij wetenschappelijk gezien een lange tijd moet overgaan om tot dit resultaat te komen.

Ik had het concept van het boek tien jaar geleden bedacht voor een kort verhaal dat zich in New York afspeelde. Het concept was er dus al : de bovenwereld, de onderwereld, de stofsleuven. Toen had ik mee gedaan voor de Harland -award. Deze prijs is gekoppeld aan de langstlopende korte verhalenwedstrijd voor fantasy, sciencefiction en horror in de Lage Landen. Paul Harland was één van de drijvende krachten voor dit genre in de Nederlandse literatuur. De jury vroeg me, waarom ik het verhaal niet in Amsterdam situeerde. Om mijn concept in Amsterdam toe te passen had ik een droogvlakte nodig, want ik wilde absoluut een wetenschappelijke basis voor mijn verhaal. Dus ging ik met mijn vraag naar een aardwetenschapper: hoe kan ik Europa in woestijn veranderen ? Eigenlijk zou Europa meer in het evenaarsgebied moeten liggen, want de aardas die schuin staat en tegelijkertijd een tolbeweging maakt, zou eigenlijk schuiner moeten staan. Dit kan je doen door de maan weg te nemen, want de zwaartekracht van de maan is een remmende factor. In mijn verbeelding was er dan een grote meteoriet waarbij de maan in één klap verdween. Dat is ook de kracht van fantasy. Dan heb ik in een tijdspanne van 600 jaar die kanteling mogelijk gemaakt, alhoewel dit in realiteit veel langer duurt. Zo had ik een Europa met woestijn, heel warm en 75 % van de getijdenwerking die wegvalt.

De aardwetenschapper had ook bachelor geschiedenis gestudeerd en haar thesis ging over Sparta. Ik was zelf ook bezig met een stadstaat, waarbij sommige burgers rechten hadden en anderen niet. Diegene zonder burgerrechten leefden in getto’s, in armere wijken, in droge grachten. Zo kwam ik bij die termen terecht. Het lezen van die thesis gaf mij verdere inspiratie om gedeeltelijk naar Spartaans model te werken. Ik creëerde een stadsleger. Zo is dan eerst het kort verhaal ontstaan.

Hoe ben je dan tot het boek ‘Onderuniversum’ gekomen?
Ik heb het kort verhaal later uitgewerkt tot een novelle ‘ De distortiaanse linie’. Dit was eigenlijk de opstap naar het boek ‘Onderuniversum’. Die novelle is voor het eerst gepubliceerd in mijn eerste korte verhalenbundel ‘ nanokanaries en olifantenhersenen’. Hij werd in 2015 uitgegeven bij de uitgeverij Het Punt. Mijn goesting om nog meer te schrijven werd groter en toen ben ik er voluit voor gegaan. In 2019 belandde ik op een stand van ‘De Brugse boekhandel’ tijdens FACTS ( de fantasy conventie in Flanders Expo) voor het signeren van mijn eerste boek ‘ Windercode’ en kwam ik naast Sandra Vets te zitten. Zij was uitgeefster bij Hamley Books én vooral zij was geïnteresseerd. Midden de lockdown heb ik een contract getekend. Volgend jaar in oktober 2022 komt er nog een vervolg ‘ De drie Einsteins’.

Je gebruikt woorden die voor mij onbekend zijn : stofsleuven, bovenstraters en nog veel meer. Zijn dit fictieve woorden of is mijn woordenschat te beperkt, of ben ik niet meer mee met de nieuwe woordenschat?
Ik verzin dat gewoon. Dat vind ik het leuke aan fantasy. Ik kan zelf nieuwe woorden, termen en namen bedenken. Ik speel daar graag mee. Als auteur moet ik wel maken dat het vlug duidelijk wordt waarover het gaat. Transparant schrijven is dan ook aan te raden. Door termen te gebruiken waarbij de lezer geen associatie heeft, raak ik de lezer snel kwijt. Bijvoorbeeld in de eerste zinnen is al duidelijk wat die stofsleuven zijn. Informatiespreiding is heel belangrijk, vooral bij dit boek.

In hoofdstuk 2 heb je het over aardaskanteling, voedseltekorten, massamigratie, overbevolking waaraan Nederland ten onder is gegaan. Is dit het toekomstperspectief voor onze maatschappij?
Ik hoop van niet, maar het kan wel. Als we de klimaattendensen zien, weten we al dat er klimaatvluchtelingen zullen komen uit gebieden waar het nog veel slechter zal zijn dan hier. De bosbranden, vulkaanuitbarstingen en overstromingen ( onverwacht ook bij ons) zijn heel beangstigend. Het gaat veel sneller dan ze voorzien hebben. In het begin dacht ik dat mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen daarmee te maken zouden hebben. Maar ik besef nu dat ook mijn kinderen zullen geconfronteerd worden met de gevolgen van de klimaatopwarming. Wij, als oudere generatie, zullen een flexibiliteit aan de dag moeten leggen. Vele generaties voor ons hebben dit niet moeten doen. Het is dan ook een gigantische uitdaging. Maar de mens is eigenlijk goed in het innoveren en ingaan op uitdagingen. Ik heb het gevoel dat we gaan evolueren naar iets totaal nieuw. Nu zijn we eigenlijk parasitair, maar als we willen blijven bestaan moeten we tot een harmonie komen met de planeet, tot duurzaamheid, waarbij het parasitair karakter er eigenlijk uit moet. Zijn we dan nog wel de homo sapiens die we nu zijn, of zijn we al verder geëvolueerd? Ik vind dat we zonder die parasitaire eigenschappen wel een stap verder zitten.

De kerncentrale van Doel ligt al een tijdje ter discussie. Wil je in dit boek daarover jouw mening kwijt? Komt het kwaad daaruit?
Nucleaire straling is een dankbaar element om in fantasy te gebruiken. Daar komen mutaties uit voort en allerlei vreemde dingen. Het is ook refereren naar de jaren dertig. Marvel Comics met Spiderman en Superman waren daar toen al mee bezig. Het is daarom ook een herkenbaar element voor een fantasylezer. Er wordt iets gedaan met de nucleaire straling, zelfs tot bij de Simpsons zien we dat. Voor mij is het iets nostalgisch, het refereert naar die oude verhalen. Het was dus leuk om te doen, maar het was ook praktisch. Doel ligt zo dicht bij een grootstad. Als er iets gebeurt is het voor heel België. Wij zijn er niet op voorbereid, kijk maar hoe weinig mensen de jodiumtabletten bij de apotheker gehaald hebben. Er waren ook geen mondmaskers in het begin van de coronacrisis. Tot nu toe waren er twee kleine aardbevingen in Belgïe, zonder veel schade. Wij verwachten hier geen natuurrampen.

De personages in het boek zijn een mengeling van traditionele figuren, zoals Ferdinand de Bethune, Kludde, het orakel van Delphi, de bokkenrijders en futuristische wezens zoals een aniborg, de dubbelaars en de kwetteraars. Waarom die mix?
Voor mij zit er heel veel nostalgie in dit boek. Sommige figuren zijn referenties naar de boeken van Suske en Wiske. Ik was een enorme fan. Vooral het album ‘ De zwarte madam’ was één van mijn favorieten. Dit verhaal speelt zich af in Antwerpen en daarin komt ‘Kludde’ voor. Bij het zoeken naar de herkomst van fantasy in Vlaanderen kwam ik terecht bij de volksverhalendatabank en zo kwam ik bij Kludde uit. En dan heb je nog het album ‘ De bokkenrijders’. Daarmee ben ik beginnen spelen. Alhoewel wij de grote mythologische concepten zoals bij de Grieken en bij de Noren beter kennen, is fantasy toch wel gefundeerd in onze lokale mythologie. Deze wilde ik in een zeker concept steken, vergelijkbaar met het concept blockbuster in Amerika. Daar nemen ze ook de Griekse mythologie, de indianenlegendes enzovoort en maken ze daar iets compleet nieuws mee. Ik vond dat we dit met onze eigen mythologie en eigen cultuur ook konden doen. Zo komen jonge lezers daarmee in contact.

Tijd speelt een rol. Kim en Julian, de twee hoofdpersonages, vinden elkaar niet omdat ze in verschillende tijdssloten vertoeven. Is dit een verwijzing naar reïncarnatie?
Het is inderdaad een verwijzing naar reïncarnatie. De twee hoofdpersonages zijn tegenhangers van die vreemde wezens, de dubbelaars Dieleman en De Groote. Zij komen uit het verleden en worden aan elkaar gekoppeld, omdat ze alleen niet volledig zijn en apart kunnen leven. Ze zitten aan elkaar vast. Bij Julian en Kim is dit eigenlijk het tegenovergestelde. Ze zijn uit elkaar en ze vinden elkaar niet. Het is een contradictie. De bedoeling is dat de dubbelaars van elkaar loskomen en dat Julian en Kim elkaar vinden.

Geloof je dan in reïncarnatie? Of was het gewoon spielerei in het boek?
Ik sta open voor verschillende concepten. Het kan bestaan, of ook niet. Ik ben agnost, maar ik weet dat sommige dingen niet wetenschappelijk te bewijzen zijn. Ik twijfel dan, maar ik zal het ook niet afschieten als onmogelijk. Dat ligt niet in mijn aard. Er gebeuren veel dingen die we niet kunnen verklaren. Misschien bestaat reïncarnatie wel, maar zijn we nog niet ver genoeg geëvolueerd om het te kunnen zien. We zijn beperkt. De wereld die wij zien, wordt gelimiteerd door ons eigen biologisch concept, onze zintuigen. Veel begrijpen we nog niet over het universum. Het is dan ook leuk om met al deze concepten te spelen.

Het boek gaat over AI (artificiële intelligentie). Hoe zie je dit in werkelijkheid verder evolueren?
Zelf heb ik daar niet zo veel schrik van. Misschien worden we met de tijd een soort hybride. We zullen sowieso in de toekomst implantaten krijgen. Maar we zijn waarschijnlijk nog heel ver verwijderd van een kunstmatig bewustzijn. Dit is dan ook een cruciaal punt. Op het ogenblik dat we een complete identiteit kunnen creëren, zullen er heel veel ethische kwesties in vraag moeten worden gesteld. Stefanie, de aniborg, is een heel dankbaar personage en zal in ‘ De drie Einsteins’ een veel grotere rol spelen. Ze komt voor gelijkaardige dilemma’s te staan.

Julian ziet een wereld met mensen, maar zonder menselijk mededogen, liefde. Is dit het dystopische wereldbeeld waarvoor je wil waarschuwen en is dit niet meer om te keren?
Het is wel om te keren, maar het is wel een dystopisch wereldbeeld.
Ik gebruik niet het echte concept van een dystopie, waarbij een groep underdogs het opneemt tegen een groter regeringsapparaat om die omver te werpen. Dat was een bewuste keuze. Als auteur zijn wij gedachtenplanters. We planten zaadjes en concepten in de hoofden van de lezers. Daarmee kan je natuurlijk iemand op ideeën brengen. In de VS is er de laatste tien jaar veel dystopisch werk geschreven, zoals de Hunger Games, de boeken van Margaret Atwood. Dat heeft invloed achtergelaten op lezers en ik vond het heel confronterend bij de bestorming van het Capitool , waarbij we die bizonman zagen. Die kon rechtstreeks komen uit een fantasy fair. Ik vroeg me dan ook af in welke mate hij beïnvloed is door boeken en verhalen die hij gelezen heeft. Want verhalen zijn immens sterk om beelden en gedachtenpatronen in een lezer te planten. Dat wilde ik dus niet doen. Ik wilde geen heldenoorlog van de underdog tegen het overheidsapparaat. Integendeel, Julian zal beseffen dat er andere manieren zijn om dat aan te pakken. Ik vind het heel belangrijk om aan te tonen dat er andere oplossingen zijn dan geweld.

Heb je dit verhaal met een doelstelling geschreven? Of wilde je gewoon jouw fantasie loslaten?
Ik wil met elk boek een boodschap meegeven. Mensen doen nadenken over bepaalde concepten en ideeën, die in onze maatschappij leven, maar zonder een eigen standpunt in te nemen. Ik wil het gewoon voorschotelen, laten zien waarnaartoe bepaalde ideeën kunnen leiden. Het is aan de lezer om zijn eigen conclusies te trekken. De personages kunnen een opinie hebben, waarbij ik tegenovergestelde visies aan bod laat komen. Zo ontstaan interessante conflicten.

Ik heb gelezen dat je een vurige promotor bent van fantasy en scifi. Hoe ben je daartoe gekomen?
Toen ik kind was, zat dit reeds in mij. Vanaf het eerste leerjaar schreef ik in een schriftje wat ik beleefde op vakantie. In één schooljaar had ik een schriftje vol met allerlei avonturen. Vanaf het tweede en derde leerjaar las ik al fantasy, zoals ‘Het verborgen land achter de kleerkast’ van CS Lewis. Dit was het eerste boek van een serie van zeven boeken. Deze reeks is ook verfilmd. Ik was ook fan van Thea Beckman met ‘kruistocht in spijkerbroek’ en ‘de kinderen van moeder aarde’. Dit laatste verhaal speelt zich in de toekomst af. Het eerste echte volwassen fantasyboek heb ik van mijn grootvader gekregen. Hij was een enorme fantasylezer. Bij grootvader was het altijd Star Wars , Dark Crystal die ik op tv zag. Het eerste boek dat hij mij gaf was ‘het zwaard van Shanara’ van Terry Brooks. Deze schrijver was een beetje de evenknie van Tolkien in de VS. Dat was echt fantastisch om te lezen. Tolkien heb ik pas later gelezen, toen de films uitkwamen. Toen ik twintig jaar was, kwam Harry Potter en die boeken brachten mij weer aan het lezen. Dan kwamen nog Twilight, Steven King met ‘ de donkere toren’-reeks. Dat was echt geniaal. Ik schilderde ook heel veel, maar met twee kleine kinderen lag dit wat moeilijk. Ik ben toen beginnen schrijven en dat was meteen fantasy. Ik geef ook lessen fantasy schrijven en daarin vertel ik dat we onze verbeelding kunnen laten groeien. Onze hersenen zijn flexibel . Onze verbeeldingskracht wordt gevormd door de connecties tussen de verschillende hersencentra. We kunnen deze wel degelijk ontwikkelen. In de afgelopen tien jaar zijn de Chinezen op fantasy en scifi gesprongen om de verbeeldingskracht te laten groeien bij de Chinese bevolking. Vroeger, in een dictatoriaal klimaat, hadden ze liever niet dat de mensen fantaseerden en voor zich zelf dachten. Alle grote visionairs, zoals Elon Musk, Bill Gates wonen in het Angelsaksisch gebied. Dat is geen toeval. Zij zijn allemaal scifilezers. Het idee was : als we iemand hebben met heel veel talent voor verbeelding, zaken doen en ingenieur worden, trainen we zijn verbeelding en worden er zo op jonge leeftijd veel meer verbindingen tussen de hersenen gelegd. Zo wordt deze persoon visionair.

Hoe zie je je toekomst verder met ‘ Onderuniversum’ en phantasy voor volwassenen?
Mijn eerste boek ‘Wintercode’ was fantasy voor volwassenen. Mijn Nederlandse uitgever heeft dit boek gepubliceerd. Binnen het genre was dit een succes. Het was een van de best verkochte boeken van die uitgever op Nederlandstalig gebied. Er zijn veel fantasy boeken in het Nederlands en toch vinden ze ons niet, omdat de pers niet over ons schrijft. Het genre wordt compleet genegeerd in de pers. Ik hoop dat dit in de toekomst zal veranderen. Het is langzaam aan het veranderen, want ik heb onlangs een radio-interview gedaan. Het was wel voor een kleine lokale zender, Radio Zuidrand (Antwerpen). Ik mocht ook in de boekenmarathon komen bij Tom De Cock. Ik was de enige fantasyauteur die erbij zat. Natuurlijk heeft het boek enorme concurrentie gekregen van games, sociale media, internet en film.

Ps3

Penn, het ontbreekt zeker niet aan enthousiasme bij het beantwoorden van mijn vragen. Ik hoop dat fantasy een grotere rol kan spelen in de Nederlandse literatuur. Mij heb je al overtuigd. Ik kijk uit naar het volgende boek in 2022 : ‘De drie Einsteins’. Hartelijk dank voor een zeer leerrijk gesprek.

Christel Van Renterghem