Donker, absurd en ontroerend tegelijkertijd. Verweven fictie en feiten tijdens de Grote Zuivering onder Stalins bewind
Dit is een indrukwekkende roman die de lezer meeneemt naar het hart van de Stalinistische terreur. Centraal staat Pjotr Nesterenko, directeur van het crematorium in Moskou tijdens de Grote Zuiveringen. In 1941 wordt hij gearresteerd en beschuldigd van verraad. Via een reeks van zes verhoren – afgewisseld met flashbacks, herinneringen en zijn gedachten – ontvouwt zich langzaam zijn turbulente levensverhaal: van zijn tijd als soldaat in het Witte Leger en zijn jaren als vluchteling, zijn omzwervingen door Europa, tot zijn terugkeer naar de Sovjet-Unie en zijn positie binnen een dictatoriaal machtssysteem dat tienduizenden, honderdduizenden mensen terechtstelde louter op verdenking en verraad.
Nesterenko richt zich in een dagboekachtige vorm o.a. tot zijn vroegere geliefde Vera – de vrouw die zijn eerste liefde was en van wie hij gelooft dat ze altijd op hem zal wachten. Heden en verleden, waarheid en fantasie lopen in elkaar over: alles is werkelijk voor hem. Terwijl hij in zijn cel zit, gebruikt hij de resterende tijd om uit te puzzelen hoe hij de onvermijdelijke kogel kan ontwijken.
Omdat Filipenko historische documenten, waaronder echte verhoorprotocollen, met fictie verweeft, is het verhaal stevig verankerd in de werkelijkheid en krijgt het een extra, bijna ondraaglijke lading. De scènes waarin Nesterenko zijn lot probeert te bezweren zijn wrang en tegelijkertijd komisch, met precies de juiste dosis humor om het lezen lichter te maken. De structuur met verhoren, dagboekpassages en terugblikken houdt de spanning hoog, al kan deze intensiteit soms ook verwarrend of overladen aanvoelen. Ook worden de passages over het werk in het crematorium minder uitgediept dan je misschien zou verwachten, maar de waanzin van het Stalinisme blijft onverminderd doorheen het hele verhaal hangen.
Een van de grote krachten van de roman is het psychologische portret van Nesterenko. Hij is geen held en geen monster, maar een complexe, ambivalente man: soms opportunistisch, soms angstig, altijd menselijk. Daarmee onderzoekt Filipenko morele dilemma’s: hoe schuldig is iemand die weet te overleven binnen een moorddadig systeem? Zijn sobere, trefzekere taal is doordrongen van ironie en zwarte humor, waardoor de gruwel des te harder binnenkomt.
Ondanks de relatief bescheiden omvang is Cremulator een roman die als een mokerslag binnenkomt. Het boek beukt in op je rechtvaardigheidsgevoel en laat een diepe indruk achter – het blijft lang nazinderen. Bovendien is het niet enkel een aangrijpend portret van een tijdperk van massale onderdrukking en angst, maar ook een roman die parallellen trekt naar onze eigen tijd en, niet in het minst, naar het vroegere Oekraïne als een versnipperde regio zo dikwijls overheerst door wereldse machten.
Auteur Sasja Filipenko (1984), geboren in Belarus en opgeleid in Rusland, is voormalig presentator van een satirisch tv-programma en schreef inmiddels vijf romans. Zijn scherpe kritiek op zowel de Belarussische regering als op Vladimir Poetin maakte hem persona non grata in beide landen. Tegenwoordig woont hij in Zwitserland en reist hij door Europa om de situatie in zijn geboorteland onder de aandacht te brengen.
Met Cremulator kanaliseert Filipenko zijn humor, zijn kritische blik én zijn liefde voor Rusland in een verhaal dat donker, absurd en ontroerend tegelijk is. Het is een roman die confronteert, ontroert en uitnodigt tot reflectie over schuld, verantwoordelijkheid en overleven in een onmenselijk systeem – en die nog lang blijft nazinderen.