Wie is de held in oorlogstijd?
Paulus Hochgatterer (1961), kinderpsychiater in Wenen, presenteert in De dag dat mijn grootvader een held was verhalen die je perfect op zichzelf kan lezen. Toch passen die alle in de lijn van deze intrigerende novelle als bijzondere diamanten in een kunstig gefabriceerd sieraad.
De handeling speelt zich af op het Oostenrijkse platteland tussen 14/3/1945 en 1/4/1945. Slechts twee maartse weken. Op 5/4/1945 pleegt Hitler zelfmoord in zijn bunker in Berlijn. Een 13-jarig weesmeisje Nelli wordt opgenomen door een boerenfamilie. Later wordt ook een ontsnapte Russische krijgsgevangene daar opgevangen. Maar de spanning loopt op als een groepje Duitse militairen de boerderij bezet. Door de ogen van dat kind zien we de absurde impact van oorlog op het eenvoudige leven op een boerderij.
Hochgatterer schrijft sober en filmisch. Hij kan de spanning schitterend opbouwen, zeker ook omdat hij veel aan de verbeelding van de lezer overlaat. De schijnbaar losse verhalen passen eigenlijk als versleutelde puzzelstukjes in elkaar. De voorwaardelijke wijs – de zou-vorm – is bepalend. Telkens laat de auteur twee mogelijke afwikkelingen de revue passeren. Er is enerzijds een ‘normale’ afloop die we eigenlijk als vanzelfsprekend verwachten en zelfs aanvaarden. Anderzijds is er een andere afloop omdat één van de personages een daad van uitzonderlijke moed stelt.
Het boek gaat over angst en verlies, over de waanzin van de oorlog en het toeval. Maar ook over wilskracht en moed, over de verwerking van traumatische ervaringen. En zoals bij elke ingenieus gecomponeerde novelle: zeker twee keer lezen!
Synopsis
In het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog neemt een Oostenrijkse boerenfamilie een gevlucht 13-jarig meisje in huis en later komt daar nog een jonge Rus bij, gevlucht uit Duitse gevangenschap. Als Duitse soldaten de Rus ontdekken, neemt de spanning toe.