Een pleidooi voor het goede
In De meeste mensen deugen ontkracht Rutger Bregman de gedachte dat de mens slecht is van nature. Dit doet hij door grote psychologische onderzoeken te betwisten. Zo komt hij tot de conclusie dat de resultaten van psychologische onderzoeken zoals de Stanford Prison Experiment en de schokmachine van Stanley Milgram gemanipuleerd zijn. De basis van zijn these zoekt hij in de filosofie bij Jean-Jacques Rousseau die stelt dat we diep vanbinnen goed zijn en dat de beschaving ons verpest heeft, wat lijnrecht staat tegenover de stelling van Thomas Hobbes dat de mens van nature slecht is en dat enkel de beschaving ons kan redden van onze dierlijke instincten.
Verder onderzoek wijst uit dat niet het slechte, maar het goede overheerst, want uit studies blijkt dat slechts 15-25% van de soldaten schiet in oorlogstijd. En blijkt het dat de jongens die gestrand waren op het eiland Ata harmonieus samenleefden in plaats van toestanden zoals in Lord of the Flies. Meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid zorgen immers voor motivatie en discipline, wat Bregman ook staaft met voorbeelden op de werkvloer, op school en in de politiek. En dit bewijst dat de mens goed is van nature.
De meeste mensen deugen is een pleidooi voor het goede wat hoognodig is in tijden van veel negativiteit. Op het einde reikt Bregman ook tien leefregels aan, waarvan ik er al zeker één heb toegepast, namelijk volg het nieuws niet meer. Het boek is een hoopvol lichtpuntje in de dagelijkse stroom van slecht nieuws, waardoor je na het lezen van het boek ervan overtuigd bent dat de meeste mensen deugen.
Synopsis
Speurtocht naar een positief mensbeeld aan de hand van historische voorbeelden, met adviezen voor een beter samenleven.