Meesterwerk over de 'mens'
Bijna vijf jaar na verschijnen (november 2020) las ik de historische roman Wildevrouw van Jeroen Olyslaegers. Misschien kan ik nog iets toevoegen aan de veelbesproken en dus veelgelezen, terecht ook met lof toegezwaaide roman o.m. door stadslezers van Gent Leest. Het is een understatement dat ook in de Vlaamse literatuur de laatste tien jaren de historische roman in allerlei vormen hoogtij viert – ‘what’s in a name’? historisch, documentair, autobiografisch, faction … bijvoorbeeld, van Oorlog en terpentijn van Hertmans over De draaischijf van Lanoye tot Wil van Olyslaegers zelf. In elk geval Wildevrouw bezorgde mij circa drie maanden lees- en denkplezier – ik las het in episodes alsof je een spannende film(serie) in afleveringen bekijkt of een opera in bedrijven beluistert.
Olyslaegers is een stilist en een verteller die door zijn (vertel)perspectief mij blijft boeien. Het hoofdpersonage Beer ziet de ‘wereld’ (lees: de ‘mensen’) passeren in zijn zestiende-eeuwse herbergen In de Engel (Antwerpen) en In de Wildeman (Amsterdam) en bouwt de spanning op in deel 1, Wildeman, om een ‘waarheid’ te onthullen van mogelijk verraad tegenover zijn vrienden en zijn eigenzinnige liefde voor de dochter van Wildevrouw, titel van deel 2. Ongetwijfeld heeft Olyslaegers als literaire bron o.m. Het Geuzenboek van Louis Paul Boon gelezen (postuum uitgegeven in 1979), dat in belangrijke mate de zestiende-eeuwse religieuze en sociale troebelen laat afspelen in Gent, als symbool voor Vlaanderen. Er zijn talrijke verschillen tussen Wildevrouw en Het Geuzenboek. In essentie kiest Boon voor het ‘grauw’, de minstbedeelden die ijveren voor een persoonlijke beleving (cfr. persoonlijk gebed) van religie, radicaal tegen de katholieke Spanjaarden en tegen de dubbelzinnige Willem van Oranje. Olyslaegers staat open voor een eerder empathische visie ten opzichte van de ‘mens’ dankzij zijn hoofdpersonage Beer. Bij beide vind je de ‘gruwel’ van de zestiende eeuw terug maar de ondergangsgedachte is meer aanwezig bij Boon dan bij Olyslaegers. Voor een goed begrip, zowel Het Geuzenboek als Wildevrouw zijn meesterwerken, die ook veel gelijkenissen hebben. Zo las ik beide boeken als een persoonlijk gebed die, toegegeven, bij Olyslaegers hoopvoller klinkt.
Ten slotte na het lezen van beide boeken, met een mix van ideeën en taalregisters van diverse mensen (b.v. bij Olyslaegers komen zowel cartograaf Ortelius als kunstschilder Bruegel of een ‘zotte’ de Schrale over de vloer), kan ik de ‘mens’ in al zijn geledingen beter het hoofd bieden.
Synopsis
Een Vlaamse herbergier vertelt over zijn leven in het roerige Antwerpen van de Tachtigjarige Oorlog en waarom hij genoodzaakt was te vluchten naar Amsterdam.