Drie generaties migranten, op zoek naar een veilige haven
Voor het schrijven van haar nieuwe roman heeft de Amerikaanse Claire Messud (1966) zich gebaseerd op het levensverhaal van haar eigen familie. Deze vreemde bewogen geschiedenis, knap vertaald door Erik Bindervoet, omspant drie generaties van de Cassars, van Frans-Algerijnse origine. Het boek staat op de longlist van The Booker Prize 2024.
Het familie-epos begint in juni 1940, als Parijs in Duitse handen valt. In Salonika (Griekenland) verlaat Gaston Cassar, een marineattaché, zijn gezin en tante. Hij gaat ervan uit dat ze allen na de Tweede Wereldoorlog opnieuw herenigd zullen zijn. Zijn drastische besluit zal diepe sporen nalaten bij zijn bloedverwanten. Het is de start van een langdurige periode, waarin heel wat Cassars gaan uitwijken naar verschillende werelddelen. Gedurende zeven decennia zoeken ze hun heil ver weg van hun roots. Vanuit Algerije trekken ze naar de Verenigde Staten, naar Cuba, Canada, Argentinië, Australië en Frankrijk. François is de oudste zoon van Gaston; in Oxford vindt hij zijn toekomstige vrouw, de Canadese Barbara. Hun huwelijk belandt in woelig vaarwater; tot een definitieve scheiding komt het echter niet. Jaren later staan de kleinkinderen voor een nieuwe uitdaging. Kunnen zij verder, zonder de hulp van de ouders of grootouders?
Een groot aantal pieds-noirs, voormalige kolonisten in Algerije, staat garant voor een veelkleurige roman. In de proloog, gevolgd door zeven duidelijk afgelijnde delen en een verhelderende epiloog, probeert Messud de ziel bloot van haar hoofdpersonages bloot te leggen. Zo zijn er voldoende voorhanden, trouwens. Gaston en zijn vrouw Lucienne vormen de basis, opgevolgd door hun kinderen François en Denise. De derde generatie bestaat uit de nakomelingen Chloe en Loulou. Tevens portretteert de schrijver hun persoonlijke trauma’s en vreugdes. Ze geeft het eerlijk toe, het boek is gefictionaliseerd en geromantiseerd. Af en toe, door middel van perspectiefwisselingen, laat ze familieleden aan het woord. Hier treedt het belang van familiebanden naar voren, net zoals de zorg voor de ouder wordende en hulpbehoevende verwanten.
‘Gaston zag de noodzaak in van leiderschap in deze crisis – zoals hij zijn vrienden had verteld, was orde veel beter dan chaos, en voor orde was sterk leiderschap noodzakelijk. Maar die uitzending, vanuit Londen – De Gaulle was gevlucht, of niet soms? Dat leiderschap, zag hij dat voor zich als de Poolse regering in ballingschap, was dat het?’
Op vakkundige wijze roept de ervaren auteur de vele locaties op; ze legt eveneens de klemtoon op de cultuurverschillen van die tijd. Terecht schenkt ze ruimschoots voldoende aandacht aan de sociale en politieke omwentelingen van de vorige eeuw. Dit alles zet ze neer in een stijlvol proza; sommige zinnen zijn echter bijzonder lang uitgesponnen. Tijdens het lezen stel je wellicht vast dat je niet echt vat krijgt op de vele figuren. Het blijft vooral een afstandelijk verhaal; je raakt niet helemaal betrokken. De roman kent een rustig verloop, de vaart ligt constant aan de trage kant. Verwacht geen grote uitschieters; louter in de epiloog krijg je alsnog een opvallende onthulling op je bord. Positief zijn alleszins de passages waarin sterfscènes zijn weergegeven. Hier voel je in elk geval een felle emotionele lading. Deze vreemde bewogen geschiedenis is een tijdloos familie-epos dat de kleine levens van drie generaties behelst, waarbij alle migranten op zoek gaan naar een veilige haven.
Synopsis
De lotgevallen van drie generaties van een Franse familie die uiteenvalt tijdens de Tweede Wereldoorlog.