Met wit poeder in de hoofdrol
Een tomeloze tijd is het derde deel van de autobiografie van Stephen Fry, een vervolg op het heerlijke verslag van zijn kindertijd in Een jongensleven en van zijn studentenbestaan in Cambridge in De collegejaren. In dit deel, alweer vol anekdotes en verhalen, doet Fry een openhartig verslag over zo’n 15 jaar volwassen leven en de worstelingen die hij daarin doormaakte.
Vol ironie vertelt de auteur/acteur en zoveel meer over zijn cocaïneverslaving, die zo'n vijftien jaar zal duren. Fry spaart zichzelf daarbij niet. Het boek start op het moment dat de auteur al beroemd is in het Verenigd Koninkrijk en daarbuiten, niet alleen vanwege zijn acteerwerk maar ook door de boeken die hij toen al publiceerde.
Het boek begint met een korte samenvatting van de vorige twee boeken. Daarna komt de periode van pakweg 1985 tot het nieuwe millennium. Stephen Fry vertelt openhartig over zijn cocaïneverslaving, maar ook over de aidsepidemie die in de jaren 80 veel doden veroorzaakte, waaronder heel wat van zijn vrienden. Daarnaast krijgt de lezer een openhartige inkijk in het dagelijkse leven van Stephen Fry. Hoe abnormaal een bestaan à la Fry is, wordt duidelijk na een paar pagina's. De beschreven periode was een waanzinnig jacht van schrijftafel naar BBC-studio, naar society-club en naar theaterpremière. Naarstig was hij zeker, maar ook vatbaar voor de verraderlijke verlokkingen van cocaïne en van het feestgedruis van de high society. Hierdoor is het boek ook een zeer amusante en ondeugende ’who’s who’ van bekende Britten uit eind vorige eeuw.
Een tomeloze tijd is vooral een geschikt boek voor échte fans van Stephen Fry die geïnteresseerd zijn in alle details van zijn dagelijks leven. Geschreven met een vlotte pen leest het boek heel smakelijk weg.
Synopsis
Herinneringen van de Britse (film)acteur, schrijver en presentator aan een periode in zijn leven waarin hij verslaafd was aan cocaïne, maar waarin hij ook veel schreef en veel shows neerzette.