De terreur van het kolonialisme
Ze mogen mij altijd een historische roman geven en zeker wanneer die geschreven is door een Nobelprijswinnaar. Eerlijk is eerlijk, ik kende de auteur niet en moest dus op zoek naar meer info over de man. Een beetje surfen op het internet maakt me wat meer bekend met deze Tanzaniaans-Britse schrijver die vooral bekend is om zijn romans waarin hij thema’s onderzoekt die te maken hebben met kolonialisme en oorlog, de oorzaken van ontheemding en vervreemding. Het zijn voornamelijk die thema’s en de manier waarop hij ze uitwerkt die de jury in 1921 laat besluiten om hem de Nobelprijs voor literatuur toe te kennen.
Sinds hij in de jaren zestig naar het Verenigd Koninkrijk verhuisde schreef hij een indrukwekkend oeuvre bij elkaar. Waaronder de roman die hier voor mij ligt. Hiernamaals lezen vraagt in het begin wat aandacht. Doordat het verhaal de levens volgt van verschillende personages, op verschillende tijdstippen en bij verschillende gemeenschappen duurt het even voor ik weet wie waar thuishoort in het verhaal. Dat verhaal speelt zich in hoofdzaak af in Oost-Afrika. De Duitsers hebben sinds de late 19de eeuw het grootste deel onder controle en dat houden ze zo tot na de Eerste Wereldoorlog. Het onder controle krijgen ging niet altijd op een zachtzinnige manier. De verschillende opstanden werden neergeslagen door de Schutztruppe, een leger van Afrikaanse huurlingen die askari werden genoemd. “Askari waren meestal ontslagen Nubische soldaten die eerder voor de Britten tegen de Mahdi in Soedan hadden gevochten en Shangaanse ‘Zoeloe’-rekruten uit Portugees-Oost-Afrika in het zuiden. Ze hadden zich ontwikkeld tot een geoliede, vernietigende strijdmacht die prat ging op hun wrede reputatie en bloeddorstigheid.” Iets wat door de Duitse officieren en de bestuurders van Duits-Oost-Afrika werd toegejuicht. De aanwezigheid van de Duitsers heeft een impact op verschillende generaties. De bevolking lijdt onder de economische uitbuiting en omdat hen hun cultuur wordt afgenomen.
Een van de belangrijkste personages is Khalifa. Hij is zesentwintig wanneer het boek begint. Als zoon van een Indische vader en een Afrikaanse moeder is hij erin geslaagd om als klerk te kunnen werken voor de handelaar Amur Biashara. Daardoor zit Khalifa als het ware in het middelpunt van de koloniale en politieke onrust die er in Oost-Afrika heerst. Zijn persoonlijke verhaal is op die manier nauw verbonden met de bredere globale context. Door de ingewikkelde economische en sociale omstandigheden onder het bewind van de Duitsers ziet Khalifa wel dat handeldrijven een mengeling is van smokkelen, geld lenen (al dan niet officieel) en vaak ook gokken op wat komt. Als hij ziet hoe Amur handeldrijft stelt dat Khalifa dikwijls voor morele keuzes. Over zijn zorgen daarover kan hij gelukkig praten met Asha, zijn vrouw. Ze is flink, ondernemend en heeft de leiding van het huishouden. Via Asha zien we dat mensen liefde en veerkracht kunnen vinden ondanks de uitdagingen die het leven onder de Duitsers meebrengt. Asha moet wel ondernemend en flexibel zijn om zich in haar gemeenschap staande te houden waar de traditionele rol die van haar als vrouw verwacht wordt soms botst met wat zijzelf wil. Ook in haar huwelijk met Khalifa moet ze een evenwicht vinden tussen wat haar eigen gevoelens zijn en wat haar man en familie van haar verwachten. Een goede vriend van Khalifa is Ilyas. Als kind is hij weggelopen van zijn ongelukkige thuis en door een askari ontvoerd naar de bergen. Hij wordt gedwongen om als soldaat mee te vechten. Wanneer hij wordt bevrijd komt hij in een Duitse zendelingenschool terecht waar hij perfect Duits leert spreken. De tijden zijn dan rustiger en via de school komt hij voor een betrekking in de stad van Khalifa terecht. Hij is dan al jaren van huis weg en gaat, op aanraden van Khalifa, op zoek naar zijn geboortedorp.
Daar ontdekt Ilyas dat zijn ouders gestorven zijn maar dat hij nog wel een zusje heeft, Afiya. Die heeft geen gemakkelijke jeugd gehad na de dood van haar ouders. Ze werd in huis genomen bij een ver familielid waar ze meer slaag kreeg dan eten. Ze is dan ook maar al te blij wanneer Ilyas haar meeneemt naar de stad. Samen proberen ze een bestaan op te bouwen maar dat is niet gemakkelijk omdat de ervaringen van Ilyas als kind-soldaat en de trauma’s uit zijn oorlogservaringen een invloed hebben op zijn relaties met andere mensen. Het is des te onbegrijpelijker voor zijn omgeving dat, wanneer er door de dreiging van de Eerste Wereldoorlog opnieuw onrust in Duits-Oost-Afrika is, hij ervoor kiest om opnieuw in het Duitse leger te gaan. Ilyas is geen uitzondering want terwijl in Europa de oorlog woedt vechten op het Afrikaanse continent de huurlingenlegers de oorlogen van de Europeanen uit over de koloniale grenzen. De Duitsers met hun Schutztruppe, de Britten met hun King’s African Rifles en hun Indiase manschappen en de Belgen met hun Force Publique. Ilyas zit met een gevoel van loyaliteit tegenover de Duitsers doordat ze hem goed behandelden in de zendelingenschool en op de boerderij, en dat speelt mee in zijn beslissing. Hij weet ook niet goed wie hij eigenlijk is en waar hij thuishoort. Hoe het met hem afloopt is verrassender dan verwacht. Afiya laat hij achter onder de hoede van Khalifa en Asha. Daar ontwikkelt ze zich in de volgende jaren tot een jonge vrouw. Nu ze niet langer een kind is krijgt ze te maken met de frustraties die bij het afgeschermde leven van vrouwen horen en de vele dingen die opeens niet meer mogen omdat ze onbehoorlijk zouden zijn.
Dan kruist haar pad dat van Hamza. Hamza heeft ook een hele rugzak aan trauma’s wanneer hij Afiya leert kennen. Hij had, zonder goed te beseffen wat het inhield, getekend voor de Schutztruppe. Een Duitse officier kreeg de mooie stille Hamza in het oog en nam hem onder zijn hoede. Hij liet hem op zijn kamers slapen en leerde hem Duits door hem Schiller te laten lezen. Die aandacht bracht pesterijen en mishandeling door de andere soldaten met zich mee tot één van hen hem zo zwaar verwonde dat hij werd achtergelaten op een zendelingenpost die geleid werd door een Duitse pastor en zijn gezin. Na de oorlog gaat hij, berooid en niet helemaal hersteld, terug naar de stad waar hij ooit uit vertrok. Hij vindt werk bij de koopman waar ook Khalifa werkt en komt zo in diens huis en in de buurt van Afiya terecht. De relaties die de personages in Gurnah’s Hiernamaals aangaan zijn vooral een kapstok om zijn zicht op het koloniale verleden aan op te hangen.
Koloniale overheersing heeft alles met macht te maken, dat was niet enkel bij de Duitsers zo. Het ging vooral om economische uitbuiting, om de rijkdom uit de gebieden weg te roven. Dikwijls onder het mom dat men ‘beschaving’ bracht. Het afnemen van hun oorspronkelijke cultuur om die te vervangen door de Duitse zorgde bij veel mensen voor vervreemding en een zoektocht naar identiteit. Geen wonder dat hier gewelddadige conflicten uit voort vloeiden. De manier waarop Gurnah schrijft is zo verhalend dat het niet moeilijk is om een beeld te krijgen van een periode in de koloniale geschiedenis die erg complex was en veel veerkracht vroeg van de mensen die er middenin zaten. Een koloniaal verleden dat tot op vandaag nog zijn sporen na laat.
Synopsis
Begin 20e eeuw. Een man werd als kind ontvoerd om in een huurlingenleger voor de Duitse koloniale overheerser te vechten. Als hij terugkeert naar zijn geboortedorp in Oost-Afrika, komt hij erachter dat zijn ouders zijn overleden en dat hij een zus heeft. Maar een nieuw conflict roept.