Raamvertelling over angst
Peter Jacob Weber, een al jarenlang in New York wonende Nederlandse schrijver van halverwege de 40, schrijft op kantoor in het midden van de nacht mails naar zijn Amerikaanse agente, Eva. De hele roman zal zich in deze éne kamer afspelen. Nachtangst begint vol bravoure met een uiteenzetting van zijn plannen voor een nieuwe roman, die zich afspeelt ‘in de vibrerende kringen rond Sartre en Camus’. Maar dit onderwerp verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer hij inbrekers hoort, die steeds dichterbij komen. De ietwat claustrofobische ruimte waarin hij zich bevindt, brengt de angstige Peter Jacob ertoe om over zijn leven te vertellen. Zo ontstaat eigenlijk een raamvertelling, die zich ten volle ontwikkelt omdat Eva – die wellicht slaapt – zijn mails niet beantwoordt.
Weber reflecteert op tal van zaken zoals op zijn schrijven, het huwelijk en de dood van zijn ouders, zijn relaties en zijn zoon in Nederland én een getuigenis over seksueel misbruik. Via zijn eigen geschriften leren we Weber langzaam beter kennen. ‘Het is gedaan met mijn rust, lieve Eva, ik verdwijn weer in het woordledige.’ Het zijn de laatste woorden van de prachtige roman. Fictie, ideeën over schrijverschap, literaire verwijzingen en autobiografie lopen dwars door elkaar heen en vormen samen een fijne raamvertelling.
Synopsis
In nachtelijke e-mails aan zijn literair agente vertelt een door angst bevangen Nederlandse schrijver in New York over belangrijke gebeurtenissen in zijn leven en schrijverschap.