Dagboek uit Litouwen, ongemeen hard
1940. Litouwen, een klein land aan de Oostzee, wordt door Rusland bezet. Stalin laat, vlak voor de oorlog tussen Rusland en Duitsland in 1941 zou uitbreken, vrijwel de gehele politieke, economische en culturele elite van Litouwen, ongeacht afkomst of overtuiging, deporteren naar het Verre Oosten van de Sovjet-Unie. De bannelingen werden onder strenge bewaking in veewagens afgevoerd, onder andere de familie Dalytè waar de vader bankdirecteur was. Ze werden getransporteerd naar de Laptevzee, de kust van de Noordelijke IJszee. Op het eiland Trofimovsk moesten de bannelingen in de Arctische winter een eigen overlevingskamp bouwen en werden ze ingezet als werkslaven. De meeste ballingen overleefden de deportatie en de afgrijselijke jaren niet.
Dalia Grinkeviciutè werd in 1927 geboren in Kaunus, de voormalige hoofdstad van Litouwen. Na haar tienerjaren in het Siberische goelag ontsnapte ze er op haar eenentwintigste. Ze keerde terug naar Litouwen, waarna ze opnieuw gearresteerd werd en tot in 1951 weer verbannen werd naar de kolenmijnen van Kangalas in Siberië. Na haar vrijlating studeerde ze geneeskunde en ze bleef tot haar dood in 1987 huisarts in haar geboortestad.
Als 20-jarige, na haar vlucht uit het deportatiekamp, opgejaagd en ondergedoken, noteert Dalia met potloodjes op 220 losse velletjes papier haar herinneringen als veertien- en vijftienjarige en ze verstopt ze in een glazen pot naast haar geboortehuis. De KGB arresteert haar opnieuw, maar de glazen weckfles blijft goed begraven. Na haar vrijlating in ’56 keert Dalia terug naar Litouwen, maar ze vindt zelf de begraven pot niet meer terug. Ze schrijft haar herinneringen nogmaals in verkorte vorm op en deze bereiken in ’79 de Moskouwse dissidenten. Pas in ’88 verschijnt haar getuigenis voor het eerst in een tijdschrift in Litouwen.
Na haar dood, in 1991, als Litouwen weer vrij en onafhankelijk is, wordt de oorspronkelijke weckfles bij het verpotten van een pioenroos bij toeval ontdekt, waarop de oorlogsvellen door het museum in Kaunas gerestaureerd worden. In de geschiedenisles op de Litouwse scholen behoort het manuscript vandaag tot de verplichte lectuur: kwetsbare vellen papier veranderden in onverwoestbaar erfgoed, de geschiedenis van Dalia Grineviciuté is de geschiedenis van een volk: emotioneel, onverzettelijk, tragisch en verschrikkelijk.
Een dagboek dat het grootste ontzag verdient. Dit dagboek behoort tot de Litouwse literaire canon.
Synopsis
Het Litouwse meisje Dalia (14, ik-persoon) vertelt hoe ze in 1941 met haar familie door de Russen is gedeporteerd naar een kamp in Siberië. Met enkele zwart-witfoto's en een kaartje. Vanaf ca. 14 jaar.