Een inkijk in het leven van de Inuïtsamenleving
Split Tooth is de poëtische vertelling van een jong meisje dat opgroeit in Ikaluktutiak, Noord-Canada. Het leven is er koud, onherbergzaam, hard. Tegelijkertijd brengen de middernachtzon en de vierentwintig uur durende duisternis ook een schoonheid met zich mee die onherkenbaar is voor diegenen onder ons die dichter bij de evenaar zijn opgegroeid. Het hoofdpersonage in Split Tooth zoekt haar weg in de wereld die getekend is door een brute dichotomie tussen een gekoloniseerde wereld en de inheemse cultuur die onlosmakelijk met elkaar verbonden geraken. Op subtiele wijze brengt Tanya Tagaq de gruwel van het kolonisatieproces naar boven en de implicaties ervan. Terwijl de kolonisator een voetnoot blijft in dit verhaal zien we zijn voetafdruk nadrukkelijk de bladzijden over wandelen en voelen we de latente woede die het hoofdpersonage en de auteur voor hem heeft.
Split Tooth is geen gemakkelijk leesbaar boek. De zeer visuele korte passages over het leven van het hoofdpersonage worden afgewisseld door korte en bijna esoterische gedichten die het verhaal ondersteunen en tegelijk ook weer opentrekken. Split Tooth wordt daardoor een vertelling waar je over kan blijven nadenken, een die je kan blijven herlezen en blijven herontdekken. Het leest best langzaam, maar vooral omdat je van bijna elke zin wil proeven. Je moet de smaak ervan voelen op je tong voor je verder kan gaan. Op sommige plaatsen voelt het verhaal vervreemdend voor een Europse lezer en tegelijkertijd is het ongelooflijk herkenbaar, omdat Tagaq schrijft over wat voor haar de essentie van het leven is: het onverbrekelijke verbinden van verleden, heden en toekomst, van lichaam en geest, van alle generaties voor en na ons. Split Tooth balanceert op de rand van zweverig te zijn, maar juist omwille van de authenticiteit van het geloof in die verbondenheid tussen alles wat zich op, in en rond de aarde beweegt, kruipt het boek ongemerkt binnen en raakt het je onverwacht, net wanneer je dacht dat het dat niet meer zou doen.
Ik wil dit boek herlezen en herkauwen, maar ik wil het ook de tijd geven om zich in mijn brein te nestelen.
Zoals een andere recensent van het boek schreef: ‘Amazing. Amazing. Amazing. Amazing. The last two pages of her book are just this whole beautiful piece about: I don’t want to forgive. But I forgive myself.’ Het zijn deze bladzijden die ik ook zal blijven herlezen. De woorden zijn een herinnering aan onszelf, om vooral onszelf te vergeven.