Een historische tragiek, onrecht
Een nieuw boek van Arthur Japin is iets waar ik altijd naar uitkijk, gevaarlijk want de verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. In Wat stilte wil vertelt en romantiseert de auteur ditmaal het levensverhaal van Anna Witsen (1855-1889). Zij was tijdens haar leven niet echt bekend en nadien werd haar naam nog maar weinig nog vermeld. Zelfs niet in de kronieken van De Tachtigers, een vernieuwende beweging binnen de Nederlandse literatuur die actief was eind negentiende eeuw. In het werk van deze auteurs kwam vooral het impressionisme en naturisme tot uiting. Zij rebelleerden tegen het toen bestaande stijf burgerlijk establishment. Deze schrijvers kregen geen toegang tot de traditionele tijdschriften en richtten toen hun eigen De Nieuwe Gids op.
Deze historische context verweeft Japin naadloos doorheen het verhaal van Anna Witsen, de zus van Willem Witsen een van de oprichters van die beweging. Zij groeien samen met hun zus Cobi op in een welgesteld, voornaam maar erg beklemmend gezin op het landgoed Ewijsckshoeve in Laage Vuursche. Hun moeder is overleden en veel vreugde is er niet meer over na de dood van de drieëntwintigjarige Karel, haar broer die in Batavia stierf aan tbc. Cobi die een grondige hekel heeft aan kunst die zij maar verderfelijk vindt bestiert het huishouden. Gevaarlijk in zo’n tijd want voor je het beseft ben je een oude vrijster en is de huwelijksmarkt gesloten voor jou. Iets wat Cobi krampachtig wil en zal vermijden. Voor Anna die begiftigd is met een prachtig zangtalent ligt dit alles anders. Reeds als klein kind was zij, wars van alle wolfijzers en beklemmingen van zo’n bekrompen milieu een prachtig meisje dat in haar eigen wereld leefde en zong zodra ze dat kon. Japin beschrijft dat heel kort op een prachtige wijze bij het begin van het boek in een passage waarin de jonge Anna op de dichtgevroren vijver de klank van de stilte hoort. Ook de plaats waar het noodlot Anna’s verhaal zal eindigen.
De creativiteit van Willem en zijn jong dichters gezelschap met namen als Willem Kloos, Hermen Gorter, Willem van Eeden, Lodewijk van Deyssel en Albert Verweij wordt door de vader Witsen aanvaard en zelfs zwaar gesponsord. Helaas is dat niet het geval voor Anna. Het betaamt niet dat een vrouw op een podium staat en publiek performances geeft. In de huiskamerkring kan dat en is dat zelfs vermakelijk maar een zangcarrière, zelfs met haar talent botst op een ‘njet, kan niet, wordt niet aanvaard.
’Dit is echter buiten het temperament en de wilskracht van Anna gerekend. Zij wil, moet en zal zingen. Zij blijft haar zangtalent en zangtechniek met veel omwegen via haar broer Willem onder de vleugels van Julius Röntgen befaamd pianist buiten de radar van haar vader verder verbeteren. Zij wordt er verliefd op Röntgen maar ook dat kon niet, Röntgen was getrouwd. Tijdens die periode verkeert Anna in de kringen van Willem. Als enige vrouw werd zij erg gewaardeerd en aangemoedigd. Maar ook dat dat bleek ijdele hoop toen zij gedwongen door haar vader, aangestuurd door haar zus Cobi, werd opgenomen in een psychiatrische instelling om te genezen van die driften… Het stel dichters dat wou rebelleren viel in de dezelfde status van zij die ze aanklaagden. Japin maakte mij met zijn woorden eens te meer kwaad over het onrecht dat vrouwen doorheen de eeuwen is aangedaan. Anna’s krachtige overlevingsdrang zorgt ervoor dat zij deze verschrikkelijke periode achter zich kan laten en zij vertrekt zelfs naar Parijs bij haar ‘tante’ Thea Taets, de hechte en extravagante vriendin van haar moeder en voorvechter van gelijkheid. Het was de periode van de suffragettes. Daar komt ze tot rust en kan zij volop genoten van scholing en zangonderwijs. Dit is haar leven. Eenmaal terug in Nederland verrast ze vriend en vijand met de aankondiging dat zij samen met Julius Röntgen een serieus recital zal geven in het Odeon Theater, mede opgericht door haar vader. Het is maar de vraag als je je hele leven gefnuikt en gekorfd bent of die innerlijke kracht het zal overwinnen.
Wat stilte wil, een historische tragiek, het geromantiseerde levensverhaal van Anna Witsen of het ongeloof over de onverbiddelijke kortzichtigheid van de negentiende-eeuwse kleinburgerlijkheid versus de innerlijke kracht van talent dat zich niet laat betomen. Een prachtroman.
Zowel het prachtige gedicht, voorgelezen door Arthur Japin, van Gorter waarin hij het levenseinde van Anna beschrijft als de playlist van de door Arthur Japin geselecteerde muziek zijn via QR-code in het boek opgenomen.