Let op: gevaarlijke senior
Dat ze economisch niet meer nuttig zijn. Dat de jongeren moeten werken om hun pensioen op te hoesten. Dat het beter zou zijn om hun stemrecht af te nemen of minstens te beperken, want de toekomst behoort toch aan de zopas genoemde jongeren toe? Dat het niet meer zinvol is om ze boven een bepaalde leeftijd nog te reanimeren.
Het zijn allemaal zaken die de je wel eens hoort of leest als het gaat over oudjes – merk het verkleinwoordje – dat is die bevolkingsgroep die niet meer met apps weet om te springen en uiteindelijk in woonzorgcentra belandt om er nooit meer uit te komen.
Het is Jean Paul Van Bendegem (°Gent 1953, emeritus professor logica en wetenschapsfilosofie aan de VUB) in het verkeerde keelgat geschoten. Gelet op zijn pensioen hoeft hij dan wel niet meer professioneel te filosoferen, niets belet hem om uit de hoek te komen met een filosofisch onderbouwd pamflettistisch essay: Wijs, grijs & puber. In de onderhoudende stijl die hem eigen is, neemt hij daarin stelling tegen wat hij – naar analogie met racisme en seksisme – het grijsisme noemt.
Om zijn punt te maken, moet hij vooreerst uitleggen wat wijsheid is. Dat gebeurt in twee hoofdstukken die misschien wat lang uitgevallen zijn – ze beslaan zowat de helft van het boekje – maar wat je er uit opsteekt, is meegenomen. De wetenschapsfilosoof Van Bendegem toont aan dat wetenschap niet de enige vorm van kennis is. Naast theoretisch-wetenschappelijke kennis bestaan er immers nog praktische kennis, ambachtelijke kunde en casuïstiek. Het zijn vormen van ervaringswijsheid die in hoge mate bij de senior aanwezig zijn.
In een volgend hoofdstuk worden enkele aspecten van de ouderdom (nut, gezondheid, mogelijke onsterfelijkheid) onderzocht die ter discussie staan. Komen daarin aan bod: de Homo Deus van Harari, avatars, de verhouding tussen lichaam en geest, de vrije wil en DNA-screening. Allemaal "ongemeen boeiend", stelt Van Bendegem vast, maar het laat de senior behoorlijk getroebleerd achter. Daarom doet hij een voorstel om het leven op z'n minst weer wat vrolijker te maken.
Want is een senior in menig opzicht niet te vergelijken met een puber, die ook worstelt met een veranderend lichaam en ook zijn plaats zoekt in de samenleving? En wat doet zo'n puber? Juist, hij of zij doet "ambetant".
Precies dat zouden de "opaatjes" en "omaatjes", die toch wijze mensen zijn en heus nog iets zinnigs te vertellen hebben, ook moeten doen. "Als er in de maatschappij zo'n verkeerd beeld heerst van de senior," stelt Van Bendegem, "dan is het de hoogste tijd dat de senior dat zelf duidelijk maakt." Hij promoot daartoe de burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat is een vorm van (geweldloos) protest die erop neerkomt dat je bewust niet meer deelneemt aan een officiële praktijk die ouderen buiten spel zet en ingaat tegen alles wat die praktijk mogelijk maakt. De vergelijking met de puber doortrekkend en met een term van eigen vinding pleit de auteur voor geronto-puberaal gedrag.
Maar een boekje met recepten voor hoe je dit moet aanpakken is dit goddank niet. Wel een uitnodiging om voor jezelf te bedenken hoe je met je eigen ouderdom en die van een ander hoort om te gaan. Daar horen ook nog enkele slotbedenkingen over het (on)eindig leven bij.