Leesgroep Gent Leest – ‘Dius’ van Stefan Hertmans

10 februari 2025

Stefan Hertmans is de eerste auteur die de eer kreeg om in de oogholten van onze vijfjarige leesgroep met een tweede boek aan bod te komen. In 2020 waren we verblijd met De opgang. Kwam het nu tot een hernieuwde bliscap? De sterren stonden gunstig. En wie van onze groep hoopte om één van de 24 exemplaren uit de Gentse bibliotheken te lezen, die stond in de wachtrij. Egidius, waer bestu bleven? Een gepaste klassieker om de debatten voor geopend te verklaren.


Wanneer student Dius bij zijn docent Anton aanbelt en hem zijn onvoorwaardelijke vriendschap aanbiedt, begint alles in hun beide levens te schuiven. Wat hen bindt is hun verlangen om in een andere tijd te leven – de ruimte van de polders, de sublieme schilderkunst, de schoonheid die verloren gaat. En die alsnog, weliswaar te laat, een van hen wereldberoemd zal maken, ondanks de zware littekens die het leven hun toebrengt.

Met Dius vertelt Stefan Hertmans het onweerstaanbare levensverhaal van een onmodieuze kunstenaarsziel, in een weergaloze roman over vriendschap, liefde en kwetsbaarheid.
(Uitgeverij De Bezige Bij, 2024, p. 320)

Dius

De leesappreciatie in de groep bleek verdeeld, al kwamen we niet uit op fiftyfifty – anders dus dan de hilarische ingeving van Nouka om het overspel van Anton te bestraffen met al hun dingen in tweeën op te delen. Een meerderheid vond het boek prachtig tot erg prachtig en strooide met commentaren als ‘geweldig’, ‘genoten en herlezen’. Een minderheid stelde daar tegenover ‘kon me niet bekoren’, ‘te ernstig’ en ‘niet graag gelezen.’

Hertmans schreef een wel heel kunstzinnige roman waarin vriendschapsverdriet tegenover liefdesverdriet wordt afgewogen. Thematisch voelde niet iedereen zich hierdoor bekoord. De polariteit in de vriendschapsband tussen Dius – de doener en Anton – de denker was voer voor discussie. Wat maakte dit tot een bijzondere vriendschap? Hoe komt het toch dat de tweede die daadkracht mist, zich zo laat meeslepen door de eerste? Sommige dingen blijven een raadsel tot het einde, aan de lezer om het in te vullen.

Dius met sterren

Het vertelstandpunt ligt bij Anton, docent in de kunstfilosofie. Voor hem is doceren alvast niet gelijk aan doseren. Kan hij wel iets ervaren zonder kunstzinnige mystificatie? ‘Ik wist me geen houding te geven. Ik vluchtte weer in mijn geleerde praatjes.’ (p. 77) Voor de lezer is er geen ontsnappen aan. Hemels voor wie zwelgt in de ontelbare verwijzingen naar een waaier aan kunstvormen: de beeldende kunsten met een voorliefde voor de Italiaanse renaissance, klassieke muziek, literatuur en film. Hels voor wie dit als pedant ervaart en/of zich afvraagt waar blijft de actie. Doenbaar voor de lezende sterveling tussenin ...

... die zich ook goed moet voelen bij de uitgesproken barokke schrijfstijl van de auteur. Schrijven is schrappen, maar niet hier. Wie fan is kan zich uitleven in meerdere open doekjes. Hertmans trakteert ons op weergaloze beschrijvingen van eigenlijk alle natuurelementen. Voorts is het verbluffend hoe hij kunst schildert met woorden, zowel de historische meesterwerken als de prachtige (hout)creaties die Dius schept. Soms lezen we een barokke ontsporing, maar binnen de kortste keren zijn de meesten back on track. Met de nodige temporiseringen om sterke overpeinzingen te laten bezinken.

‘Studie en concentratie zijn wonderlijke dingen; na enkele uren kan er een kracht van binnenuit in je opkomen die je bijlicht in je donkerste gedachten.” (p. 94)

‘Niets verstoort zozeer de rust die vriendschap nodig heeft als het verlangen naar de versmelting van lichamen.’ (p. 133)

‘Zoveel van wat we in anderen menen te zien is slechts de schaduw van onze eigen vooroordelen, en daarmee van onze eigen frustraties.’ (p. 295)

De draadjes die Hertmans in zijn roman spant, de echo’s die hij laat horen, als lezer ben je er een hele tijd zoet mee. Motieven bij de vleet dus, die in de meeste gevallen elkaar versterken. In ons vizier kwamen schoonheid, verwonding en verwondering, tijd en nostalgie, oogholten, de hals (met litteken), vogels, wolken, naamgeving (zoals Dius; Cecilia, Celia, Alice in Wonderland en Lys).

Afsluitend hadden we aandacht voor de vele links in de roman met de auteur zelf, zijn leven, zijn ontmoetingen (de agressieve Jan Chapot), zijn werk en de omstandigheden waarin hij Dius geschreven heeft. Eindigen deden we met een vloek:

‘Anton, godverdomme toch. Wat een hert, man.’ (p.87)

Dirk Lambrecht



Keuze voor de volgende bijeenkomst in De Krook op 25/03/25


Job: roman over een eenvoudige man

Joseph Roth


Een orthodoxe jood wordt na zijn emigratie naar Amerika getroffen door uiteenlopende calamiteiten. Verbitterd wendt hij zich af van de religie.

Uitgeverij Amsterdam – Veen klassiek, 2016
p. 206
vertaling: Wilfred Oranje

Job joseph roth