Van elkaar gescheiden en toch verbonden in een diepe liefde
Zelden heeft de dood van iemand mij zo aangegrepen als die van de Duitse dichter Achim von Arnim, de 21ste januari van het jaar 1830. Hij stierf eenzaam zonder zijn geliefde op het landgoed Wiepersdorf in Brandenburg. Verscheidene uren met de koets verwijderd van de Dorotheenstraße in Berlijn, waar zijn vrouw Bettine, geboren Brentano, met haar drie zonen verbleef. Een van zijn bedienden zei achteraf - nadat hij thee had gebracht - dat het was alsof hij een boek had horen vallen. Achim von Arnim, die tot de kleine armere landadel behoorde, was aan het lezen in het werk van de romantische schrijver Tieck toen hij plotseling neerzeeg. Het was winter en zijn vrouw Bettine kon niet onmiddellijk de tocht ondernemen naar het afgelegen landgoed. Achim werd daarom opgebaard in een kleine crypte onder de kerk. Naast tien zerken van de familie Einsiedel, de voormalige landeigenaars. Het jaar daarop in de lente werd hij begraven naast het kleine protestantse kerkje.
Door de vele brieven die Achim von Arnim en zijn vrouw Bettine naar elkaar en naar vrienden schreven, zijn wij als Nachgeborenen tot in het kleinste detail gedocumenteerd over alles wat zich tussen deze twee grote geliefden afspeelde. Zo stopte Bettine met haar schilderwerk op het moment dat zij de dood van haar man vernam. En raakte nadien nooit meer de olieverf aan.
Het lezen van literatuur vergroot ons inlevingsvermogen. Zodat we het stervensproces en de pijn van nabestaanden beter begrijpen en ons kunnen verzoenen met ons eigen levenseinde.