Opboksen tegen vooroordelen

Warschau, 1937. In navolging van nazi-Duitsland roert het antisemitisme zich ook in in Polen steeds luider. De hoofdstad is een broeihaard van politieke allianties, geheime milities en knokploegen. Er worden almaar dwingendere antisemitische wetten uitgevaardigd en in de Joodse gemeenschap worden plannen geraamd om naar Palestina te vluchten.

Tijdens een toernooi tussen een Joodse en een Pools-nationalistische boksploeg bewondert de jonge Mojse Bernstein hoe de Joodse bokser Jakub Shapiro zijn tegenstander verslaat. Shapiro is de rechterhand van een belangrijk figuur in de Joodse onderwereld en de dag voordien heeft Shapiro de vader van Mojse aan zijn haren het huis uit gesleurd en zijn lichaam in stukken laten hakken. Shapiro ontfermt zich over de jongen en jaren later blikt deze - ondertussen een generaal in het Israëlische leger - terug op die turbulente en gewelddadige periode, waarbij de activiteiten van de Joodse gangsters steeds politieker worden: ze intimideren antisemitische journalisten, lokken vechtpartijen uit in universiteiten, lopen met hun wapens open en bloot mee in protesten tegen de nationaalsocialisten.

Bijzonder is dat Szczepan Twardoch van dit verhaal nog zoveel meer maakt dan een Poolse ‘Godfather meets Fight Club’. De herinneringen van de oude generaal lijken onbetrouwbaar, vermengd met fantasie, waanbeelden en wensdromen. Daarnaast toont Twardoch ook erg schrijnend de worsteling met identiteit en nationaliteit. Wanneer houdt een gemeenschap op je gemeenschap te zijn? Welk geweld plaatst je buiten die gemeenschap?

Het is alvast uitkijken naar het vervolg op dit boek - Het koninkrijk.