Een sobere ode aan het samenleven
Met De liefde schreef François Bégaudeau een kleine roman over het grootst mogelijke onderwerp. In amper negentig pagina’s ontvouwt zich vijftig jaar liefdesgeschiedenis tussen Jeanne en Jacques, een doorsnee koppel uit de Franse middenklasse. Zonder drama’s, zonder grote wendingen – maar met een verbluffende intensiteit.
Wat dit boek zo bijzonder maakt, is de manier waarop Bégaudeau het alledaagse oplicht. Hij schrijft over boodschappen doen, radioprogramma’s, ruzies aan tafel, stiltes in de auto – en net daarin schuilt de magie. Zijn stijl is sober, trefzeker en vrij van overbodige tierlantijnen, waardoor je als lezer des te harder wordt geraakt.
De liefde is een ode aan het gewone leven, aan de jaren die zachtjes voorbijglijden. Bégaudeau brengt herkenbare scènes die doen glimlachen of ontroeren – soms beide tegelijk. Een onverwacht bezoek, een zinloos meningsverschil, een hand op een arm: het zijn kleine details die hier groot worden.
Vergis je niet: dit is geen sentimentele roman, maar een glashelder portret van wat liefde kan zijn wanneer ze zich jarenlang nestelt in een gedeeld bestaan. In zijn nuchtere verteltoon schuilt een vorm van tederheid die zeldzaam is in de hedendaagse literatuur.
Voor wie houdt van schrijvers als Julia Schoch of Annie Ernaux, is dit boek een aanrader.