Quarantaine
Als je ooit eens in quarantaine zou moeten, of je komt in een andere situatie terecht waarin je helemaal niets om handen hebt, behalve zeeën van tijd, dan kan het een idee zijn om je aan deze vuistdikke klassieker van Thomas Mann te wagen.
De Toverberg is een tijdsdocument. Het beschrijft een tijdperk, kort voor de eerste wereldoorlog, dat niet meer bestaat: een tijd waarin mensen nog een overschot aan tijd hadden. Bovendien is De Toverberg een document over de tijd zelf. Thomas Mann heeft de structuur van zijn schrijven volledig in functie gesteld van het onderwerp tijd. De vorm is de inhoud. Om dit werk te lezen, moet je, net als Hans Castorp, het hoofdpersonage, veel geduld hebben. Je moet het lang kunnen volhouden zonder veel afleiding van andere bezigheden, zonder verjaagd of verteerd te worden door de verdoving van activiteit. Ja, vaak denken mensen dat interessante, nieuwe dingen een goed ‘tijdverdrijf’ vormen - dat ze de tijd dus inkorten - en dat monotonie en leegte het tijdsverloop bemoeilijken en afremmen. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Negenhonderd bladzijden lang legt Mann dat haarfijn uit. Negenhonderd bladzijden die je traag moet lezen, en volgens Mann zelf, daarna nog eens herlezen, om de compositie dan pas echt te smaken.
Hans Castorp is voor drie weken op bezoek bij zijn neef in Sanatorium Berghof in Davos, waar vooral mensen met tuberculose een lange rustkuur volgen. Na die drie weken - we bevinden ons dan zo’n tweehonderd pagina’s verder - blijkt dat Hans zelf ziek geworden is. Er kan ook gezegd worden dat hij voorheen al ziek was, want op zijn longen zijn zowel een nieuwe als een veel oudere vlek te zien. Eigenlijk is hij dus op de juiste plek terecht gekomen om wat latent was manifest te maken. Misschien zijn het zelfs niet zijn longen waaraan hij lijdt, maar de liefde voor mevrouw Klavdia Chauchat, met haar Kirgiezenogen in een blauwgrijs van verre bergen, aan wie Hans maar zijn liefde kan verklaren door er de sluier van een vreemde taal over te leggen.
Dat kost hem heel wat tijd, maar daarvan heeft hij er ruimschoots voldoende. Hij verblijft zeven jaar op de Toverberg. Die zijn verspreid over zevenhonderd bladzijden waarin we zijn doen en vooral zijn laten volgen - en ook dat van de andere bewoners die echt van allerlei pluimage zijn. Sommigen zijn filosofisch fijn besnaard en houden van een eindeloos kabbelend gekibbel. Ik geef toe dat ik de debatten tussen meneer Settembrini en meneer Naphta niet allemaal even nauwgezet gevolgd heb. Eén ding hebben bijna alle gasten van het sanatorium gemeen. Ze vallen ten prooi aan het gevaar van deel uit te maken van een instituut. Ze kleven vast aan identificaties. Ze wikkelen zichzelf ermee in, zoals ze dat doen met de speciaal daarvoor bestemde dekens die op een geijkte manier rond het lichaam gedrapeerd worden om de ligkuur op het balkon goed door te komen. Zo vormt het verblijf in het sanatorium voor hen een surrogaat voor het leven ‘daar beneden’, dat aan hen voorbijtrekt. Boven op de berg is de dood alomtegenwoordig. Maar net dat leert Hans veel over het leven. Het helpt hem waarschijnlijk ultiem ook te ontsnappen aan het dode leven op de Toverberg.
Synopsis
Een jonge Duitse ingenieur gaat voor een kort ziekenbezoek naar een Zwitsers sanatorium maar blijft er zeven jaar hangen en komt in aanraking met representanten van allerlei levenssferen.