Es ist passiert! : volg de literatuur langs de Donau
Het herlezen van Donau : biografie van een rivier (2020, zesde druk) van de Italiaanse schrijver Claudio Magris was een boeiend maar geen gemakkelijk avontuur. Daarom vind ik het relevant om hierna een langer leesverslag te brengen.
Ik herinner mij van mijn eerste lezing vooral de geschiedenis (non-fictie, waarheid) van talrijke grote en kleine steden, schrijvers, filosofen, historische figuren en feiten … die verbonden zijn met de circa 2.850 km lange rivier in Midden-Europa – de Wolga in Rusland is met 3.530 km de langste Europese rivier.
Een tweede lezing heeft mij dichter gebracht bij het hoofdpersonage – het alter ego van Claudio Magris die van 1978 tot 2006 hoogleraar Duitse literatuur was in zijn geboortestad Triëst: de reiziger of “de germanist die bij stukjes en beetjes, wanneer en hoe hij maar kan, de hele loop van de rivier afreist, die zijn wereld bijeenhoudt, draagt een bagage met zich mee van citaten en waanideeën” en die via de literatuur (fictie, twijfel, ironie) stilstaat bij de bron(nen) van de Donau in het Zwarte Woud, het nazisme als de ontaarding van de Duitse aanwezigheid in Midden-Europa, twee belangrijke controversiële figuren in kleinere Donauplaatsen: in Messkirch de filosoof en nazigezinde Martin Heidegger en in Sigmaringen de Franse schrijver met antisemitische ideeën Louis-Ferdinand Céline.
In een andere Duitse grotere Donaustad, Ulm, herdenkt hij de Duitse “idylle” en/of “ingekeerdheid” en dichtbij Ulm, het einde van de Habsburgse monarchie in 1805 door de overgave aan de totalitaire Napoleon. Deze gebeurtenis inspireert de klassieke negentiende-eeuwse Oostenrijkse schrijver Franz Grillparzer tot het schrijven van een napoleontisch theaterstuk.
Verrassende en/of ironische verhalen vertelt de reiziger in Linz, de hoofdstad van Opper-Oostenrijk, en omstreken (Artstetten, de regio Wachau) over de dromen van Hitler, de begrafenis van de schrijver Adalbert Stifter opgeluisterd door de organist-koordirigent Anton Bruckner, de liefdesgedichten van Marianne Willemer (Suleika) in een dichtbundel van Goethe, de Herzogin-Sophie-Krapfen (onze “Boules de Berlin”) van banketbakker Oskar Pischinger en de reisschrijver-mensenhater Josef Kyselak die overal zijn handtekening plaatste bij zijn zwerftochten langs de Donau.
Het beroemde “Café Central” van de Oostenrijkse hoofdstad Wenen is een theaterbühne voor onder meer de filosoof Wittgenstein, de ongelukkige Maria Vetsera en Rudolf van Habsburg (de tragedie van Mayerling), de expo (in 1983) in het Künstlerhaus over de slag van Oost (Turken) en West (Oostenrijk) in 1683, de schrijver Joseph Roth, de econoom Joseph Schumpeter, het Karl-Marx-Hof, de psycholoog Sigmund Freud, de film Space Odyssey 2001 en IBM, “Man van het Jaar’ in 1982!
Dichtbij Wenen, over de grens, tijd voor een andere sfeer, in Bratislava, hoofdstad van Slowakije, volgens de reiziger “een centrum van dat gelaagde Midden Europa waar de eeuwen altijd aanwezig zijn gebleven” of verder noordwaarts in het Tatragebergte. In de poëzie van Ladislav Novomesky werd Slowakije in een internationale context bezongen.
Op weg naar de benedenloop van de Donau komt een andere Hongaarse schrijver en “aartsvader van de Kroatische literatuur” in beeld, Miroslav Krleza, die ontmoeting en confrontatie van “een mozaïek van volken en culturen” verwoordde. De reiziger vertelt ook over Boedapest, hoofdstad van Hongarije, volgens hem “de mooiste stad aan de Donau” en hij portretteert kort de schrijver György Konrad en uitvoeriger de Marxistische filosoof en literatuurcriticus Georg Lukacs.
Eén van de boeiendste “oude getuigen” in Donau, is oma Anka die vanuit het Servische Bela Crkva (= Witte kerk) de reiziger begeleidt in de wijde rivieromgeving. Zo maakt de lezer kennis met onder meer Vrsak, verbonden met de dichters Vasko Popo en Lenau, de Noord-Roemeense regio Transsylvanië (of Zevenburgen) en Belgrado, hoofdstad van Joegoslavië, die de reiziger toen (circa 1986) een belangrijke “bemiddelende functie tussen Oost en West, tussen verschillende tegengestelde werelden en politieke machtsblokken” toedichtte. Nog andere belangrijke personages en/of schrijvers verdiepen daar het verhaal van de Donauomgeving: graaf Dracula (uit de roman van Bram Stoker), de Roemeens-Duitse schrijfster Herta Müller (Nobelprijs Literatuur 2009) en dichter Paul Celan en de Hongaarse schrijver Danilo Kis.
De Bulgaarse identiteit (boeren in dorpen, strijd tegen de Turkse-Ottomaanse overheersing) wordt onder meer in de negentiende eeuw verwoord door dichter Christo Botev. En de reiziger spreekt ook in de hoofdstad Sofia met een actuele schrijver Jordan Radichkov die in het denkbeeldige Tsjerkazki en in zijn verhalende sprookjes herinnert aan de Roemeense boerenwereld. Hij bezoekt ook het geboortehuis van Elias Canetti (Nobelprijs Literatuur 1981) in Roese en schrijft vol lof over zijn meesterwerk Het Martyrium (Die Blendung).
Via de lange brug (2.224 m) over de Donau komt de reiziger opnieuw in Roemenië terecht en wijst op de “natuurlijke gelatenheid van het Roemeense volk” (dixit schrijver Mihail Sadoveanu), ook verwoord door de Roemeense boeren in hun “het zij zo”. Eeuwen Roemeens leven vindt de reiziger in Muzeul Satului (het Museum van het Dorp) in Boekarest. De hoofdstad, “het Parijs van de Balkan”, is vol contrasten, aristocratische pleinen, de winkelstraten van de wijk Lipscani “een feest van de vulgariteit” en de verwoesting van een stadsdeel, het zogenaamde Hiroshima, door Roemeense president-dictator Ceaucescu.
Daarna komt de reiziger aan de grens en de monding in de Donaudelta en in de Zwarte Zee. Zijn schriftuur is opnieuw gedrenkt in geschiedenis (het oude grensgebied Thracië), literatuur (onder meer Ovidius) maar ook in de natuur (planten, dieren) en in zichzelf als de ultieme grens.
Epiloog: laatste bedenkingen van de lezer
Donau is een magnum opus (meesterwerk) van Claudio Magris dat voor het eerst in het Nederlands verscheen in 1988, onder de titel Donau : een ontdekkingsreis door de beschaving van Midden-Europa en de crisis van onze tijd. Classicus Luc Devoldere had een gesprek met de auteur in 1989, klik hieronder,
https://www.dbnl.org/tekst/_st...
Bij het herlezen heb ik regelmatig de kaart (anno 1986) van de loop van de Donau geraadpleegd in de Italiaanse oorspronkelijke versie Danubio. Ik heb het ontbreken van een register op plaats- en persoonsnamen, historische feiten … niet als een tekort ervaren. Integendeel, het zou niet passen bij de geest van het literaire werk, waar de toekomst in besloten ligt: in 1989, valt de Berlijnse muur en het communisme van de Sovjetunie; in de jaren 90 zal er een verschrikkelijke oorlog woeden in Joegoslavië met een herverdeling van de macht; daarna: 9/11, het nationalisme in Europa, de IS-aanslagen, de klimaatverandering …
Synopsis
Overpeinzingen door de Italiaanse filosoof en germanist over de cultuur, literatuur, geschiedenis en filosofie van Midden-Europa tijdens een reis langs de Donau.