Gstaad, een wansmakelijk aangrijpend boek
Als grote fan van Arnong Grunberg was ik niet bekend met deze titel. Logisch, want 'Gstaad' schreef hij onder zijn pseudoniem Marek Van der Jagt. Pas later werd deze titel ook onder het elan van Arnon Grunberg uitgegeven.
Ik heb Grunberg altijd als een bijzondere schrijver ervaren. Hij beschrijft de meest absurde situaties waar je in de verste verte nog niet zelf op zou kunnen komen. Daarom hou ik ook van zijn stijl: het is intens, het neemt je mee, het beklijft je, het is niet wat je denkt, het slaat nergens op. En toch blijft het hangen.
In Gstaad volgen we het leven van François Lepeltier, een jongen met vreemde obsessies. Zijn moeder is heel aanwezig in zijn leven. Als kernfiguur houdt ze er echter ook vreemde praktijken op na. Ze is amper bezig met de opvoeding van haar zoon en houdt het op overleven, en dan in zijn meest vreemde vorm. Rare voorstellen worden als normaal aanschouwd en worden ondergaan. In het boek is bijvoorbeeld iemand of iets bewaken een rode draad in het boek. In het begin ervaar je dit als lachwekkend en eigenaardig tegelijk. Op de duur wordt het heel logisch en ga je er vanuit dat alles daarrond draait.
François zelf ontpopt zich tot een veelzijdige man met veel kwaliteiten. Je krijgt soms zelf hoop dat het misschien toch nog goed komt met hem. Al snel blijkt het echter een illusie te zijn en laat het boek je helemaal verstomd achter.
Ik raad het boek absoluut aan als je van de stijl van Arnon Grunberg houdt.
Synopsis
Een jongeman bereidt zich voor op zijn glansrol als sommelier in een grand hotel in Gstaad.