Schildpadden en Meeresschweine als troost
Kind aller Länder van Irmgard Keun (1938) toont het leven in Exil door de ogen van een kind. We schrijven het jaar 1938. Onder de hoede van haar moeder wordt de tienjarige Kully meegesleept van het ene hotel naar het andere. Zo vertoefde het gezin in Polen waar ze veel rode soep aten. Maar ook in Brussel, in Parijs, in Amsterdam en Italië. De vader is meestal afwezig, voert allerlei escapades uit en belooft de hele tijd dat alles goed komt. Bij uitgevers probeert hij voortdurend voorschotten te krijgen voor zijn volgende boek. In deze chaos klampt Kully zich vast aan haar schildpadden en aan Meeresschweine waarvan ze hoopt dat ze kinderen zullen krijgen. Die kan ze dan verkopen waardoor moeder en kind uit de armoede zullen geraken.
Het boek schetst de tragiek van de emigranten op de vlucht voor Hitler. Irmgard Keun weet waarover ze spreekt. Als niet-Joodse voegde ze zich in 1936 bij de emigranten in Oostende en later in Parijs als partner van de Oostenrijkse schrijver van Joodse afkomst Joseph Roth.
In Kind aller Länder tekent Irmgard Keun een warme omgeving van onderlinge solidariteit in een wereld vol verwarring. Met gepaste ironie en humor. Daardoor biedt dit boek zoveel troost.
Synopsis
De angsten en zorgen van een schrijversgezin tijdens de nazi-tijd vlak voor de Tweede Wereldoorlog worden beschreven door het tienjarige dochtertje.