Het bitterzoete herontdekken van een wondere wereld
“Ik heb de originele exemplaren van de boeken uit mijn kindertijd altijd bewaard. Ze herlezen is een geestelijke vreugde en een terugkerende droefenis. Steeds wanneer ik de boeken waarvan ik houd opnieuw lees, lijd ik onder de weemoed ze niet opnieuw voor de eerste keer te kunnen lezen. En toch lees ik ze in zekere zin op die manier: bij elke herlezing denk ik aan de eerste keer dat ik ze las en neem ik weer plaats op die tribune van het zich onder de aanzwellende muziek van mijn herinneringen voltrekkende spektakel.”
Dichter en schrijver Fernando António Nogueira Pessoa (1888-1935), Portugals bekendste culturele exportproduct naast fado, neemt ons de woorden uit de mond. Boeken herlezen, auteurs herontdekken, is een bitterzoete ervaring. “Une joie et un souffrance” om een cultrepliek uit François Truffauts liefdesfilm La sirène du Mississippi te citeren. Omdat ons geheugen in de weg zit. Omdat de maagdelijke leeservaring niet meer mogelijk is. Omdat het verglijden van de tijd in beeld komt.
Bij de bundel Kroniek van een leven dat voorbijgaat, samengesteld en toegelicht door Pessoa-kenner Michaël Stoker, ligt het nog iets complexer. Sommige teksten ogen vertrouwd, andere verwijzen naar het ook al postuum gepubliceerde meesterwerk ‘Boek der rusteloosheid’ en nog andere zijn onbekend ook al herkennen fans van Pessoa de hand van de cultauteur. Deze trip naar de wondere wereld van de schrijver en dichter is bitterzoet omdat het geen ‘nieuwe ervaring’, geen ontdekkingstocht is, maar levert toch revelaties op.
Al was het maar omdat vertrouwde quotes, zoals “literaire kritiek is de opperste vorm van kwaadsprekerij”, in hun context geplaatst worden. Pessoa zou met zijn oneliners kunnen gedijen in de huidige Twitter cultuur maar zijn meanderende gedachten en ideeën prikkelen nog meer. Zo blijft “Dit hele universum is een boek waarin elk van ons een zin is” een favoriete quote. Maar ons hart ging harder slaan toen we het vervolg (her)lazen: “Afzonderlijk hebben wij allen slechts een klein beetje betekenis of leveren we hoogstens een deel van de betekenis; alleen uit het geheel wordt duidelijk wat elk van de zinnen wil uitdrukken.” De ‘joie’ wint het hier van de ‘souffrance’.
“Geef me mijn bril,” waren naar verluidt de laatste woorden van Fernando Pessoa toen hij op 30 november 1935 in een hospitaal van Lissabon stierf aan de gevolgen van een leveraandoening. Een variatie op zijn “Geef me nog wat wijn, want het leven is niets” uitspraak die hij tijdens elke maaltijd of bij elk cafébezoek herhaalde. “I know not what tomorrow will bring,” zijn geschreven famous last words op datum van 29 november, werden na zijn dood gevonden op een onooglijk stukje papier.
Een vodje tussen de 27.543 (korte en lange) manuscripten die door Pessoa’s familieleden aangetroffen werden in de ‘arca’, de kist die zich op zijn kamer bevond. Uit die schat aan gedichten, dagboekaantekeningen, columns, aforismen en essays ondertekend door meer dan honderd fictieve namen werd o.m. Boek der rusteloosheid gepuurd. Michaël Stoker gebruikte de kist als bron voor een dissertatie, vertaalde zelf de (grotendeels autobiografische) teksten van Pessoa en bundelde ze gedateerd en in de naam van Pessoa als (naar een column van de dichter verwijzend) Kroniek van een leven dat voorbijgaat.
In zijn nawoord schuwt Stoker het anekdotische niet (Pessoa die bij voorkeur staande aan een hoge ladekast schreef) en gaat hij het door Pessoa gekoesterde imago van de romantische kunstenaar (eenzaam maar geniaal) niet uit de weg. Hij geeft echter vooral aan dat er bij verschillende edities van Boek der rusteloosheid al te gretig uit de ‘arca’ van Pessoa werd geput “waardoor er dingen binnengeslopen (waren) die daar helemaal niet thuishoren.” Dingen die voor het overgrote deel niet in de Nederlandse editie van zijn bekendste werk werden opgenomen maar volgens Stoker interessant genoeg blijven om ze op te nemen in deze Kroniek van een leven dat voorbijgaat.
Voor Fernando Pessoa is het leven een droom maar ook “een eindeloze interpretatie van het leven.” Waarbij het geheugen, de verbeelding en de intelligentie drie van deze interpretaties vormen. Het spel met contradicties en vermommingen (zijn gevarieerd oeuvre is opgebouwd met heteroniemen), met spitse oneliners en enigmatische maskers, is voor Pessoa een manier om te leven en om te scheppen.
“De maskers onthullen de werkelijkheid van de zielen,” onderstreept hij, “zolang niemand ziet wie we werkelijk zijn, kunnen we ongehinderd over de meest intieme aspecten van ons leven vertellen.” Of poëzie zien in bierglazen, sigaretten en onbenullige detectiveromans. Via de wereld wou Pessoa zichzelf vinden. Zijn centrale thema, de man die naar zichzelf zoekt en niet weet wie hij is, vormt de onderstroom van Kroniek van een leven dat voorbijgaat. We lieten/laten ons graag meevoeren door de maalstroom aan emoties die daarbij aan de oppervlakte komt. Maar in ons achterhoofd speelt Pessoa’s bekentenis: “Zo diep kunnen voelen is een vloek.”
Synopsis
Een bundel met dagboeknotities uit de nalatenschap van de Portugese schrijver Fernando Pessoa (1888-1935), bestaande uit filosofische overpeinzingen en korte, vaak onafgemaakte essays, fantastische ideeën en commentaren op de tijd waarin hij leefde.