Het leven is te groot en niet groot genoeg
Het is de tweede keer dat ik dit boek dit jaar lees. Als ik eerlijk ben, was ik bij de eerste lezing (in februari) niet zo overtuigd. Het boek leek over te veel te gaan, en alles hing zo los aan elkaar.
Bij de tweede lezing laat het boek een andere indruk na. Ik weet niet of ik misschien meer open was of dat het een boek is dat je beter in de nazomer leest of misschien lag het aan het feit dat ik ontdekte dat ik best veel passages had onderlijnd en dat het boek mij dus toch - maar dat was ik dus vergeten - op bepaalde momenten had geraakt. In ieder geval, toen ik het voor de tweede keer dit jaar dichtsloeg, had ik er een heel ander gevoel bij.
Oersoep is een beestachtig boek. Heel lichamelijk, heel intuïtief, heel lyrisch (die woorden kunnen gerust in het lijstje om boeken te classificeren). Met dit boek zegt Bregje Hofstede volgens mij ja tegen het leven, misschien voor de eerste keer.
Toch maakt ze het zichzelf heel moeilijk: want hoe schrijf je over het leven en hoe allesomvattend dat is? Hoe beschrijf je de oersoep van ons bestaan? Ik denk dat je dat gewoon niet in woorden kan vatten. Het boek wil diep gaan, maar wordt door de grootsheid van het thema soms weer oppervlakkig. Ik had soms het gevoel dat de auteur er niet helemaal in slaagt onder woorden te brengen wat ze eigenlijk wil zeggen, maar ik begreep eigenlijk wel wat ze bedoelde. Ik zou zelf ook niet weten hoe ik het onvermogen om volledig tot het leven te behoren en alle pogingen daartoe zou beschrijven.
Daarom, omwille van de poging, wil ik haar zeggen dat het een verdienste is dit boek te schrijven. Ze mag er hoe dan ook trots op zijn, niet omdat ze de onmogelijkheid mogelijk heeft gemaakt, maar omdat ze de onmogelijkheid om de oersoep van ons bestaan in woorden te vatten als onmogelijk heeft bestempeld.
Synopsis
Via het louter fysieke, een rauw beschreven bevalling, seks en drugs analyseert het hoofdpersonage haar onerliggende luikjes, haar oersoep, het bovenzinnelijke.