Marnix Peeters op dreef in deze road novel
In Oogje. Het kleine meisje uit de Lange Tafelstraat rekenen twee pubers af met de schande van hun verwaarlozing. De ijzersterke Beertje wordt op zijn veertiende door zijn harteloze ouders in het circus, een Huis van Vertier waar Fred Trompet di Modrone en Leider Weiss de plak zwaaien, gedumpt. Hij ontmoet er Oogje, een superintelligent meisje met downsyndroom, en slaat met haar op een oude Zündapp op de vlucht. Wat volgt is een ongelofelijk spannende road novel vol knotsgekke situaties en verwikkelingen die zich in een hoog tempo ontvouwen. Beertje treedt op als verteller van deze roman. Hij tekent hun geschiedenis op in een aantal hoofdstukken die titels meekregen als ‘Hoe hopeloos verliefd ik werd op de hoer Ruxandra’.
In dit dolkomische boek is Marnix Peeters op zijn best. Hij beschikt over een bizarre fantasie en creëert een verhaal dat leest als een trein. Hij gooit alle remmen los in zijn scabreuze, zwartgallige en humoristische ‘tiende’ roman. Het verhaal bevat een stoet aan karikaturale maar excentrieke personages en talrijke taferelen vol ontsporende seks allemaal beschreven in een uiterst kleurrijk taalgebruik. Resultaat: een boek dat je in één ruk uitleest én de vraag wat er ginds in de Oostkantons in godsnaam in het water zit dat Peeters dolgedraaide verbeelding voedt en resulteert in een dergelijk hilarisch boek?
Synopsis
Beertje en Oogje zijn beiden gedumpt in het reizende Huis van Vertier, slaan na een noodlottig ongeval op de vlucht en beleven bizarre avonturen voordat ze een veilige plek vinden.