Een pleidooi om voor elkaar te zorgen
Suzanne Grotenhuis schreef Waar zijn de wolken op een ongewone manier. Een beetje zoals ikzelf wel eens een kattenbelletje in mijn smartphone noteer. Maar Grotenhuis hield het niet bij een kattenbelletje. Ze schreef een héél boek op haar telefoon. Ze schreef het wandelend in Park Spoor Noord. Wandelingen waarbij ze haar pasgeboren zoontje als een bolletje in een draagzak met zich meedroeg. Zes, zeven keer per dag, 1350 km lang. Want alleen dan wou hij slapen.
Reeds vanaf de eerste bladzijden laat Grotenhuis zien dat ze zichzelf kwijt is en dat ze het als jonge moeder allemaal niet meer ziet zitten. Op advies van haar huisarts gaat ze ten rade bij allerlei therapeuten en andere deskundigen in de hulpverleningssector. Naast een hoge rekening krijgt ze daar vooral te horen dat ze moet loslaten, voor haarzelf moet zorgen en aan haarzelf moet werken. Grotenhuis begrijpt de boodschappen niet en vermoedt dat ze gewoonweg niet geschikt is voor het moederschap.
…
ik zou willen dat iemand anders voor mij zorgt
zeg ik
ik zorg namelijk al voor iedereen
…
Maar dan ontmoet Grotenhuis andere wandelaars in het park. Zoals de bijna honderdjarige man - die bijna evenveel cactussen heeft - , de vrouw met de husky en de jogster die haar elke dag toeknikt. Ze vindt mensen die luisteren, die vertellen hoe ze zelf ook iets moeilijks meegemaakt hebben en hoe ze herkennen wat zij voelt. De korte gesprekken zijn een mooi beginpunt voor verbondenheid en langzaam maar zeker verscherpt ze haar blik op een troebele tijd. Maar haar blik wordt ook zachter en met elke stap wordt haar rugzak terug een draagzak. Een draagzak met een bolletje dat ze kan knuffelen, kan vasthouden en niet meer wil loslaten.
‘Alsof het bolletje gewoon een verlengde is van mijn lijf’ zegt ze hierover.
…
heel langzaam worden wij
twee vreemden die kort geleden nog in elkaars
lichaam hebben gewoond
langzaam weer een geheel
ik zeg dat ik dus weer een geheel aan het worden ben
en dat het toch wonderlijk is
dat zoiets als verbinding niet altijd meteen lukt
dat dat eigenlijk ook maar gewoon een spier is die af
en toe geblokkeerd is
en dus opnieuw getraind moet worden
…
De gedachtestroom van de auteur valt zeer vlot te lezen. Dit belet echter niet dat de auteur goed nadenkt over de wortels van haar verhaal en dat ze hierbij kritisch is voor onze maatschappij. Grotenhuis breekt een lans voor een netwerk, voor meer verbinding. Toch waakt ze erover geen holle woorden te gebruiken en niet de indruk te geven dat verbinding voldoende is voor iedereen die het moeilijk heeft. Daarom voert ze, op de laatste bladzijden de man, met wie ze al zestien jaar lief en leed deelt en die de vader van haar kinderen is, ten tonele. Een paar jaar geleden werd hij opgeslokt door het zwarte gat. Ze is er zich van bewust dat meer dan alleen maar verbinding nodig is om hem eruit te halen. Tijdens een gesprek met de bijna honderdjarige man - die bijna evenveel cactussen heeft - geeft ze dan ook nederig toe dat zij het in ieder geval niet kan.
Waar zijn de wolken is een eerlijk, ontroerend verhaal dat bij momenten bijzonder grappig verteld wordt. Grotenhuis is ervan overtuigd dat we ons minder op onszelf moeten focussen en stelt de vraag naar meer zorg voor elkaar. En de vraag stellen kan het begin zijn van zoveel meer. Fingers crossed.
Ze stelt bovendien de vraag naar de wortels van de problemen. Teveel focus op onszelf? Door deze vraag te stellen gaat ze lijnrecht in tegen de vele zelfzorgboeken die in de boekhandels
Synopsis
Suzanne Grotenhuis wandelt na de geboorte van haar zoon dagelijks door het park omdat hij anders niet kan slapen. Het is een erg eenzame periode voor haar. Volgens haar omgeving moet ze goed voor zichzelf zorgen. Maar het zijn net haar toevallige ontmoetingen in het park die zo veel verschil maken. In dit boek deelt ze haar gedachten over zelfzorg en verbinding met anderen.