Bram Moenaert
Leestip van Bram Moenaert
We read to know we're not alone

De heenreis van een mens

24 februari 2025

Enkele maanden geleden las ik De heenreis van Jacob Glatstein, een boek uit het eind van de jaren ’30, oorspronkelijk in het Jiddisch geschreven en begin de jaren 2000 uitgegeven in de Jiddische Bibliotheek van Vassallucci. Ik had toen geen tijd en zin om er een recensie over te schrijven, maar ondertussen gaat er geen week voorbij of ik denk er nog eens aan terug. Als een boek zo’n indruk nalaat, dan kan ik die toch maar beter delen …

Glatstein werd eind negentiende eeuw geboren in Lublin, Polen, in een Pools gezin en emigreerde op zijn achttiende omwille van het groeiende antisemitisme naar New York. Hij leerde er snel Engels, maar schrijven deed hij in zijn moedertaal, het Jiddisch. Hij stichtte met enkele vrienden een tijdschrift en naast journalistiek werk schreef hij ook poëzie en proza.

De heenreis is het verslag van de reis die Glatstein in 1934 ondernam om in Lublin zijn zieke moeder te gaan bezoeken. Het is de eerste keer in twintig jaar dat hij terugkeert naar Europa. Het grootste deel van het boek speelt zich af op het schip, de rest in stations, treinen, restaurants en hotels. Weinig plek voor afzondering dus, en het boek bestaat dan ook vooral uit beschrijvingen van medereizigers, die Glatstein heel raak weet te typeren in enkele zinnen, met de nodige onderkoelde humor maar ook veel empathie. Hier is een groot observator aan het werk met een groot hart voor al wat leeft. En dat is niet evident in de tijden waarin het boek zich afspeelt. In Duitsland zijn de nazi’s aan de macht gekomen en Glatstein is niet naïef, hij beseft heel duidelijk dat zij niet te vertrouwen zijn. Het is heel interessant om het boek te lezen met de wetenschap van wat enkele jaren later zal gebeuren: de bijna volledige uitroeiing van een cultuur die meer dan duizend jaar een belangrijk deel van Europa is geweest.

Het verslag begint heel mooi met het vaststellen van de verandering die zich bij elk mens voordoet wanneer hij beseft dat hij een week met anderen een schip zal delen – een gevoel dat wij nooit meer zullen kennen: zonder internet, smartphones en oortjes. “Anders dan onze alter ego’s op het vasteland ontmoeten wildvreemde mensen elkaar hier en, wonder boven wonder, worden ze allemaal anders anders en zo blijft de lieve weegschaal van Gods wereldje en de verscheidenheid van zijn schepsels zelfs hier in evenwicht, waar je op zachte zolen loopt en amper je eigen stem herkent.” Er volgen vele bladzijden met rake observaties van mensen en de situaties waarin ze verzeilen, en ook de herinneringen van de schrijver en de passagiers waarmee hij spreekt spelen een rol. Vele van zijn nieuwe kennissen zijn ook joden, maar Glatstein ontmoet bijvoorbeeld ook Sovjet-Russen – waarvan er een hem doet denken aan al die helden uit de Russische literatuur, “die niet zozeer zijn ontsproten aan de Russische werkelijkheid als wel gecreëerd door Russische schrijvers: ze draaiden een held op de draaibank van hun werk en een hele generatie Russische intellectuelen ontwikkelde zich naar dat model.”

Na vijf dagen komt het schip in Frankrijk aan. “De verwijdering kwam sneller dan de toenadering. Toen we met open reistassen in de grote aankomsthal van de haven stonden, meden we het elkaar aan te kijken, en als onze blikken elkaar al kruisten, glimlachten we een beetje medeplichtig, alsof we ons schaamden voor het bacchanaal van vriendschap, intimiteit en broederschap dat vijf volle dagen tussen ons had geheerst. Nu stond ieder weer op zichzelf.” Daarna volgt de reis verder op Europees grondgebied, en de dreiging die op het schip enkel aanwezig was in de gesprekken en de discussies tussen de passagiers, wordt steeds explicieter naarmate de reis vordert door België en natuurlijk Duitsland.

Er gebeuren geen schokkende zaken in dit boek. Het moet het hebben van de mooie beschrijvingen van de mensen die Glatstein toevallig ontmoet, tegelijk grappig en vol mededogen, van de herinneringen aan het Jiddische Polen dat nog maar enkele jaren zal bestaan, en naarmate het einddoel nadert ook van de steeds zwaardere sfeer van het Europa op een keerpunt die de schrijver weet op te roepen. Wanneer ik het boek uitheb, besef ik dat het niet alleen een requiem is voor joods Europa dat zal worden uitgeroeid door de nazi’s en hun handlangers, maar ook een voor de taal van de schrijver, het Jiddisch. Tien jaar na zijn reis zijn er nauwelijks nog Europese joden, de Amerikaanse schakelen over op het Engels en de Israëlische op het Hebreeuws, een evolutie die toen al bezig was. In Parijs krijgt de schrijver het bericht dat Bialik, Israëls nationale dichter die zijn poëzie in het Hebreeuws schreef, is overleden, en hij denkt terug aan een ontmoeting met hem. “Hij spon zijn betoog uit als een spin haar draadjes (…). Alles wat hij zei leek hem per ongeluk ontglipt (…) maar in die achteloosheid school een plan, zoals er ook een plan lag in de uitgezette draadjes. (…) Terwijl hij bezig was klonk het allemaal heel aanlokkelijk, alsof we hem in een zachte roes beluisterden, maar toen zijn rede af was beseften we hoe al die onschuldig gesponnen draadjes een soort spinnenweb vormden, en hoe in dat web een vlieg lag te wriemelen. En die vlieg was – het Jiddisch. Het Jiddisch hing erbij naar lucht te happen.”

Bovenal is het boek een herinnering aan de waardigheid van elk afzonderlijk mens en zijn taal en cultuur, en hoe iemand door anderen kan worden gereduceerd tot zijn taal en cultuur – hoewel hij ook maar een mens is.

Synopsis

Autobiografisch relaas van een reis van de joods-Amerikaanse schrijver (1896-1971) naar zijn geboortestad Lublin in Polen in 1934.

Bram Moenaert
Leestip van Bram Moenaert
We read to know we're not alone

De heenreis
Titel:
De heenreis
Auteur:
Jacob Glatstein
# pagina's:
220 p.
Uitgeverij:
Vassallucci
ISBN:
90-5000-350-8
Materiaal:
Boek

Gerelateerde leestips