Een roadtrip door de Apennijnen om kunst te redden
Een krijgsgevangene en een archeoloog proberen de nazi's te slim af te zijn. In plaats van een aantal waardevolle archeologische vondsten en kunstwerken naar Duitsland te brengen besluiten Quintino en Filippo deze kunst te redden en naar het Vaticaan in Rome te smokkelen. Het enige wat ze hebben is een oude vrachtwagen en veel lef. Ze rijden dwars door de Apennijnen, letterlijk want vaak maken ze hun eigen pad. Onderweg balanceren ze voortdurend tussen de terugtrekkende en zich verdedigende troepen van de nazi's en die van de partizanen. Ze zoeken hun toevlucht bij de lokale bevolking, kloosters, en maken zo kennis met het leven van de gewone man tijdens Wereldoorlog 2. Waar ze elkaar absoluut niet kenden bij het begin van hun avontuur, groeit een vriendschap voor het leven.
Het is fijn om te lezen hoe ze zich door allerlei hindernissen heen werken en hoe het zuiden van Italië, rond Napoli, uiteindelijk toch rust brengt.
Voor wie van Italië houdt en voor wie wil weten hoe de auteur aan deze titel komt.
Synopsis
Rome, 1944. Archeoloog Filippo Cavalcanti heeft van de overheid de opdracht gekregen om een aantal kunstwerken naar Duitsland te verschepen. Cavalcanti gruwt bij het idee dat hij deze kostbare schilderijen en beeldhouwwerken aan de nazi’s moet geven. Als de oude professor een jongen uit Ischia, genaamd Quintino, ontmoet, besluiten de twee in een opwelling de kunstwerken naar Rome te smokkelen.